Kamer wil per se verbod op commerciële investeerders in de zorg, maar minister Agema blijft weigeren

Verbied private equity-partijen in de zorg, vroeg de Tweede Kamer tot driemaal toe. Nee, zei de minister van Volksgezondheid. Maak dan een stappenplan om dat soort investeerders op termijn te weren, vroeg de Kamer. Nee, zei de minister opnieuw.

Met die patstelling debatteerde een geagiteerde Tweede Kamer deze woensdag voor de zoveelste keer met minister Fleur Agema (Zorg, PVV) over de rol van deze commerciële investeerders in de zorg. „De Tweede Kamer spreekt keer op keer haar zorg uit, maar de minister legt alle moties naast zich neer”, zei haar geërgerde partijgenoot René Claassen – die ook een verbod wil. Hij had weinig verwachtingen van het debat: „Ik denk niet dat de minister nu ineens zegt: ‘dat gaan we morgen regelen’.” De SP noemde het niet uitvoeren van de moties „geen manier van werken. Dan kan de minister net zo goed weg, dan doen we het zelf wel.” Het CDA klaagde dat „deze minister maar blijft vertragen”.

Als je alle private equity weghaalt, hoe hou je het zorgaanbod dan overeind?

Daniëlle Jansen
Lid Tweede Kamer (NSC)

Al langere tijd is er veel weerstand tegen private equity (waarbij een fonds vaak met geleend geld een bedrijf overneemt) in de zorg, maar na de problemen met de commerciële huisartsenpraktijk Co-Med is die discussie alleen maar heftiger geworden. Co-Med begon in 2020 met het opkopen van praktijken, was daarna voortdurend in opspraak, raakte in financiële problemen en ging uiteindelijk in 2024 failliet. Het bedrijf is daarmee uitgegroeid tot het schrikbeeld van private equity in de zorg.

Omvallende zorginstellingen

Maar het kabinet is tegen het verbieden van commerciële investeerders in de zorg. „Een verbod is niet de oplossing”, zei Agema opnieuw tegen de Kamer. „Private equity is niet de duivel.” In het hoofdlijnenakkoord en het regeerakkoord staat daar dan ook geen letter over. In een brief aan de Kamer schreef Agema in maart dat verbieden „juridisch zeer kwetsbaar is met grote financiële risico’s voor de overheid”. Daarnaast vallen er dan zorginstellingen om met als gevolg langere wachtlijsten. Zorgaanbieders zijn vaker afhankelijk van geld van investeerders omdat ze dat van banken, die afgelopen jaren strengere eisen zijn gaan stellen, niet krijgen. Ook zorgen commerciële investeerders volgens Agema voor innovatie en vernieuwing, iets dat alleen al broodnodig is om het groeiende personeelstekort tegen te gaan. Verder is de definitie lastig: wat valt nu precies wel en wat niet onder private equity?

Eerder verscheen een rapport van EY Consulting waarin staat dat er geen „aantoonbare verschillen” zijn in betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit tussen zorgaanbieders die in handen zijn van private equity en andere zorgaanbieders – al benadrukken de onderzoekers dat er weinig data beschikbaar zijn. De omvang van private equity in de zorg is ook onduidelijk.

De redenering van Agema is vergelijkbaar met die van haar voorganger, oud-minister Conny Helder (VVD), die ook niets zag in een verbod. Helder zei een jaar geleden in een debat dat „het indammen van private equity niet goed is voor de zorg”.

Uitwassen

Agema wil wel „excessen aanpakken” door „paal en perk te stellen aan zorgaanbieders die enkel eropuit zijn om er zelf financieel beter van te worden” schrijft ze in haar Kamerbrief. Zo verwijst ze naar de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz), die begin dit jaar naar de Kamer is gestuurd. Belangrijk punt daarin is het stellen van extra voorwaarden aan het uitkeren van winst door zorginstellingen. Ook wil Agema dat de Nederlandse Zorgautoriteit fusies beter gaat toetsen en moet er meer zicht komen op gemaakte winsten in de zorg. „Zo wordt de zorg minder aantrekkelijk voor graaiers”, zei Agema woensdag tijdens het debat. „Het gaat om partijen met verkeerde intenties.”

Maar de Kamer vindt dat allemaal te weinig. „Een hele magere lijst”, zei Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA). Zijn conclusie: „Keer op keer moeten we de minister corrigeren, maar de minister laat zich helaas niet corrigeren.” En dus wil de Kamer het nu maar zelf gaan doen. De ene na de andere partij kwam met voorstellen om private equity aan banden te leggen. Zo kwam de SP onder meer met het idee om bestuurders wettelijk aansprakelijk te stellen voor schade en wil de partij snel een verbod op nieuwe overnames. GroenLinks-PvdA en NSC kwamen vorig jaar al met een initiatiefwetsvoorstel om de Autoriteit Consument en Markt sneller te laten ingrijpen bij kleine overnames, zoals een huisartsen- of tandartsenpraktijk. Verder werken partijen aan amendementen om de nog te behandelen Wet Wibz aan te passen. Claassen: „Die moet steviger en sterker. Dan moet het maar op die manier, al verdient het niet de schoonheidsprijs.”

Een minderheid van de Kamer, vooral VVD en BBB maar ook NSC, vinden de oproepen tot een compleet verbod te ver gaan. Volgens BBB zijn heel veel zorgaanbieders via private equity gefinancierd: „Dat is heel normaal en dat kan vaak niet anders.” NSC-Kamerlid Daniëlle Jansen noemde het onverstandig „zomaar happen uit de zorg te nemen zonder dat je alternatieven hebt.” Ze zei private equity „fors te willen terugdringen”, maar niet helemaal te willen verbieden. „Als je alle private equity weghaalt, hoe hou je het zorgaanbod dan overeind?”


Lees ook

Wetsvoorstel tegen private equity in zorg: ‘Met deze wet willen we de uitwassen tegengaan, het is geen stop op elke overname’

Briefjes hangen aan het hek van huisartsenpraktijk Co-Med in het Noord-Brabantse Reusel. De praktijk sloot vorig jaar per direct de deuren. Co-Med is sinds vorig jaar in opspraak geraakt en verkeert in financiële problemen.