Kamagurka wil ver voorbij de grens gaan – wegsmijten kan altijd nog

ZAP Voor cartoonist, absurdist, humorist Kamagurka is het de kunst zijn ‘kritische ik’ uit te schakelen. Pas dan ontstaat de volledige vrijheid van denken, vertelde – en toonde – hij in Zomergasten.

Cartoonist en absurdist Kamagurka (pseudoniem van Luc Zeebroek) bij Zomergasten
Cartoonist en absurdist Kamagurka (pseudoniem van Luc Zeebroek) bij Zomergasten VPRO

Tot zijn zesde liep Kamagurka (pseudoniem van Luc Zeebroek, 1956) op z’n tenen. Beugels en braces bogen zijn klompvoetjes in de juiste stand, daarna volgden operaties. In het ziekenhuis, de „folterkamer voor beginners” geleid door nonnen, moet hij een keuze hebben gemaakt, zegt hij. Meegaan in de gekte van religie, of kiezen voor de rebellie om zijn eigen gekte te botvieren. Hij begon te tekenen, zegt hij, om los te komen van de dwingende werkelijkheid. Tien minuten Zomergasten zijn dan voorbij, er is nog geen fragment getoond en de gast heeft zichzelf al ontleed. Theo Maassen beloont hem met een handdruk.

Zo kalm en bescheiden als Kamagurka zich zondagavond presenteerde als zomergast, zich bewust van de camera’s, van de tijd en de „gênante” stiltes die hij vond vallen, zo overdadig en maniakaal is hij als cartoonist, absurdist, humorist. Daar ging het veel over: over inspiratie, intuïtie en ideeën die hij beschreef als vonkjes in zijn hoofd. Inspiratie is voor hem „een woord, een beeld, een geluid, een snaar”. De waakzaamheid om zo’n vonkje te detecteren en te benutten noemt hij zijn intuïtie.

Niet drank of drugs zetten zijn creativiteit in gang, maar doorwerken. Met een chronometer erbij timen hoeveel tekeningen hij per uur kan maken. In het museum 24 uur achter elkaar schilderijen maken. „Werden ze beter of slechter naarmate je moe-er werd?”, vroeg Theo Maassen. Beter, zegt hij stellig. De kunst is de „kritische ik” uit te putten en af te matten, daarna ontstaat pas de volledige vrijheid van denken. Maar misschien, opperde Maassen, heeft die ‘kritische ik’ wel wat zinnigs tegen je te zeggen en moet je er toch naar luisteren. „Eerst maken”, zegt Kamagurka. „Tóch doen, ver voorbij de grens gaan, dat is wat kunst kunst maakt.” Wegsmijten kan altijd nog.

Met een fragment uit de documentaire over kunstenaar Robert Crumb toonde hij hoe obsessie kan balanceren op de dunne lijn tussen gekte en genialiteit. Robert Crumb bereikte wereldfaam met zijn tekenwerk, zijn minstens zo getalenteerde broer Charles verloor zich in een soort grafomanie en schreef notitieboekjes vol betekenisloze krabbels. Later in de uitzending, in een fragment uit een interview met schrijver, acteur en kunstenaar Roland Topor kwam een zelfde soort boekje ter sprake. Kamagurka had het voor zich op tafel liggen – alle woorden en zinnen op alle pagina’s doorgestreept en onleesbaar. Waarom het één gek is en het ander grappig, wist hij heel aannemelijk te maken.

Ellende

We zagen Koot en Bie langs komen, Wim T. Schippers, en een sketch van Spike Milligan, de Britse humorist die óók manisch-depressief was. Is het een voorwaarde de ellende te kennen om grappig te zijn, wierp Theo Maassen op. „Abstracte, slimme humor transformeert de ellende.” Een grap biedt ontsnapping aan de ernst.

Na het fragment uit de serie Breaking Bad – waarin een terminaal zieke scheikundeleraar zich stort op de bereiding van crystal meth en zich drie slagen in de rondte moet liegen om dat voor zijn omgeving te verbergen – zette Maassen Kamagurka voor het blok. Teken een mannetje dat liegt. Hij tekende een mannenhoofd. Daarna zagen we Kamagurka talmen. Dat kortstondige niet weten, die bijna-paniek is het lekkerste gevoel dat hij kan hebben, zei hij na afloop. We zagen ook hoe hij de horde nam, en met een fijner pennetje een tekstballonnetje boven het hoofd schetste en daarin schreef: ‘Ik ben niet getekend’. Geen slechte grap vond zijn ‘kritische ik’ ruim anderhalf uur later.

De grenzen van de grap zagen we in de documentaire Je suis Charlie over de terroristische aanslag op het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo in 2015. Twaalf doden. Kamagurka kende ze bijna allemaal persoonlijk. Hier was de grap gestuit op de grenzen van de ernst. Die dag tekende Kamagurka niet.