Kalmpjes genieten is voldoende voor de kinderboekenschrijver Mourlevat

Recensie

Boeken

Kinderboek De Franse schrijver Jean-Claude Mourlevat geeft steevast een originele draai aan sprookjesgegevens. Dat bepaalt ook het onbekommerde De terugstromende rivier, dat nauwelijks de noodzaak voelt om diepzinnige vragen te stellen.

In 2021 won de in Frankrijk zeer bekende schrijver Jean-Claude Mourlevat de belangrijkste prijs voor jeugdliteratuur die er is, de Astrid Lindgren Memorial Award. Zijn boek Jefferson werd daarop vertaald naar het Nederlands en enthousiast ontvangen. Dat verhaal is een klassieke whodunit over de egel Jefferson die ervan wordt beschuldigd dat hij zijn kapper heeft vermoord. Een spannend en humorvol boek.

Nu is er een tweede boek verschenen van de schrijver die bekend staat om zijn vernieuwende rol in de sprookjestraditie. De terugstromende rivier is een avonturensprookje over de 13-jarige Tomek die in zijn kruidenierswinkeltje de 12-jarige Hannah aan de toonbank krijgt. Hij wordt op slag verliefd op haar. Tomek verkoopt alles, maar Hannah is op zoek naar water uit de terugstromende rivier de Qjar. Dat water maakt je namelijk onsterfelijk. Hannah hoopt er haar zieke vinkje mee te redden. Het is het begin van een avontuur waarin Tomek op zoek gaat naar de rivier de Qjar. Hij trekt door het Woud der Vergetelheid, over de betoverende bloemenwei naar het dorp van de Geurmakers. Een tocht over zee volgt naar het eiland Nergensland, om uiteindelijk over land naar de terugstromende rivier de Qjar en de oorsprong daarvan op de Heilige Berg te reizen.

Vervloekte klaprozen

Het is nogal veel wat Mourlevat wil behandelen in de 150 bladzijden die dit eerste deel van een tweeluik telt. En door zoveel te vertellen in zo weinig pagina’s wordt het nergens echt spannend. Daarvoor is er te weinig sprake van suggestie of conflict. Toch is dat niet zo erg als het klinkt, want juist door het ontbreken van de spanning is dit boek een belevenis voor de wat jongere lezer. Die kan genieten van een fantasievol verhaal dat ook op bepaalde punten een hommage lijkt aan een aantal klassieke werken. Het Woud der Vergetelheid doet bijvoorbeeld denken aan het Oude Woud uit In de ban van de ring en de bloemenweide waarin Tomek in slaap valt aan de wei vol vervloekte klaprozen uit De tovenaar van Oz. Telkens geeft Mourlevat er wel zijn geheel eigen draai aan. Zo wordt de slapende Tomek niet door muizen uit de bloemenwei gedragen, zoals bij Dorothy het geval was, maar door ‘Geurmakers’ die hem in een bed leggen waar zij hem zullen voorlezen tot ze zijn ‘wakkerwoorden’ hebben gevonden – de magische truc om hem wakker te krijgen.

Pantoffel pantoffel

Dat doen ze vaker. Er was die keer dat de Geurmakers iemand wel zes jaar hebben moeten voorlezen. De wakkerwoorden waren toen ‘pantoffel pantoffel!’

De dorpsoudste legt aan Tomek uit: ‘“Twee keer achter elkaar hetzelfde woord! Probeer dat maar eens te vinden in een boek!”

“Maar hoe is het jullie dan toch gelukt?”

“Nou we waren zo wanhopig dat we uiteindelijk Tzergom erbij hebben gehaald. Dat was een beste jongen, maar niet erg pienter, helaas, en hij kon ook niet lezen. We namen hem mee naar de slaapkamer en vroegen hem om alles te zeggen wat in zijn hoofd opkwam. Na tien minuten werd Mortimer wakker.”’

Hier zien we de humorvolle blik van Mourlevat, die overigens nauwelijks de noodzaak voelt om diepzinnige vragen te stellen in dit verhaal over de jacht op onsterfelijkheid. Slechts één keer staat hij zichzelf dat toe: ‘Is het idee om eeuwig in leven te blijven niet veel enger dan de gedachte dat je ooit zult sterven? En stel dat je doodgaat, wanneer zie je dan degene terug van wie je houdt en die al gestorven zijn?’ Het zijn vragen die een jonge lezer kan verhapstukken. Door de spanning niet al te veel op te voeren en het verhaal niet te larderen met diepzinnig geneuzel ontstaat er een avonturenverhaal waarin de jonge lezer gewoon mag genieten, van een mooie tocht over land en over zee, door een rijke fantasie.