N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Cyberveiligheid Nederlanders vallen nu nog vaak ten prooi aan oplichters op overheidswebsites, als DigiD, DUO en Rijksoverheid. Voor het einde van het jaar wil staatssecretaris Alexandra van Huffelen de nieuwe domeinnaam bekendmaken.
Op overheidswebsites als DigiD, DUO en Rijksoverheid – in hun huidige vorm eindigen ze op .nl – vallen burgers nog vaak ten prooi aan oplichters. Foto Remko de Waal/ANP
De overheid gaat de domeinnaam van honderden van haar websites aanpassen vanwege de risico’s op oplichting. Dat bevestigt een woordvoerder van demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties en Digitalisering, D66) woensdag tegenover NRC na berichtgeving van het AD. Het kabinet hoopt met de maatregel dat overheidswebsites, waar burgers vaak gevoelige gegevens moeten invoeren, voortaan makkelijker van de valse kunnen worden onderscheiden. Voor het einde van het jaar wil de staatssecretaris de nieuwe domeinnaam bekendmaken.
Op overheidswebsites als DigiD, DUO en Rijksoverheid — in hun huidige vorm eindigen ze op .nl — vallen Nederlanders nog vaak ten prooi aan oplichters. Zo registreerde de Belastingdienst in 2020 ruim 160.000 meldingen van namaak- en phishingwebsites.
Volgens de woordvoerder moet een uniforme domeinnaam-extensie — mogelijk overheid.nl of .gov.nl — het makkelijker maken om de authenticiteit van de websites te achterhalen. Bovendien kunnen domeinnamen met de nieuwe speciale extensie alleen door overheidsinstanties worden opgeëist. De maatregel, die op advies van de vaste Kamercommissie Digitale Zaken komt, werd eerder dit jaar al aangekondigd. Op dit moment werkt het ministerie de details over de precieze domeinnamen uit, zodat die voor het einde van het jaar aan de Tweede Kamer kan worden aangeboden.
Het is zomerreces in Den Haag. In deze periode tussen de val van het kabinet en de start van een nieuwe verkiezingscampagne nodigen we in Haagse Zaken schrijvers, wetenschappers en denkers uit om het te hebben over de politieke tijd waarin we leven. Omdat er het afgelopen jaar zoveel is gebeurd en alles zo snel is gegaan, zoomen we graag een beetje uit.
Deze week is dat wetenschapper Léonie de Jonge. Zij was universitair hoofddocent politicologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In januari 2025 werd ze benoemd als hoogleraar rechts-extremisme onderzoek aan de Universiteit van Tübingen – in Duitsland. Ze leidt daar het onderzoeksinstituut IRex en heeft een column in de Groene Amsterdammer.
In deze aflevering van Haagse Zaken bespreken we wat het afgelopen politieke jaar ons zegt over de normalisering van uiterst rechts gedachtegoed, hoe je onderzoek doet naar uiterst rechts – en hoe dat verschilt in Duitsland en Nederland – en welke verantwoordelijkheid er ligt bij de wetenschap en journalistiek.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Aflevering zeven van de zevendelige NRC-podcast Dit is ons land. Wil je eerdere afleveringen luisteren? Zoek dan op Dit is ons land in je podcastapp en luister meteen verder.
Ahmed Yousef was jarenlang adviseur van Hamas-leider Ismail Haniyeh. Vanuit een tentenkamp in Gaza vertelt hij over het ideologische fundament van Hamas, de tactiek van geweld, en waarom ‘7 oktober’ in zijn ogen een inschattingsfout was. Een inkijk in een omstreden beweging die meer is dan een terreurorganisatie.
Presentatie:
Ruben Pest & Derk Walters
Redactie:
Felicia Alberding & Esmee Dirks
Muziek, montage en mixage:
Bas van Win & Jeroen Jaspers
Eindredactie:
Anna Korterink
Productie:
Rhea Stroink
Promotie:
Ruben Baudoin
Met dank aan:
Taghreed El-Khodary, Sami al-Ajrami, Lian Hof, Pauke van den Heuvel, Mirjam van Zuidam & Danielle Pinedo
Een zwaan, daar begon het mee. Zo’n grote witte, lief koppie, oranje snavel, waar je met z’n tweeën riant op kunt drijven. Precies zo eentje als op de strandfoto – die waarvoor Effe uit Turkije op z’n handdoek poseert.
De eerste die ermee op de foto ging was zangeres Taylor Swift. In een zwembad, samen met haar vriend. Dat was in de zomer van 2015, voor het oog van haar ruim honderd miljoen volgers op Instagram. Daarna ging het los. De opblaaszwaan was overal uitverkocht, een nieuwe markt voor ‘inflatables’ geboren.
Lange tijd was het opblaasspul vooral bedoeld om te blijven drijven. Opblaasboten hadden nut voor militairen, met opblaasbandjes leerden kinderen zwemmen. De eerste opblaasbedden en -boten voor de vrije tijd verschenen in de jaren 50. In de decennia erna poogden meubelfabrikanten ook van opblaasbanken en -stoelen een succes te maken, maar dat mislukte. En sinds de jaren 80 zijn inflatables – van opblaasdier tot palmboom, springkussen en glijbaan – niet meer weg te denken uit het openbare leven. Je vindt ze op stranden en in winkelcentra, op festivals, bruiloften en kinderfeestjes.
Maar nog voordat Taylor Swift haar iconische zwanenfoto postte, hadden bedrijven al goed door dat voor de inflatable – ook wel ‘floatie’ – een nieuw, gouden tijdperk was aangebroken. „Instagrammability”, zegt Goof Lukken, vrijetijdsonderzoeker bij Breda University. „Daar draait het om.”
Want vrije tijd is onderdeel geworden van onze lifestyle, zegt Lukken. „Laten zien wat je in je vrije tijd doet, bepaalt mede je identiteit.” En de westerling hééft steeds meer vrije tijd, en wil daar méér mee doen. „We besteden ons geld liever aan belevenissen dan aan een nieuwe auto of keuken, blijkt uit onderzoeken. We willen unieke momenten meemaken.”
Die ook nog eens aantrekkelijk zijn voor de foto. Daarvoor kun je op vakantie naar Bali of Thailand. Op de foto in een infinity pool, met een kameel of krokodil. Maar wat is er goedkoper dan een opblaaskrokodil? Lukken: „Met opvallende opblaasartikelen kun je ervaringen dichter bij huis in beeld markeren als iets unieks”. Betaalbaar voor iedereen.
De floatie is wereldwijd een miljardenmarkt. .Populair zijn de unicorn, de donut, de roze flamingo. Maar je vindt ze ook als alpaca, ijsje, pinguïn, palmboom, eend, schildpad, waterscooter, vliegtuigboot, kameel, dolfijn, watermeloen et cetera. En zelfs als een opblaasbaar party-eiland met ingebouwde koelbox. De fabrikant kan ze in platte dozen in bulk per container vanuit China verschepen, waardoor ze via sites als Temu en Alibaba nóg goedkoper zijn.
Alleen, zie ze na gebruik maar weer eens in die doos terug te krijgen. En dat is wel een punt, zegt Lukken. Bij sommige stranden vind je inmiddels speciale afvalbakken waar je het opblaasplastic in kwijt kunt, want nadat ze het één keer gebruikt hebben, gooien velen hun floatie weer weg. „Het gaat om gemak, zichtbaarheid. Maar duurzaam is het niet.”