Kabinet verdeeld over brief EU-landen over uitzetten criminelen

Een open brief van negen EU-landen waarin wordt opgeroepen om criminele vreemdelingen makkelijker te kunnen uitzetten, heeft geleid tot onenigheid in het kabinet. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) wilde de brief medeondertekenen, maar de andere partijen in het kabinet en premier Dick Schoof waren het daar niet mee eens.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens maakt het landen te moeilijk om criminele vreemdelingen uit te zetten, stellen de negen landen in de brief die donderdag is gepubliceerd. Bij de interpretatie van het Europese mensenrechtenverdrag beschermt het Hof, zo schrijven ze, te vaak „de verkeerde mensen” en legt het te veel beperkingen op aan landen om zelf te bepalen wie ze uit willen zetten. In de open brief roepen ze op „tot een openhartig gesprek” over de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Op initiatief van premier Mette Frederiksen van Denemarken en premier Giorgia Meloni van Italië kwam de brief tot stand. Oostenrijk, België, Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen en Polen sloten zich hierbij aan. De landen schrijven dat ze beseffen dat ze een gevoelige discussie aanzwengelen door het werk van de Europese rechters en mensenrechten aan de orde te stellen. „Hoewel het ons doel is onze democratieën te beschermen, zullen we waarschijnlijk van het tegenovergestelde worden beschuldigd”, aldus de brief.

Nederland heeft overwogen mee te doen, maar besloot uiteindelijk de brief niet te ondertekenen. PVV-minister Faber zei eerder deze week tegen RTL Nieuws dat ze hoopte dat premier Schoof de brief zou tekenen. „Dat zou mij erg helpen.” Zij zei tegen het ANP dat ze vindt dat de brief aansluit bij het Hoofdlijnenakkoord waarin op het terrein van migratie al wordt gesteld dat het kabinet zich gaat inzetten voor aanpassing van EU-regelgeving en -verdragen. PVV-leider Geert Wilders is boos over het besluit van Schoof. „Ongelooflijk zwak”, stelt hij op X. Schoof zou zijn oren laten hangen naar „naar de rechtsstaatfetisjisten van NSC – minister BZ”. Met dat laatste wijst hij naar NSC-minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken. Een week geleden bleken echter ook de ministers de VVD en BBB bedenkingen tegen de brief te hebben, zeggen ingewijden tegen NRC.

Meerderheid versus individu

Voorafgaand aan de ministerraad van vrijdag sprak Faber van „een gemiste kans”. Premier Schoof zei na afloop dat hij zich grotendeels in de inhoud van de brief kan vinden omdat die oproept tot strenge maatregelen. Maar het gaat volgens hem te ver om de interpretatie van de uitspraken van het Hof ter discussie te stellen. „We gaan dan op de stoel van de rechter zitten en dat moeten we niet doen.” Nederland heeft nog wel bij initiatiefnemers Italië en Denemarken geprobeerd de brief alleen toe te spitsen op de verdragen waarop uitspraken zijn gebaseerd, maar dat vonden zij een te grote afzwakking.

De negen landen schrijven dat het mensenrechtenhof in Straatsburg „de reikwijdte van het Verdrag te ver heeft uitgebreid ten opzichte van de oorspronkelijke bedoelingen”, waardoor de balans tussen de te beschermen belangen is verschoven. Als algemene regel zou de veiligheid van de meerderheid van de burgers, volgens de brief, de voorrang moeten hebben boven andere overwegingen, lees de belangen van individuen.

De landen willen naast het makkelijker uitzetten van criminele vreemdelingen deze ook beter kunnen monitoren en eerder tot uitzetting kunnen overgaan als vijandige staten migranten gebruiken om de EU te destabiliseren. Daarbij lijken ze te doelen op wat bijvoorbeeld Rusland en Wit-Rusland doen, door migranten te helpen die de grens met de EU willen oversteken.

Premier Bart De Wever van België zei donderdag tegen persbureau Belga dat bij Europese leiders de frustratie leeft over de hindernissen die genomen moeten worden bij de aanpak van illegale criminelen. „Dat leidt ook tot heel wat ongenoegen bij de bevolking. Deze brief is een oproep om die problematiek ernstig te nemen en eindelijk daadkracht te tonen.”

Politieke druk

Jasper van Berckel Smit, werkzaam bij de Commissie-Meijers van deskundigen in onder meer internationaal vreemdelingenrecht, ziet de brief vooral als een poging om Europese rechters onder druk te zetten. „In recente zaken over uitzettingen bleek dat het mensenrechtenhof niet altijd ongevoelig is voor politieke druk. Daarom vind ik deze brief problematisch, omdat hiermee de onafhankelijkheid van het Hof kan worden ondermijnd. Aan het huidige beschermingsniveau die het mensenrechtenverdrag biedt, zou niet getornd moeten worden.” Volgens hem proberen de landen op deze manier directe invloed uit te oefenen op de interpretatie van het EVRM, zonder de zeer complexe route te hoeven bewandelen van een wijziging van het mensenrechtenverdrag.

Landen hebben bij uitzettingen vooral te maken met artikel 3 van het EVRM (het absolute verbod op foltering) en artikel 8 (het recht op een gezinsleven). Zo geldt het arrest in de zaak-Saadi uit 2008 als een belangrijke. Italië wilde toen een man die voor terrorisme veroordeeld was in Tunesië uitzetten naar dat land, maar hij vreesde daar gemarteld te worden. Het Hof ging daar in mee en verbood zijn uitzetting.

Als er sprake van artikel 8 maakt het Hof als het goed is altijd een afweging tussen de zwaarte van de delicten en het verlies aan gezinsleven bij uitzetting. Volgens Van Berckel Smit is Denemarken recent een aantal keren teruggefloten op dit punt. Het verbaast hem daarom niet dat de Deense premier het initiatief nam. In 2024 verbood het Hof Denemarken bijvoorbeeld om Irakese burger uit te zetten die zijn hele leven in Denemarken had gewoond en die veroordeeld was voor drugshandel. Dat hij na zijn gevangenisstraf zou worden uitgezet en een zesjarig inreisverbod zou krijgen, vond het Hof een disproportionele inbreuk op zijn recht op privé- en gezinsleven.


Lees ook

Lees ook Nederland zet ‘gewortelde’ kinderen uit, ‘eerste keer sinds afschaffen kinderpardon’

Luchtfoto van het asielzoekerscentrum in Emmen, waar de familie verbleef.