N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spionagedreiging De AIVD waarschuwde voor een „verhoogd spionagerisico” als ambtenaren apps als TikTok gebruiken. Het kabinet adviseert rijksambtenaren daarom om de Chinese app te weren.
Een meerderheid van de Tweede Kamer bleek in februari al voor een Tiktokverbod voor rijksambtenaren.
Foto Remko de Waal/ANP
Het kabinet roept rijksambtenaren op om TikTok van hun werktelefoons te verwijderen. Dat schrijft staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering, D66) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat om alle apps „van bedrijven uit landen met een offensief cyberprogramma tegen Nederland”.
Het is een eerste stap, schrijft Van Huffelen. Later wil het kabinet werktelefoons zo inrichten dat het helemaal niet meer mogelijk is om apps als TikTok erop te zetten. „Ik wil dit beleid zo snel als mogelijk ingericht hebben.”
In een debat in februari bleek een meerderheid van de Tweede Kamer voorstander van een TikTokverbod op werktelefoons van ambtenaren. Van Huffelen vroeg vervolgens advies van inlichtingendienst AIVD, die op zijn beurt waarschuwde voor een „verhoogd spionagerisico” bij gebruik van apps als TikTok.
‘Veiligheid is prioriteit’
Sinds TikTok in november het privacybeleid aanpaste en personeel in China daarmee toegang gaf tot persoonsgegevens van Europese en Britse gebruikers, is de weerstand tegen de app gegroeid. Onder meer de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en België hebben TikTok van overheidstelefoons geweerd. Ook in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden geldt een verbod.
Europees vertegenwoordigers van TikTok zeiden eerder tegen NRC dat veiligheid hun „prioriteit” is. De data van Amerikaanse gebruikers is in handen van het Amerikaanse bedrijf Oracle, en ook de gegevens van Europese gebruikers worden uiteindelijk ondergebracht bij een andere partij.
In het Feyenoord-museum ligt hij in een vitrine te verstoffen. Naast de Europa Cup en de wereldbeker is het ziekenfondsbrilletje van Joop van Daele publiekstrekker in The Home of History. De deze week op 77-jarige leeftijd overleden ‘twaalfde man’ schoot Feyenoord in september 1970 naar een 1-0 overwinning op Estudiantes: de eerste wereldbeker voor een Nederlandse voetbalclub. Koningin Juliana mocht de cup in de Kuip uitreiken.
Nog meer dan de droge knal waarmee de pas ingevallen Van Daele halverwege de tweede helft het winnende doelpunt maakte, staan de verhitte taferelen vlak erna op het netvlies van elke oudere Feyenoordfan. Het brilletje van Van Daele, geschreven door Toon Hermans en gezongen door (Rotterdammer) Luc Lutz, werd een bescheiden hit. Ook producent Johnny Hoes bracht een single uit (Waar is de bril van Van Daele) maar moest die uit de handel halen omdat er copyright op de foto van de voetballer bleek te zitten.
Na die goal niets meer gezien
In het AD gaf Van Daele in 2020 een ooggetuigeverslag van hét incident. „Ik heb na dat doelpunt niets meer gezien. Meteen na de aftrap sneuvelde mijn brilletje. Oscar Pachamé rukte dat ding van mijn hoofd. De scheidsrechter zag het niet. Die Argentijn sprintte weg, ik er achteraan. Pachamé gaf het brilletje vervolgens aan zijn ploeggenoot Oscar Malbernat. Die brak het ding in tweeën.”
Van Daele vervolgde met zijn hoge stemgeluid in plat Rotterdams: „Het was ook een goedkoop ziekenfondsbrilletje met kleine glaasjes die in mijn oogkassen vielen, waardoor ik prima kon koppen. Verzorger Gerard Meijer heeft tevergeefs geprobeerd de boel te repareren met leukoplast. Met mijn gewone bril heb ik de wedstrijd uitgespeeld. Als de bal mijn kant op kwam, nam ik de bril steeds in mijn hand omdat er geen kunststof glazen in zaten.”
Lee Towers-bril
Van Daele zou het jaar erop met contactlenzen gaan spelen, naar zijn zeggen een wereldprimeur. Op straat in Rotterdam liep hij decennialang met een grote ‘Lee Towers-bril’ – overal werd hij herkend en moest hij handtekeningen uitdelen. En dat voor een ‘eeuwige twaalfde man’. Van Daele combineerde het voetballen met een baan als loketbeambte bij de PTT. „Voor de Europa-Cupfinale in Milaan [in mei 1970) moest ik voor eigen rekening drie snipperdagen opnemen.”
Aan (reserve) brillen had hij na zijn zondagsschot tegen Estudiantes geen gebrek, zo vertelde hij tegen het AD. „In een interview met een krantje van de PTT had ik een oproep gedaan. Dat leverde mij 167 brilletjes op. Die had ik uiteindelijk niet nodig, omdat ik van een opticien een paar zachte lenzen cadeau kreeg.”
De grote bedrijven van de aardbol overspoelen ons op dit moment met hun kwartaalcijfers. Bijna elke dag krijgen we daardoor wat meer inzicht in de gevolgen van het heffingenbeleid van de Amerikaanse president Donald Trump.
Extra boeiend is de auto-industrie, die al iets langer blootgesteld is aan heffingen dan andere sectoren. Veel grote namen hebben hun voorspellingen voor 2025 al geschrapt of omlaag bijgesteld als gevolg van heffingen. Vanochtend meldde het Japanse Toyota dat het voor april en mei een kostenpost van 1,25 miljard dollar verwacht als gevolg van het handelsbeleid van Trump. Voor heel 2025 denkt de grootste autobouwer ter wereld (meer dan 350.000 werknemers) 21 procent minder winst te behalen.
De toekomst is erg lastig te voorspellen, benadrukte topman Koji Sato. „Maar op dit moment gelden er heffingen, en die hebben we verwerkt in onze voorspellingen voor dit jaar.” Met andere woorden: de voorspellingen zijn ook maar gebaseerd op de weinige informatie die er nu is.
Toyota is een grote exporteur van auto’s richting de Verenigde Staten. Daar heeft het ook eigen fabrieken, maar niet voldoende om de gehele markt te bedienen. Op auto’s heeft Trump heffingen van 25 procent ingevoerd.
Op de economieredactie maakten we de afgelopen dagen een overzichtsstuk over wat de kwartaalcijfers van bedrijven tot nu toe zeggen over het beleid van Trump. Dat is hier te lezen:
Lees ook
Van Barbie tot Boeing: deze sectoren voelen de ‘Trump-dip’ nu al
Bij Verhalenhuis Belvédère hebben ze een koektrommel. Hij gaat niet al na één koekje dicht, maar staat altijd open. De openstaande trommel symboliseert deze plek in de Rotterdamse wijk Katendrecht waar materieel en immaterieel erfgoed van in principe álle Rotterdammers, waar ze ook vandaan komen en hoelang ze er ook wonen, op een eigen manier wordt verzameld én gedeeld.
Dat gebeurt op verschillende manieren. Buiten luistert een groepje bezoekers naar de inleiding van hun ‘Cabo Verde wandeltour’. Jorge Lizardo, musicus, zanger, schrijver, verteller én zoon van een Kaapverdiaanse zeeman die in 1963 in Nederland kwam, leidt zijn publiek langs de vroegere pensions op Katendrecht waar de eerste Kaapverdianen woonden, en vertelt over de Kaapverdische onafhankelijkheidsstrijd en muziek. Binnen maakt Yin Kohar in de open Volkskeuken een goed gevulde saoto ajam die 12,50 euro kost. Terwijl ze kroepoek erbij bakt, vertelt ze dat ze in de jaren zestig, toen Soeharto anti-Chinese wetten had uitgevaardigd, als Chinees meisje uit Indonesië naar Nederland is gekomen. En onder nog veel meer zijn er ook nog de verhalende lessen op scholen, muziekavonden en een Wederopbouwluistertour in een oude RET-bus.
Rondleiding in 2024 door de expositie ‘TOF Rotterdam, daar zit muziek in!’ door Aaron Lendvai en Kèrèn Vromen, over 400 jaar Joods erfgoed.
Foto Joop Reijngoud
Doel van dit alles? Linda Malherbe, met fotograaf Joop Reijngoud en sociaal geografe Els Desmet de drijvende kracht achter het Verhalenhuis, weet het precies: „Door middel van kunst, cultuur en persoonlijke verhalen zoveel mogelijk mensen en gemeenschappen met elkaar en de stad te verbinden.”
Nederlanderschap
Daarom hangt beneden een levensgrote zwart-witfoto met daarop een groot Chinees gezin, inclusief een witte vrouw. Als herinnering aan de eerste Chinese zeemannen die zich hier vestigden, maar ook aan het feit dat Neeltje Kraaijeveld het Nederlanderschap werd ontnomen toen ze trouwde met Ah Say.
En daarom is op de eerste verdieping niet zomaar een tijdelijke selectie te zien van het grafisch werk van Wally Elenbaas. Had gekund, want de veelzijdige kunstenaar, die in 2006 voor zijn hele oeuvre de erepenning van de stad Rotterdam ontving, heeft tussen 1942 en 2008 in het pand gewoond en gewerkt – samen met zijn vrouw, de fotografe Esther Hartog, die vanwege haar Joodse afkomst op zolder ondergedoken heeft gezeten. Maar bij Verhalenhuis Belvédère pakken ze zo’n tentoonstelling net anders aan. Ze hebben hem laten samenstellen door drie gastconservatoren die met een eigen blik een keuze uit de vele zeefdrukken van Elenbaas hebben gemaakt: de 19-jarige Zeina, geboren in Aleppo en leerlinge op het Grafisch Lyceum, de 55-jarige geboren Kaapverdiaanse Luisa en de 75-jarige theatermaakster Ria, opgegroeid tussen de cafés en prostituees van Katendrecht.
VerhalenDepot met een Chinese theeceremonie door Fenmei Hu.
Foto Linda Malherbe
Begrijp Malherbe goed: in een stad met zoveel nationaliteiten en achtergronden is niet alles ideaal en schuurt het soms. „In deze tijd is dat tussen Palestijnen en Joden, tussen Russen en Oekraïners. Maar wij doen niet aan politiek. Het gaat om de mensen.”
Surinaamse zangvogelvereniging
Het begon allemaal in 2008, toen Malherbe als eigenaresse van een evenementenbureau met Reijngoud in opdracht van de gemeente 155 groepsportretten maakte van bewoners van Rotterdam-Zuid. „We gingen onder meer langs bij de Surinaamse zangvogelvereniging, de jongerenmoskee en de postbodes van Zuid.” Als tijdelijke werkplek hadden ze de benedenverdieping van het huidige pand, dat al sinds 1978 op de nominatie stond om gesloopt te worden. „Door de presentatie van de foto’s kwamen die mensen en werelden met elkaar in contact. Een groep zei: wij willen wel eens voor jullie koken, en toen dachten wij: dan nodigen wij anderen uit. Zo ontstond de Volkskeuken, een programma over eten en ontmoeten. Daaruit is organisch het Verhalenhuis gegroeid.”
Uiteindelijk hebben ze het pand, waarvan de benedenverdieping een geschiedenis als café-restaurant Belvédère, jazzclub, worstelarena, Griekse nachtclub en een vrijwilligersmuseum over Katendrecht heeft gekend, kunnen kopen en redden. „Met hulp van 33 obligatiehouders”, legt Malherbe uit. „In 2013 zijn we opengegaan, terwijl we op de bovenste verdiepingen, waar we onder meer de woning van Elenbaas zoveel mogelijk in oude staat hebben teruggebracht, nog aan het klussen waren.”
Rondleiding over de expositie ‘111 Elenbazen’, door Daria Lysenko.
Foto Linda Malherbe
In de loop der jaren kwamen met de verhalen ook steeds meer voorwerpen mee, vertelt Malherbe. „Zoveel dat enkele gemeenschappen om een permanente plek hiervoor vroegen. Met steun van het Mondriaan Fonds hebben we in het Depot van Boijmans Van Beuningen sinds twee jaar een ruimte kunnen huren die we het Verhalendepot hebben genoemd.”
Bonte verzameling
Ook dit is een bonte verzameling: er staat een blauw-wit bootje dat Kaapverdianen in een jaarlijkse processie ter ere van Johannes de Doper meedragen om bescherming voor de zeelieden te vragen. De zware houten kast van Grarda Pelger herinnert aan het recente verzet van deze inmiddels overleden buurtbewoonster tegen de sloop van haar huis en buurt in de Afrikaanderwijk. In een vitrine liggen briefjes van enkele van de vijftigduizend Rotterdammers die bij de razzia van 1944 voor de Arbeitseinsatz in Duitsland zijn opgepakt. Een jad om de Thora te lezen maakt de verhalen van Joodse families in de stad van nu zichtbaar.
Fotograaf Teun Hocks, in 2022 overleden, heeft hier zijn artistieke nalatenschap, omdat Verhalenhuis Belvédère de laatste jaren van zijn leven een van zijn favoriete plekken was. Op een schilderij van een andere kunstenaar, Dolf Henkes, opgegroeid op Katendrecht, staat het interieur van een van de vroege Chinese restaurants afgebeeld. Eronder liggen opiumpijpen en een uitgebreide verzameling historische suikerzakjes.
Allemaal voorwerpen die extra betekenis hebben gekregen omdat ze een bepaald verhaal over Rotterdammers vertellen.