Kabinet mag gezinshereniging voorlopig niet opschorten, oordeelt Raad van State


Asielbeleid Het oordeel van de Raad van State donderdag is de zoveelste tegenslag voor het juridisch controversiële gezinsherenigingsbeleid van het kabinet.

Een kind houdt een knuffel vast in opvangcentrum Ter Apel in juli van dit jaar. In het asielcomplex is het regelmatig zo druk geweest dat asielzoekers buiten moesten slapen.
Een kind houdt een knuffel vast in opvangcentrum Ter Apel in juli van dit jaar. In het asielcomplex is het regelmatig zo druk geweest dat asielzoekers buiten moesten slapen.

Foto Kees van de Veen

Het kabinet mag gezinshereniging van statushouders niet blijven blokkeren in afwachting van een hoger beroepszaak in januari. Dat heeft de Raad van State donderdag bekendgemaakt. Het is de zoveelste tegenslag voor het juridisch controversiële gezinsherenigingsbeleid van het kabinet.

Om overvolle asielzoekerscentra te ontlasten besloot staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie, VVD) in augustus dat asielzoekers zonder huisvesting hun gezinnen niet mogen laten overkomen naar Nederland tot en met 2023. Eerder deze maand beslisten meerdere lagere rechters dat deze zogenoemde nareisbeperking in strijd is met de Nederlandse vreemdelingenwet, Europese wetgeving én internationaal recht. Volgens een woordvoerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst wachten momenteel rond de duizend gezinsleden door de nareisbeperking met afreizen naar Nederland.

Juridisch grondeloos

Van der Burg legde zich niet neer bij dat besluit, en ging in hoger beroep. Dat beroep dient in januari, ook bij de Raad van State. Tot die tijd wilde Van der Burg de nareisbeperking toch in stand houden door de uitspraak van de rechters te schorsen. De Raad van State heeft nu dus besloten dat het kabinet de uitspraak van de rechters niet tot nader order mag negeren. Gezinshereniging mag plaatsvinden, tenminste tot de uitspraak in de hoger beroepszaak.

Dat de nareismaatregel juridisch problematisch zou kunnen zijn, was van meet af aan helder. De ambtenaren van Van der Burg waarschuwden hem al dat de juridische grondslag van de beperking twijfelachtig is. In eerste instantie besloot een voorzieningenrechter in Haarlem op 5 december dat een Syrische vluchteling haar gezin naar per direct naar Nederland mocht halen. Toch hield Van der Burg vast aan de maatregel. Sindsdien volgden er ook uitspraken van de rechtbanken in Amsterdam, Den Haag, Arnhem en Breda, die allemaal concludeerden dat de maatregel juridisch grondeloos is.