‘Kaartje voor bus, tram en metro wordt opnieuw duurder’

Openbaar vervoer Provinciale bestuurders vrezen dat het openbaar vervoer in hun regio opnieuw duurder wordt. Zij hopen op steun van het Rijk, maar het kabinet weigert vooralsnog meer subsidie voor vervoerders.

Buurtbewoners stappen een bus in op busstation Vlaardingen Oost.
Buurtbewoners stappen een bus in op busstation Vlaardingen Oost. HEDAYATULLAH AMID

Reizigers in het stads- en streekvervoer moeten volgend jaar opnieuw rekening houden met duurdere kaartjes. Ook dreigt de dienstregeling van bussen, trams en metro’s meer te worden beperkt.

Daarvoor waarschuwen de verantwoordelijke bestuurders in de provincies en de vervoersregio’s Amsterdam en Rotterdam/Den Haag. Zij zijn opdrachtgevers van het regionale openbaar vervoer in Nederland. Al langer klagen reizigers over de dalende kwaliteit na de coronacrisis.

Volgens de bestuurders komen de vervoersbedrijven – met wie zij gezamenlijk optrekken – volgend jaar 250 miljoen euro tekort. Dat is ruim 20 procent van hun budget. In 2025 kan dat oplopen tot 300 miljoen euro. Dat komt onder meer doordat reizigers minder gebruikmaken van het ov (kantoorpersoneel werkt vaker vanuit huis), door de hogere inflatie, duurdere energie en gestegen loonkosten.

De bestuurders hopen dat het Rijk opnieuw zal helpen. Woensdag spreken zij met staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA). De kans lijkt echter klein dat het kabinet opnieuw extra geld ter beschikking stelt. Heijnen heeft al eerder gezegd dat zij dat niet wil doen.

Afschaling van de dienstregeling en verhoging van de tarieven zijn dan nog de enige oplossing, aldus de bestuurders. De rek is eruit. Voor 2023, toen de kaartjes gemiddeld 7 procent duurder werden, hebben de regionale opdrachtgevers met kunst- en vliegwerk nog wel ruimte gevonden in hun budgetten om de kosten te dekken.

Zo nam de provincie Noord-Holland de elektrische bussen over van Transdev/Connexxion. Het bedrijf huurt die nu terug. De gemeente Amsterdam en de Vervoerregio staken dit jaar tientallen miljoenen in GVB. Volgend jaar komt de stadsvervoerder echter 8 tot 10 miljoen tekort. Dat leidt vermoedelijk tot inkrimpen van de dienstregeling; metroreizigers moeten bijvoorbeeld vaker overstappen. De provincie Gelderland moet volgend jaar 13 miljoen euro bezuinigen op regionale bussen en treinen.

Beschikbaarheidsvergoeding

Tijdens de pandemie heeft het kabinet het ov overeind gehouden met de zogeheten beschikbaarheidsvergoeding. Dat ging om zo’n 3 miljard euro (voor stads- en streekvervoer en NS). Dit jaar stelde het ministerie eenmalig nog eens 150 miljoen beschikbaar, zodat vervoerders ervoor kunnen zorgen dat meer reizigers het ov weer weten te vinden.

Een woordvoerder van de staatssecretaris herhaalde maandag opnieuw dat die transitievergoeding van 150 miljoen eenmalig was. „We hebben vorig jaar de sector al laten weten dat deze steun alleen voor dit jaar zou gelden.”

Stads- en streekvervoer in Nederland wordt voor ongeveer de helft betaald door de provincies en de vervoers-regio’s Amsterdam en Rotterdam/Den Haag. De andere helft moeten de vervoerders, die een concessie (vervoerscontract) voor een regio hebben, halen uit de kaartverkoop. Die inkomsten zijn gedaald – in sommige regio’s meer dan in andere – nu reizigers meer thuiswerken.

Lees ook deze reportage: De enige bushalte van het Zeeuwse IJzendijke ligt buiten de bewoonde wereld

Bovendien zijn de kosten voor vervoerders fors gestegen. Zij klagen dat zij geen compensatie krijgen voor hogere brandstofprijzen, terwijl automobilisten sinds april 2022 al minder btw betalen op brandstof. Zonder energiecompensatie houden de vervoerders het niet meer vol, zeggen de bestuurders.

De bedrijven in het streekvervoer hebben onlangs ook een nieuwe cao afgesproken met een salarisverhoging van 15 procent. Die verhoging kwam uit de koker van twee bemiddelaars, aangesteld door de staatssecretaris, zeggen de werkgevers. Het kabinet zou volgens hen daarom ook moeten bijdragen aan die loonstijging.

Meer geld in het ov

De Amsterdamse wethouder Melanie van der Horst (Vervoer, D66) hoopt dat de staatssecretaris – en met nadruk ook de rest van het kabinet – toch te vermurwen zullen zijn om meer geld in het ov te steken, bijvoorbeeld in de vorm van een energiecompensatie of een lagere btw voor ov-tickets. Zij verwacht dat de reizigers weliswaar zullen terugkeren in het ov, maar minder snel dan voorspeld.

„Iedereen wil een goed openbaar vervoer”, zegt Van der Horst. „Anders dan bij een dossier als stikstof is hier geen enkele discussie over. Heel veel ambities van het kabinet hebben baat bij een goed ov: de verduurzaming, de bereikbaarheid van nieuwe woningen, het tegengaan van vervoersarmoede. De staatssecretaris heeft laatst zelf gezegd dat het recht op mobiliteit een basisrecht hoort te zijn.”

‘De verdwenen buslijn’ werd rond de provinciale verkiezingen een symbool voor de kloof tussen de stad en het platteland, zegt Van der Horst. „Mark Rutte noemde zelf de verdwenen buslijn, vlak na de verkiezingen. Een goed ov verbindt Nederland. De stad met het platteland, het centrum met de buitenwijken.”