De gearresteerde strafrechtadvocaat Vito Shukrula wordt door het Openbaar Ministerie tegengewerkt bij het overdragen van zijn praktijk aan twee collega’s. Op last van het OM heeft de penitentiaire inrichting waar Shukrula verblijft de toegang tot de nummers van deze advocaten geblokkeerd.
Per brief is het OM gesommeerd door de raadsman van Shukrula, Nico Meijering, om die blokkade op te heffen, omdat daarmee overleg over vertrouwelijke cliëntendossiers onmogelijk is geworden. Shukrula stapt naar de rechter indien het OM dat weigert. Meijering bevestigt dat een sommatiebrief is gestuurd, maar onthoudt zich verder van commentaar.
Na de arrestatie is Shukrula door de Nederlandse Orde van Advocaten – de toezichthouder op de advocatuur – geschorst in afwachting van het verloop van het onderzoek. Zolang dat boven de markt hangt, kan en mag hij niet werken als advocaat en moeten andere advocaten lopende dossiers overnemen.
Shukrula, die zelfstandig een kantoor runt, heeft Carlo Crince le Roy en Sultan Kat bereid gevonden om dat werk op zich te nemen. En daar heeft het OM naar het lijkt moeite mee. Het OM zou het contact tussen Shukrula en deze twee advocaten willen afluisteren.
Ook Kat heeft een sommatiebrief verstuurd en wacht de reactie van het OM af voordat ze verder commentaar geeft.
Lees ook
Aangehouden advocaat van Taghi snapt de straat. Dat trekt een bepaalde clientèle aan
Ontkennen
Vito Shukrula werd begin april vastgezet op verdenking van lidmaatschap van de criminele organisatie van zijn toenmalige cliënt Ridouan Taghi. Shukrula zou informatie van Taghi de Extra Beveiligde Inrichting in Vught uit hebben gesmokkeld. Een beschuldiging die zowel Shukrula als Taghi ontkent.
Shukrula verdedigde Taghi sinds november vorig jaar samen met de advocaten Crince le Roy en Kat, dezelfde raadslieden aan wie Shukrula andere klanten wil overdragen. In tegenstelling tot Shukrula werden Crince le Roy en Kat niet in staat van beschuldiging gesteld.
Shukrula kan nu alleen met collega’s overleggen via telefoonnummers die kunnen worden afgeluisterd
Toch vindt het OM dat Shukrula niet vertrouwelijk mag overleggen met zijn collega-advocaten. Alle strafrechtadvocaten in Nederland kunnen enkele telefoonnummers doorgeven die niet mogen worden afgeluisterd, in verband met het recht op vertrouwelijk contact met een advocaat. Zijn collega’s kan Shukrula op die nummers echter niet meer bereiken.
Praktisch gesproken kan Shukrula alleen nog met zijn collega’s overleggen via telefoonnummers die wel kunnen worden afgeluisterd. Of Crince le Roy en Kat moeten op regulier bezoek gaan in de gevangenis. Daar moeten ze dan in aanwezigheid van andere gedetineerden en hun bezoek vertrouwelijke dossiers bespreken. Of dat mag is de vraag. En vertrouwelijk overleg is onder die omstandigheden zeer lastig.
Zorgplicht
Voor Shukrula geldt ondanks de schorsing nog altijd een geheimhoudingsplicht, evenals voor Crince le Roy en Kat. Schending kan leiden tot sancties van de Orde van Advocaten.
Tegelijkertijd is het niet overdragen van cliëntendossiers ook een probleem. Advocaten hebben een zorgplicht en dat betekent dat ze verantwoordelijk dragen voor een ordentelijke afhandeling van strafzaken. Met zijn sommatie maakt Shukrula duidelijk dat dat onmogelijk is gemaakt door het OM.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
De foto’s na afloop van het ministerieel onderhoud in New Delhi ademen diplomatieke beleefdheid. Minister Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) overhandigt zijn Indiase ambtgenoot Rajnath Singh een bord, zo te zien Delfts blauw. Volgens het persbericht van Defensie laat de ontmoeting, in maart tijdens een veiligheidsconferentie, zien dat „Nederland een bijdrage wil leveren aan veiligheid en stabiliteit in de Indo-Pacific”. Waarna een citaat volgt van Brekelmans: „Bij alle geopolitieke grimmigheid is het belangrijk de banden met ‘ongebonden’ India te versterken.”
Tussen alle beleefdheden bleef één gevoelig onderwerp onbesproken. Vrijwel meteen na de ontmoeting vond het echter via ‘bronnen’ een weg naar Indiase media. Het betrof de verkoop van militaire goederen door Nederland aan Pakistan: India’s aartsvijand. Volgens India helpt Nederland met die wapenexporten een land dat zich schuldig maakt aan terrorisme.
Nederland brengt zowel de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar
Ook heeft Pakistan volgens New Delhi banden met terroristische organisaties, bijvoorbeeld in Kasjmir, de betwiste regio die al decennialang voor spanningen en conflicten zorgt veroorzaakt tussen beide landen. In april laaide tien dagen het conflict op na een aanslag van moslim-extremisten in een toeristenoord in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Daarbij kwamen 26 mensen om het leven. Ook dat was het werk van Pakistan, aldus New Delhi.
„Bewapen ‘terrorisme-sponsor’ Pakistan niet, vraagt India aan Nederland”, kopte de The Times of India op 19 maart. Nederland zou volgens defensieminister Rajnath Singh Pakistan „toerusten met technologie en defensiematerieel” waarmee het land zowel „de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar brengt”. Toen NRC navraag deed in zowel New Delhi als Den Haag, wilden Buitenlandse Zaken en Defensie in Den Haag hierover alleen het volgende kwijt: „We doen geen uitspraken over de inhoud van diplomatieke gesprekken met andere landen.” Ontkend werden de berichten niet.
Lees ook
Met het staakt-het-vuren zijn India en Pakistan terug bij de status quo. En dat is geen vrede
Legeroefeningen
Nederland kan het door de Indiase media gerapporteerde verzoek van Singh niet zomaar negeren. Den Haag wil heel graag de politieke en economische banden met India – zelfverklaard aanvoerder van het mondiale Zuiden – aanhalen. Er wordt gewerkt aan een ‘strategisch partnerschap’, dat moet leiden tot samenwerkingen op allerlei gebieden. Inmiddels wordt onder meer voorzichtig overlegd over gezamenlijke legeroefeningen.
Uitgerekend deze week zou over het partnerschap worden gesproken, tijdens het staatsbezoek van India’s premier Narendra Modi, inclusief staatsbanket met koning Willem-Alexander. Maar de nieuwste fase in het conflict rond Kasjmir gooide roet in het eten: Modi zegde het bezoek af. In plaats daarvan kwam de minister van Buitenlandse Zaken, Subrahmanyam Jaishankar, twee dagen naar Den Haag.
De berichten over Singhs verzoek aan Brekelmans om niet langer wapens naar Pakistan te exporteren, vestigen de aandacht op een voor Nederland ongemakkelijk onderwerp: de gegroeide militaire handel met Islamabad. Decennialang was Pakistan voor Den Haag een paria. Sinds het in de jaren tachtig met behulp van gestolen nucleaire technologie uit Nederland een atoombom bouwde, gold een wapenembargo. Dat veranderde stukje bij beetje de afgelopen tien jaar. Pakistan kroop uit zijn isolement.
Zo hielp Pakistans marine bijvoorbeeld Europese landen om piraten te weren die de (Nederlandse) koopvaardij bedreigen in de Golf van Aden.
Piek
Ook op andere vlakken groeide de samenwerking. In de periode 2020-2024 steeg Nederland in de rangorde van wapenleveranciers aan Pakistan. China voert die lijst weliswaar aan met meer dan 80 tachtig procent van alle leveranties van wapens (vliegtuigen, tanks, et cetera) en technologie. Nederland is echter een opvallende tweede met gemiddeld meer dan 5 procent en een piek in 2024, zo blijkt uit recente cijfers van onderzoekscentrum Sipri in Stockholm. De groei staat in contrast met de min of meer gelijkblijvende wapenhandel van Nederland met India. De lijst van wapenleveranciers daar wordt volledig gedomineerd door grote landen als de VS, Rusland en Frankrijk, aangevuld met Israël.
De militaire handel met Pakistan ging door na het aantreden van het kabinet-Schoof, vorig jaar juli. Nederland leeft „absoluut” de Europese afspraken voor wapenhandel na. Daarbij zijn er „voor Pakistan significant meer afwijzingen in vergelijking tot India”, zo benadrukte minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse zaken, NSC) tegenover Indiase journalisten tijdens een recent bezoek aan New Delhi. Dat verschil blijkt ook uit cijfers (begin 2004-maart 2025) die zijn eigen ministerie verstrekte op verzoek van NRC. Wel is het aantal toegekende vergunningen vanaf 2004 hoger dan het aantal weigeringen voor Pakistan. Sinds juli vorig jaar waren er helemaal geen weigeringen.
Dat de wapenhandel onder het kabinet-Schoof doorging, is opmerkelijk. „Geen verkoop wapens aan islamitische landen”, stelde de PVV, nu de grootste coalitiepartij, toen nog vanuit de oppositie.
De twee patrouilleschepen van Damen zijn toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren
Het was een standpunt dat PVV-Kamerlid Raymond de Roon actief uitdroeg tijdens behandelingen van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Handel. Zowel partijleider Wilders, die vanuit Pakistan meermaals werd bedreigd vanwege zijn anti-islamstandpunt, als Van Roon stelden juni vorig jaar kritische vragen aan het kabinet. „Waarom gaat Nederland de banden aanhalen met een land waarvandaan dagelijks doodsbedreigingen worden afgevuurd op een Nederlandse volksvertegenwoordiger?”, luidde de eerste vraag.
De minister die sinds juli vorig jaar moet beslissen over de exportvergunningen voor wapenleveranties, is van PVV-huize. Reinette Klever (Buitenlandse Handel) heeft islamitische landen niet in de ban gedaan. Koploper is Golfstaat Qatar met de afname van pantservoertuigen (ter waarde van 2 miljoen euro) en radartechnologie (3 miljoen). Oman bestelde delen voor helikopters ter waarde van 1 miljoen.
De PNS Yamama 274 van de Pakistaanse marine tijdens een oefening georganiseerd door de Turkse marine.
Foto Sabri Kesen / Anadolu via Getty Images
Uitlaatgassystemen
Wat kocht Pakistan de laatste vijf jaar van Nederland waarover de Indiase defensieminister Singh zich zorgen maakt? In de excelbestanden van Buza duikt Pakistan sinds 2020 enkele keren op. Qua grotere orders gaat het om marineschepen en hieraan gekoppelde radartechnologie. Scheepsbouwer Damen leverde in totaal vier 100 meter lange patrouilleschepen voor de Pakistaanse marine, twee in 2020, en nog eens twee vanaf 2022. Daarna volgden orders die uit de levering van de militaire vaartuigen voortvloeien, zoals ‘watergekoelde uitlaatgassystemen voor patrouillevaartuigen’, geplaatst op 22 augustus vorig jaar.
Als gevolg van de – toen nog – grootscheepse bezuinigingen op de krijgsmacht deed Nederland in 2021 twee oude mijnenvegers van de hand. Voor een appel en een ei kocht Pakistan de Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Middelburg: maximaal 75.000 euro. aldus het overzicht. Marine-kenner Jaime Karremann verklaart het lage bedrag uit de onbruikbaarheid van de oude schepen. „Het ging waarschijnlijk niet om de schepen zelf maar alleen om nog bruikbare onderdelen”, zegt hij. „Die konden betrekkelijk eenvoudig worden overgezet naar andere mijnenvegers waarover Pakistan al beschikte.”
De wapenleveranties aan Pakistan doorstonden de gebruikelijke toetsen die Buitenlandse Zaken in Europees verband hanteert (worden ze gebruikt om mensenrechten te schenden, vergroten ze de spanningen in de regio, worden ze defensief of offensief gebruikt?). Bijzondere aandacht bij de toetsing is er voor Kasjmir. Zo schreef toenmalig minister van Buitenlandse Handel Sigrid Kaag (D66) in 2020 over de export van de twee patrouilleschepen van Damen: „Pakistan is verwikkeld in een territoriaal conflict met India over de regio Kasjmir. Ook kent Pakistan een ingewikkelde relatie met buurland Afghanistan. Beide regio’s zijn echter landlocked, waardoor de eindgebruiker van deze transactie, de Pakistaanse marine, geen rol speelt in deze regio’s.” De bestaande machtsbalans tussen Pakistan en India „wordt niet verstoord”, aldus Kaag in oktober 2020. Daar denkt de Indiase defensieminister Singh dus anders over.
De vraag is hoelang de benadering van Buitenlandse Zaken, zoals destijds verwoord door Kaag, is vol te houden, zegt wapenexport-deskundige Frank Slijper van vredesorganisatie Pax. Hij volgt het beleid van Nederland sinds jaar en dag kritisch. Tijdens de meest recente escalatie „zag je dat het conflict in Kasjmir niet beperkt blijft tot deze regio, maar trekken krijgt van een bredere krachtmeting”, zegt hij. „De marine van beide landen, waarbij die van India overigens vele malen groter en krachtiger is, speelt daar ook een rol in. Bovendien zijn de twee patrouilleschepen van Damen toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren.” De schepen hebben faciliteiten voor snelvuurkanonnen en het afvuren van lichte raketten.
Lees ook
Wat betekent het vervolgen van Damen voor de Nederlandse defensie-industrie? En drie andere vragen
Vliegdekschip
De exportspecialist van Pax stuurt een bericht van een Amerikaanse militaire website door, over de spanningen tussen India en Pakistan. Het Indiaas opperbevel zou tijdens de laatste korte, beperkte oorlog met Pakistan, een grote marine-eenheid inclusief vliegdekschip naar het noorden van de Arabische Zee hebben gedirigeerd. Dat was dicht bij Pakistan, maar ver weg (1.500 kilometer) van Kasjmir. De marine-actie was op touw gezet „om Pakistan af te schrikken”, aldus het bericht. Het past in een nieuwe doctrine van India, schreef het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy op 13 mei. Dat komt met het nodige spierballenvertoon van de Indiase leider Modi, om Pakistan als ‘exporteur van terrorisme’ te intimideren.
Het onderscheid dat Nederland hanteert bij wapenverkopen tussen defensief en offensief gebruik, noemt Slijper, „kunstmatig”. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de radarapparatuur die aan Pakistan is geleverd, „zeer waarschijnlijk afkomstig van Thales in Hengelo” , zegt Slijper op basis van gegevens van het eerder genoemde Sipri in Stockholm. „Die radar kan meestal zowel voor defensieve, verkennende, als offensieve taken worden gebruikt om een aanvalsdoel te vinden.” Slijper zegt overigens geen aanwijzingen te hebben dat deze radartechnologieën een rol hebben gespeeld in het meest recente gewapend conflict.
Hoe ziet de toekomst van de wapenhandel met Pakistan eruit na de jongste gewelddadigheden in en om Kasjmir, in het licht van het strategisch partnerschap met India én weerstand bij de PVV? Aan scheepsbouwer Damen en de militaire machthebbers in Pakistan zal het niet liggen: zij zijn enthousiast en hopen op meer. Een woordvoerder van Damen zegt overigens dat er niets concreets aan nieuwe leveringen op stapel staat.
De vraag is wat er van de wensen van Damen en de Pakistaanse marine terechtkomt na de geuite zorgen van India tegenover Brekelmans. Die geven de toetsing van nieuwe exportaanvragen naar Pakistan hoe dan ook een extra lading. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken en Defensie wil daar niet op vooruitlopen. Wel zegt ze: „Bij de behandeling van aanvragen worden de recente ontwikkelingen in de relatie tussen Pakistan en India meegewogen.”
Lees ook
Feitelijke Pakistaanse machthebber vindt dat moslims in Indiase deel van Kasjmir bij Pakistan horen
De gearresteerde strafrechtadvocaat Vito Shukrula wordt door het Openbaar Ministerie tegengewerkt bij het overdragen van zijn praktijk aan twee collega’s. Op last van het OM heeft de penitentiaire inrichting waar Shukrula verblijft de toegang tot de nummers van deze advocaten geblokkeerd.
Per brief is het OM gesommeerd door de raadsman van Shukrula, Nico Meijering, om die blokkade op te heffen, omdat daarmee overleg over vertrouwelijke cliëntendossiers onmogelijk is geworden. Shukrula stapt naar de rechter indien het OM dat weigert. Meijering bevestigt dat een sommatiebrief is gestuurd, maar onthoudt zich verder van commentaar.
Na de arrestatie is Shukrula door de Nederlandse Orde van Advocaten – de toezichthouder op de advocatuur – geschorst in afwachting van het verloop van het onderzoek. Zolang dat boven de markt hangt, kan en mag hij niet werken als advocaat en moeten andere advocaten lopende dossiers overnemen.
Shukrula, die zelfstandig een kantoor runt, heeft Carlo Crince le Roy en Sultan Kat bereid gevonden om dat werk op zich te nemen. En daar heeft het OM naar het lijkt moeite mee. Het OM zou het contact tussen Shukrula en deze twee advocaten willen afluisteren.
Ook Kat heeft een sommatiebrief verstuurd en wacht de reactie van het OM af voordat ze verder commentaar geeft.
Lees ook
Aangehouden advocaat van Taghi snapt de straat. Dat trekt een bepaalde clientèle aan
Ontkennen
Vito Shukrula werd begin april vastgezet op verdenking van lidmaatschap van de criminele organisatie van zijn toenmalige cliënt Ridouan Taghi. Shukrula zou informatie van Taghi de Extra Beveiligde Inrichting in Vught uit hebben gesmokkeld. Een beschuldiging die zowel Shukrula als Taghi ontkent.
Shukrula verdedigde Taghi sinds november vorig jaar samen met de advocaten Crince le Roy en Kat, dezelfde raadslieden aan wie Shukrula andere klanten wil overdragen. In tegenstelling tot Shukrula werden Crince le Roy en Kat niet in staat van beschuldiging gesteld.
Shukrula kan nu alleen met collega’s overleggen via telefoonnummers die kunnen worden afgeluisterd
Toch vindt het OM dat Shukrula niet vertrouwelijk mag overleggen met zijn collega-advocaten. Alle strafrechtadvocaten in Nederland kunnen enkele telefoonnummers doorgeven die niet mogen worden afgeluisterd, in verband met het recht op vertrouwelijk contact met een advocaat. Zijn collega’s kan Shukrula op die nummers echter niet meer bereiken.
Praktisch gesproken kan Shukrula alleen nog met zijn collega’s overleggen via telefoonnummers die wel kunnen worden afgeluisterd. Of Crince le Roy en Kat moeten op regulier bezoek gaan in de gevangenis. Daar moeten ze dan in aanwezigheid van andere gedetineerden en hun bezoek vertrouwelijke dossiers bespreken. Of dat mag is de vraag. En vertrouwelijk overleg is onder die omstandigheden zeer lastig.
Zorgplicht
Voor Shukrula geldt ondanks de schorsing nog altijd een geheimhoudingsplicht, evenals voor Crince le Roy en Kat. Schending kan leiden tot sancties van de Orde van Advocaten.
Tegelijkertijd is het niet overdragen van cliëntendossiers ook een probleem. Advocaten hebben een zorgplicht en dat betekent dat ze verantwoordelijk dragen voor een ordentelijke afhandeling van strafzaken. Met zijn sommatie maakt Shukrula duidelijk dat dat onmogelijk is gemaakt door het OM.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
Minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) is berispt omdat ze de publicatie van uitstootgegevens van veehouders vertraagt. Ze krijgt deze tik op de vingers van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI). Wiersma wil de gegevens pas openbaar maken wanneer alle zestigduizend veehouders een brief hebben gekregen over hoe publicatie aan te vechten.
Volgens het ACOI is dat een „langdurige en kostbare” procedure, die „onnodig” is en „een verkeerde indruk” wekt: boeren zouden het idee kunnen krijgen dat ze publicatie van de gegevens kunnen tegenhouden, terwijl daar wettelijk geen ruimte voor bestaat. Wiersma moet daarom afzien van deze procedure, adviseert het ACOI in een maandag gepubliceerd advies. De minister moet dit advies meenemen in verdere besluiten.
Minister Wiersma gaat het advies bestuderen, laat haar woordvoerder weten. Ze benadrukt dat ze zich aan de wet wil houden, maar ook dat boeren „goed en tijdig individueel” geïnformeerd moeten worden om „bijvoorbeeld” de openbaarmaking aan te vechten.
Alle boeren per brief inlichten en hun klachten verwerken, zou volgens de woordvoerder tussen de zes en acht maanden duren en tussen de 5 en 14 miljoen euro kosten, afhankelijk van het aantal klachten.
Lees ook
Femke Wiersma ging altijd vol voor boerenbelangen. Kan ze ook politiek laveren?
Vastgelopen
Aanleiding voor het advies is een vastgelopen Woo-procedure – de Wet open overheid – waarin journalisten van Follow the Money, Omroep Gelderland en NRC vragen de uitstootgegevens van veehouders te openbaren. Op basis daarvan is onder meer de effectiviteit van het stikstofbeleid te berekenen. Deze verzoeken werden in december 2022 ingediend. De gegevens werden vooralsnog niet openbaar gemaakt. Ook andere omvangrijke Woo-verzoeken van onder meer Wakker Dier en milieubeweging MOB werden stilgelegd.
Minister Wiersma liet haar invloed in deze procedures al eerder gelden. Onder haar voorganger Piet Adema (ChristenUnie) werd besloten de gegevens openbaar te maken. Dat besluit vochten boerenbelangenorganisaties Farmers Defence Force en de Melkveehouders Vakbond aan bij de rechtbank. Voor de rechtbank uitspraak kon doen, trok de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die de gegevens beheert, het besluit in om die te openbaren. Dat gebeurde in januari na een ingreep van Wiersma, die een halfjaar daarvoor was aangetreden als minister.
Alle boeren per brief inlichten en hun klachten verwerken, duurt tussen de zes en acht maanden en kost tussen de 5 en 14 miljoen euro
Wiersma vindt dat de procedure waarin veehouders de publicatie van gegevens konden aanvechten, onvoldoende zorgvuldig. Het besluit is aangekondigd in de Staatscourant, zoals gebruikelijk is bij verzoeken waarbij veel partijen betrokken zijn. Drieduizend boeren tekenden protest aan tegen het besluit. Wiersma denkt dat veehouders het besluit gemist kunnen hebben en wil daarom alle boeren individueel aanschrijven.
De minister erkent dat het hoogstwaarschijnlijk niets verandert aan de uitkomst: de gegevens moeten openbaar worden gemaakt. In een internationaal verdrag is afgesproken uitstootgegevens altijd te openbaren, onder meer om omwonenden goed te informeren over mogelijke gezondheidsrisico’s.
Tijdrovend
Boeren individueel aanschrijven is daarom onnodig, schrijft het ACOI. En in tegenspraak met „behoorlijk bestuur en zorgvuldige besluitvorming”, stelt het adviescollege, omdat boeren onterecht de indruk kunnen krijgen dat publicatie van de gegevens is te voorkomen. Het ACOI dringt er bij de minister „hopelijk ten overvloede” op aan om de „wet- en regelgeving op zorgvuldige en behoorlijke wijze uit te voeren”.
Boeren moeten wel de gelegenheid krijgen om publicatie van hun gegevens bij de rechter aan te vechten, stelt het ACOI. Het raadt de minister ook aan de gegevens zelf ieder jaar actief openbaar te maken, om tijdrovende procedures te voorkomen.
Boerenbelangenorganisatie menen dat de publicatie van adresgegevens zorgt voor meer onveiligheid op het boerenerf. De LTO pleit al langer voor aanpassing van de Woo. Ook BBB wil deze wet aanpassen. Woensdag debatteert de Tweede Kamer daarover op verzoek van fractievoorzitter Caroline van der Plas.