Jury Prix Goncourt kiest voor een roman vol amusement en avontuur op hoog niveau

Er moet flink zijn gebakkeleid, tijdens de laatste vergadering van de juryleden van de Académie Goncourt. Maar liefst veertien stemronden waren er nodig voordat er een winnaar was, waarbij uiteindelijk de stem van de voorzitter de doorslag gaf. Die voorzitter, Didier Decoin, zei dat hij gevallen was voor de romaneske charme van Veiller sur elle, van Jean-Baptiste Andrea. Hij was niet de enige, want diens pageturner is al ruim 100.000 keer verkocht nadat het boek in augustus de prix Fnac kreeg. Daarmee koos de jury van Frankrijks meest prestigieuze prijs voor een boek dat de lezer heerlijk amusement en avontuur van hoog niveau biedt.

In wezen voerde de jury een discussie over de keuze tussen een populair boek, met andere woorden een lekker leesboek voor een groot publiek, en een hoogliteraire, vernieuwende roman. Het was Veiller sur elle van Jean-Baptiste Andrea versus Sarah, Susanne et l’écrivain van Éric Reinhardt.

De winnaar volgt in de voetsporen van Alexandre Dumas, Hector Malot en Charles Dickens en neemt ons mee in een spannend levensverhaal van de fictieve beeldhouwer Michelangelo Vitaliani, tegen de achtergrond van een eeuw Italiaanse geschiedenis. Het is een verhaal over een kleine man die voor een dubbeltje geboren wordt, en toch een kwartje weet te worden – mede dankzij zijn geheime vriendschap met de bijzondere dochter van de machtige familie Orsini.

Deze Viola heeft maar één wens: te kunnen vliegen. Maar de mores schrijven voor dat ze wordt uitgehuwelijkt. Intussen werkt de jonge beeldhouwer in ateliers in Rome en Florence, waar hij wordt gekleineerd en bespot. Uiteraard toont hij doorzettingsvermogen en veerkracht, en zweert hij wraak te nemen. Hij wordt een gevierd architect, sleept opdrachten binnen van het Vaticaan, van vele machtige families in Italië – of ze nu sympathiseren met Mussolini of niet. Een van zijn piëta’s, de piëta Orsini, roept bij bezoekers ongemakkelijke gevoelens op – er is iets mee. Maar wat? Dat onthult de oude beeldhouwer op zijn sterfbed, in de nabijheid van zijn geliefde piëta – over haar waakt hij, al veertig jaar lang.

Net als de in 2013 met de prix Goncourt bekroonde roman van Pierre Lemaitre (Tot ziens daarboven) biedt Veiller sur elle veel van wat je in sombere tijden van een fijn leesboek verlangt: ontsnapping aan het dagelijkse oorlogsnieuws, een lach en een traan, een raadselachtig kunstwerk dat tot bespiegeling uitnodigt, een liefdesverhaal met obstakels, een mysterie, en dat alles filmisch en met vaart opgeschreven. Literair gehalte, bijzonder taalgebruik, hedendaagse thematiek, vormvernieuwing – het is van minder belang.

Huwelijkse voorwaarden

Laten die elementen nu aanwezig zijn in de roman die op nummer twee belandde. Sarah, Susanne et l’écrivain begint met een dialoog tussen de schrijver, l’écrivain, en een vrouw die hem haar verhaal vertelt, Sarah. De schrijver zal haar verhaal verwerken in een roman en geeft zijn hoofdpersoon, het alter ego van Sarah, de naam Susanne. Samen bespreken ze zo de roman in wording – een originele, op waarheid gebaseerde vorm, die je als lezer een kijkje in de literaire keuken biedt. Je ziet voor je ogen hoe een schrijver van werkelijkheid fictie maakt, welke keuzes hij maakt en waarom.

Het verhaal van Sarah (en dus van Susanne) is er een van ‘emprise’, machtsmisbruik en manipulatie binnen het huwelijk: het fenomeen van ‘in de greep zijn van’, zodanig dat je ‘onteigend’ wordt, zoals de tweede betekenis van ‘emprise’ luidt. Sarah, architect van beroep, wordt in een moeilijke periode nauwelijks gesteund door haar man. Ze ontdekt dat de huwelijkse voorwaarden die ze ooit afsloten haar man bevoordelen en haar, bij een eventuele scheiding, berooid zouden achterlaten. Hij weigert dit bij de notaris te laten rechtzetten. Ze vertrekt. Tijdelijk, denkt ze. Maar het loopt anders. Hij zwijgt haar dood, en de lezer is getuige van haar afdaling in de hel. Hij komt uit een rijke familie, is koel, trots en berekenend.

Zij komt uit een bescheiden milieu, is artistiek en emotioneel. Hij perst haar uit en af, manipuleert, drijft haar tot waanzin, waardoor ze – dom, dom – blind documenten ondertekent, zonder over de consequenties na te denken.

Reinhardt (1965) is een genuanceerde auteur en slaagt erin je mee te nemen in alle kronkelingen van de ellende.


Lees ook
Camille Kouchner: ‘Het is onrechtvaardig dat moeders altijd de schuld krijgen’

Camille Kouchner

Hij speelt met de vorm, laat je verdwijnen in een schilderij, roept beelden op die je niet meer vergeet (de verbannen Susanne ’s nachts in de tuin van haar huis, kijkend naar haar kinderen die binnen zitten). En toch. Hoezeer Reinhardt je ook meeneemt in zijn emotionele rollercoaster – het beeld van man (dominant en machtig) en vrouw (artistiek, emotioneel en een beetje dom) is zo traditioneel en clichématig, dat je als lezer de neiging krijgt eens een hartig woordje met Sarah/Susanne te gaan spreken.

Stiefvader

Ook de kloeke boeken die op nummer drie en vier van de shortlist belandden zijn de moeite van het lezen waard. Het indrukwekkende Triste tigre van Neige Sinno (1977), dat onder andere bekroond werd met de Prix Femina. Het is een autobiografisch récit, waarin de auteur indringend en ontroerend beschrijft hoe ze vanaf haar zevende jarenlang door haar stiefvader werd misbruikt. Ze zet daarmee de lijn door die door Vanessa Springora, Christine Angot en Camille Kouchner werd ingezet. Triste tigre zit vol literaire interpretaties en verwijzingen (Carrère, Nabokov, Woolf) en vertelt hoe misbruik een heel leven tekent – intens en schokkend, niet in het minst omdat het zo feitelijk is geschreven.

Humus van Gaspard Koenig (1982), ten slotte, gaat over twee idealistische agronomen die na hun afstuderen hun leven wijden aan regenwormen, dé toepassing, menen ze, om landbouwgrond te ontgiften en nieuw leven in te blazen. Als de wereld verandert, verandert de literatuur. In Frankrijk hebben jongeren sinds de pandemie veel kleine, ecologische landbouwinitiatieven ontwikkeld.

Dus verlaten ook in de letteren jonge mensen Parijs om ergens à la campagne, in harmonie met de natuur, een nieuw leven op te bouwen. Koenig neemt ons mee op die idealistische, antikapitalistische weg, in de voetsporen van ‘Extinction Revolution’ – met desillusie, dramatische en gewelddadige gevolgen en een explosieve ontknoping.

Wie daarvan moet bijkomen, leze de winnaar van de prix Goncourt 2023.