Julianakanaal moet acht maanden dicht, en dat heeft grote gevolgen voor de logistieke sector in Limburg

Het Julianakanaal in Limburg, een belangrijke route voor de binnenvaart in Nederland, gaat maanden dicht. Sluiting is de enige manier om het kanaal veilig te kunnen herstellen na een ongeluk in februari vorig jaar en een aantal incidenten die daarop volgden.

Dat schrijft demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Ook de betrokken brancheorganisaties voor de binnenvaart en de logistiek zijn ingelicht. De stremming begint vermoedelijk in oktober en duurt tot april of mei volgend jaar. Voor bepaalde typen schepen geldt nu al een verbod.

De afsluiting heeft grote gevolgen voor de logistieke sector in Limburg. Het Julianakanaal – dat naast de Maas loopt – is een van de belangrijkste vaarroutes tussen de haven van Rotterdam en België en Frankrijk. De binnenvaarthaven in Stein, aan het Julianakanaal, heeft een grote rol in het regionale goederenvervoer.

Misgelopen werkzaamheden aan het Julianakanaal zijn de oorzaak van de stremming. Ruim een jaar geleden vond een ongeluk plaats tijdens werk aan het kanaal ter hoogte van de Limburgse plaatsen Berg en Obbicht, tussen Roermond en Maastricht. In opdracht van Rijkswaterstaat wordt daar gewerkt aan de verbreding van het kanaal. De vaarweg moet toegankelijk worden voor grotere schepen.

Om het Julianakanaal te verbreden was bij Berg-Obbicht midden in het kanaal een damwand geplaatst. Die deelde het kanaal ter plaatse in tweeën. De ene helft werd voor 750 meter afgedamd en drooggelegd; daar werd gewerkt aan een nieuwe oever. De andere helft van het kanaal was beschikbaar als versmalde vaarroute.

Op 23 februari vorig jaar is de damwand opengeklapt en is de drooggelegde bouwkuip volgelopen met water. Een kleine maand later was de calamiteit weliswaar hersteld, maar sinds september 2023 hebben acht (bijna-)ongelukken in de versmalde vaarweg plaatsgehad.

Voor de veiligheid van de bouwers en de scheepvaart zijn volgens minister Harbers drastische maatregelen nodig en moet het kanaal over vier kilometer geheel worden afgesloten. „Het niet droogleggen van het kanaal is vanuit veiligheid een no-go”, schrijft de minister in de brief aan de Kamer. „Ook de betrokken aannemers hebben aangegeven dat uitvoering ‘in den natte’ niet uitvoerbaar is.”

Grote weerstand

De weerstand van belanghebbenden is groot, meldt Harbers aan de Kamer. De logistieke sector heeft meermaals grote zorgen geuit over de forse impact op de bedrijfsvoering bij het volledig stremmen van het kanaal. „Het Julianakanaal is enorm belangrijk voor de logistiek in Limburg”, zegt een woordvoerder van branchevereniging Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN). „Stremming van het kanaal is onacceptabel.”

Het Limburgse bedrijfsleven is zeer bezorgd over de stremming van het Julianakanaal, reageert Huub Narinx van de Limburgse Werkgeversvereniging. „De impact is enorm voor de regio.”

Hoe groot de schade voor betrokken bedrijven zal zijn, wordt op dit moment onderzocht. Rijkswaterstaat laat daarvoor een zogenoemde ‘impactanalyse’ uitvoeren. Harbers schrijft al dat belanghebbenden de schade willen verhalen op Rijkswaterstaat. Hiervoor geldt volgens de minister de regeling Nadeelcompensatie. De KBN-woordvoerder verwacht daar weinig van. Bij een eerder incident met een gestremde sluis kregen binnenvaartschippers hun schade niet gecompenseerd.

Als het Julianakanaal is afgesloten moeten schippers omvaren via de Maas of via België. Op die omvaarroute ligt keersluis Limmel, even ten noorden van Maastricht. Dat is een kwetsbaar punt, blijkt uit de brief van Harbers. Wanneer de keersluis vanwege hoog water, storingen of incidenten zou worden gesloten, worden bedrijven aan het kanaal (haven Stein) onbereikbaar en is er geen alternatieve route mogelijk richting Antwerpen en Rotterdam. Harbers belooft dat Rijkswaterstaat zal zorgen voor „een maximale beschikbaarheid” van de sluis bij Limmel.

„Het alternatief is dat schepen flink moeten omvaren en dat kost veel brandstof en geld”, zegt Elisabeth Post van brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN). „Wij vinden dat er veel meer geld moet worden geïnvesteerd in infrastructuur: het onderhoud van wegen, waterwegen, spoor en alle kunstwerken eromheen. Het is belangrijk dat dit zo snel mogelijk op orde komt, om meer problemen zoals met het Julianakanaal te voorkomen.”