Waar is de Amerikaanse bank JP Morgan vooral bekend van? Als redder in nood voor wankelende Amerikaanse concurrenten, zoals Bear Stearns en Washington Mutual tijdens de kredietcrisis. Of recenter, van de overname van First Republic tijdens de Amerikaanse bankenstress anderhalf jaar geleden. Maar de bank heeft ook in Nederland mensen in dienst: zo’n honderd, die werken vanuit een kantoor op de Amsterdamse Zuidas. Wat doen die?
Ter gelegenheid van het bezoek van twee leden van het topmanagement aan Amsterdam, wil de bank graag vertellen over de internationale activiteiten van de Amerikaanse bank, waaronder die in Nederland. Tussen klantgesprekken en een town hall – een informele bijeenkomst voor de Amsterdamse medewerkers – door geven de Amerikaanse Doug Petno en de Italiaanse Filippo Gori uitleg aan NRC. Samen geven ze leiding aan de Global Banking-tak van JP Morgan.
De twee leggen uit dat de vergrote activiteit in Nederland onderdeel is van een wereldwijde expansie van de bank. De aanwezigheid van JP Morgan in veel landen, waaronder Nederland, beperkte zich lang tot een aantal diensten aan alleen de grotere bedrijven, zoals assisteren bij overnames en fusies en het aantrekken van nieuw kapitaal. Dit investment banking voor Nederlandse klanten werd bovendien vooral gedaan vanuit Londen.
Lees ook
Weer valt een Amerikaanse bank om – en weer heet de redder JPMorgan
Maar JP Morgan besloot in 2019 dat het zich buiten de Verenigde Staten niet langer wilde beperken tot alleen investment banking-diensten. De meer standaard zakelijke dienstverlening zoals betalingsverkeer en leningverstrekking, die de bank op de thuismarkt al decennialang aanbiedt aan middelgrote en kleinere bedrijven, wil JP Morgan voortaan ook wereldwijd aanbieden. Hetzelfde geldt voor vermogensbeheer voor rijkere individuen en families. De bank gelooft vooral op dit vlak de komende jaren te kunnen groeien.
Sindsdien investeert de bank flink in de meer dan honderd markten waarin zij actief is. Het aantal werknemers buiten thuisland VS steeg de afgelopen vijf jaar met tienduizend tot meer dan vijftigduizend (in de VS werken nu 220.000 mensen voor de bank).
Ook de vestiging in Nederland groeide. De bank verwacht hier de komende jaren nog meer mensen aan te nemen en investeringen te doen. Gori: „Nederland heeft als bijzonderheid dat hier veel hoofdkantoren van bedrijven zitten, waardoor je ook een financieel centrum bent.” Petno: „Bedrijven hier doen wereldwijd zaken en daarvoor hebben ze een bank nodig die wereldwijd opereert. En dat is wat wij bieden: wij zijn een lokale bank met een wereldwijde footprint.”
JP Morgan probeert na de Amerikaanse bankencrisis in 2023, die ontstond toen techfinancier Silicon Valley Bank omviel, ook start-ups en scale-ups naar zich toe te trekken. Gori: „De snelheid waarmee een start-up vandaag de dag wordt geboren en kan uitgroeien tot een multinational, is een fractie van hoelang het vroeger duurde. Daarom is het belangrijk om in een vroeg stadium adviseur te worden van deze bedrijven. Dan is de kans veel groter dat je voor altijd hun bank blijft.
„In een traditionele economie waar de dingen veel langzamer gaan, had je tijd om de achterstand in te halen. In veel sectoren is dat nu niet meer mogelijk.”
In de ogen van de JP Morgan-bankiers is Nederland hiervoor een belangrijke plek, omdat hier een sterke chip- en zorgindustrie zit.
Neemt u marktaandeel af van Nederlandse banken of is dit een nieuwe markt?
Petno: „Ons aanbod is complementair aan dat van lokale banken. Veel kleinere bedrijven die alleen in eigen land actief zijn, hebben onze internationale diensten mogelijk niet nodig. Maar als een bedrijf in het buitenland opereert of internationaal wil uitbreiden, kunnen wij helpen.”
Gori: „Wij willen graag sterke lokale banken zien. Een echte Europese kapitaalmarkt en een voltooide bankenunie zouden goed zijn voor Nederlandse en andere Europese banken. Het zou hen helpen concurrerender te zijn op belangrijke markten in Europa én de VS. Zeker als Europeaan hoop ik dat dit uiteindelijk goed komt. Dat zou betekenen dat het Europese project weer een stap vooruitzet.”
Bent u van plan uw consumententak, Chase, hier te introduceren? In Nederland worden banken ervan beschuldigd dat ze te weinig met elkaar concurreren.
Gori: „We hebben Chase met succes geïntroduceerd als digitale bank in het Verenigd Koninkrijk. We werken nu aan een hub in Berlijn voor de EU. We hebben altijd gezegd dat we zouden kijken naar het verder uitbouwen van onze internationale consumentenbank in continentaal Europa. We hebben de lanceringsdatum voor EU-landen nog niet bepaald. We willen focussen op het VK en ervoor zorgen dat we het daar goed blijven doen. Daarna zullen we het aanbod geleidelijk uitrollen in andere Europese landen. Wat Nederland betreft: ING is voor ons een fantastisch voorbeeld op het gebied van internetbankieren.”
Veel hoofdkantoren van bedrijven zijn gevestigd in Nederland. Die kunnen we veel bieden
JP Morgan wordt met jullie internationale groei nog sterker verweven met de wereldeconomie. Is de bank niet al ‘too big to fail’?
Petno: „Dat is een existentiële vraag. Welnu, wij zijn van mening dat geen enkele instelling te groot mag worden om failliet te kunnen gaan. Tegelijkertijd werken we er elke minuut van de dag aan om te zorgen dat we niet omvallen. We denken diep na over alles wat mogelijk van invloed kan zijn op ons vermogen om hier over vijftig jaar, honderd jaar nog steeds te zijn en onze klanten, gemeenschappen en overheden te dienen.”
Gori: „En iedereen moet zich ook realiseren dat het bankwezen een sector is geworden waarin schaalgrootte heel belangrijk is.”
Petno: „We geven 17 miljard dollar per jaar uit aan technologie, waaronder cybersecurity. Dit zorgt ervoor dat we onze klanten kunnen bedienen en beschermen. En dat we de zekerheid en soliditeit hebben om kapitaal te kunnen injecteren in alle marktomstandigheden, ook de meest stressvolle. Tijdens de kredietcrisis zijn we nooit gestopt leningen te verstrekken. We zijn niet alleen een vriend in goede tijden, we zijn er voor de lange termijn, in alle markten waarin we actief zijn. In juli vierden we ons honderdjarig bestaan in Duitsland.”
Gori: „Onlangs vierden we ook honderd jaar in Hongkong.”
Is het moeilijker geworden om een global bank te zijn, gezien de politieke spanningen wereldwijd?
Petno: „Zoals ik al zei: als we ons in een land vestigen, blijven we daar. Generaties lang. Natuurlijk kunnen we onze risico’s beperken, mocht dat nodig zijn.”
Gori: „Als we ergens klanten hebben, grote multinationals die actief zijn in een land, dan moeten wij daar ook zijn. That’s our job. Je hoort links en rechts dat er een einde komt aan de globalisering. Maar de gegevens bevestigen dat niet. 2023 was het jaar met de grootste hoeveelheid handels- en dienstenstromen over de hele wereld ooit. De politieke wind waait soms in de ene richting en soms in de andere. Maar we zijn hier om te investeren in de gemeenschap, in klanten.”
Petno: „Maar we maken nu zonder twijfel een van de gevaarlijkste periodes mee in ons leven, geopolitiek gezien. We dansen op een dun koord. Wij als bank zijn daar voortdurend mee bezig: wat betekent het voor onze klanten, voor de markten? Voor ons? Het is ontnuchterend.”
Als grootste bank ter wereld hebben we plichten. We kunnen ons niet zomaar losmaken van een sector
In Nederland en Europa worden banken onder druk gezet om zich meer in te zetten voor verduurzaming en tegen klimaatverandering. Ook JP Morgan krijgt veel kritiek op zijn investeringen in de olie- en gasindustrie, maar lijkt sinds een aantal jaar ook flink te investeren in een duurzaamheidsagenda. Zo heeft de bank een speciaal intern team opgezet, het Center for Carbon Transition.
Petno: „Wat wij doen is analyseren, feiten verzamelen en details uitwerken. Dat doen we bij al onze werkzaamheden. In ons Center for Carbon Transition werken wetenschappers, analisten, ingenieurs, bankiers, economen en duurzaamheidsexperts daarin samen. Zij moeten ons ‘klimaatslim’ maken, om onze balans van 4.000 miljard dollar door de transitie te loodsen. Maar dat team staat ook klaar voor onze klanten, om hun CO2-uitstoot te verminderen.
„Dat geldt ook voor industrieën waarvoor dat zeer ingewikkeld is. Natuurlijk voor olie en gas. Vervoer. Maar ook chemicaliën, kunstmest, cement. Allemaal koolstofintensieve bedrijven. Als grootste bank ter wereld hebben we plichten. Het is voor ons heel moeilijk om ons los te maken van een sector. Dus in plaats van dat lukraak te doen, werken we met onze klanten samen om te bepalen hoe ze hun ecologische voetafdruk kunnen verkleinen. Doen ze alles wat ze kunnen?
„Wij bieden verder groene obligaties, natuurobligaties en andere creatieve instrumenten om de planeet weerbaarder te maken tegen klimaatverandering. Er moet veel gebeuren en als we het tempo willen opvoeren, hebben we veel kapitaal nodig. We geven ons geld uit aan projecten die de klimaatcurve daadwerkelijk veranderen. We hebben daar strenge normen voor, en een commissie die de situatie in de gaten houdt. Het moeten echte resultaten zijn.”