Journalist Huib Modderkolk raakte verstrengeld in een digitale wereld vol spionnen

Als onderzoeksjournalist gespecialiseerd in tech en inlichtingendiensten krijgt Huib Modderkolk van de Volkskrant weleens een vreemde tip. Zo ook eind 2019, toen hij een fascinerende mail ontving van Nasir, een Iraniër die beweerde meer te weten over een in Nederland wonende agent van de Israëlische geheime dienst Mossad, die onlangs zou zijn ontmaskerd door Iraanse collega’s. De mail bevatte te veel details en spionnenjargon om volledig verzonnen te kunnen zijn. En daarmee was de interesse van Modderkolk gewekt.

Het mondde uit in een zoektocht naar ‘Nasir’ en de waarheid over de ontmaskerde spion. Dit verhaal loopt nu als een rode draad door zijn nieuwe boek Dit wil je écht niet weten. Nasir blijkt een dubbelrol te spelen en heeft zich proberen in te dekken door een Europese journalist in te schakelen. Waarom Modderkolk? Hij is een Nederlander en had bovendien al Het is oorlog maar niemand die het ziet (2019) geschreven, een boek over hoe digitale mogelijkheden de wereld van spionage hebben veranderd.

Informatiegevecht

Ook zijn nieuwe boek raakt aan dit thema. Tijdens zijn zoektocht raakt Modderkolk verstrengeld in een soort informatiegevecht tussen Nasir en de Mossad-man. Hij komt meer te weten over hun rol in de internationale spionnenwereld, maar hoe de vork precies aan de steel zit wordt nooit helemaal duidelijk. Dat is wel vaker het probleem in deze aparte tak van journalistiek: zelden is er bewijs zwart op wit, je moet vertrouwen op bronnen en jarenlange relaties, of je eigen instinct.

Je kunt er ook paranoïde van worden. Modderkolk beschrijft hoe hij telkens andere plekken opzoekt om te telefoneren met de mobiele telefoon die hij kreeg toegestuurd van Nasir, hoe hij denkt achtervolgd en gefilmd te worden door een meisje op de tram, hoe hij overal verdachte zaken ziet en in paniek raakt als een motorfietser net te lang in zijn buurt blijft hangen. Het geeft het boek spankracht, want je raakt als lezer zo ook verwikkeld in de moeizame zoektocht naar wat waar is en wat niet.


Lees ook
Alsof je tegelijkertijd naar Oppenheimer, James Bond en Nieuwsuur kijkt

Journalist Huib Modderkolk onderzoekt de Nederlandse betrokkenheid bij internationale cybercrime.

Modderkolk maakt in zijn boek tal van zijstapjes. Zo komen we terecht bij een Nederlandse hacker die opklimt tot een hoge functie in het Oekraïense cyberleger dat oorlog voert tegen Rusland. Of bij Richard, directeur bij een logistiek bedrijf, die uiteindelijk 200.000 euro moet betalen aan Russische hackers die de IT-systemen van zijn bedrijf hebben lamgelegd.

Ook leren we Bram kennen, technicus bij onderzoeksinstituut TNO die vreest dat de vrouw waarmee hij enkele keren op stap is geweest een Russische spionne is. Hij meldt zijn verdenking bij zijn oversten en bij de militaire inlichtingendienst MIVD die in hetzelfde gebouw huist als TNO, en na onderzoek blijkt inderdaad dat Bram een doelwit is van de Russen. Hij verliest er zijn baan door, wellicht omdat hij een te groot risico is geworden.

Brams verhaal is illustratief voor hoe overheden, bedrijven en organisaties ons op het hart drukken om attent te blijven, maar bij dreigend gevaar zelf liever de makkelijke weg kiezen. De melder werd niet beloond, maar gestraft voor zijn terechte argwaan.

Computervirus

Uiteindelijk komt Modderkolk heel wat te weten over de operatie rond Stuxnet, het computervirus dat erin slaagde om het Iraanse nucleaire programma deels lam te leggen. Stuxnet werd het Iraanse laboratorium binnengesmokkeld door een Nederlandse agent. Dat nieuws was op zich al even bekend, maar het feit dat zelfs hoge functionarissen binnen de Nederlandse veiligheidsdienst nauwelijks op de hoogte waren van de actie, beschrijft Modderkolk erg spannend. Hij slaagt er als eerste in de identiteit van de AIVD-man te achterhalen en spreekt met zijn familieleden, die ook nergens van op de hoogte waren.


Lees ook
Wordt Bart achtervolgd door een geheime dienst?

Wordt Bart achtervolgd door een geheime dienst?

Het Iraans-Israëlische verhaal is intrigerend en kent wel een soort ontknoping. Andere verhalen soms niet. Dat is meteen het grote manco van dit boek: de verbanden tussen de verhalen zijn niet altijd even helder. Modderkolk vergelijkt het zelf met de klimaatcrisis: je kunt wel schrijven over fenomenen, het is pas als je ze samenbrengt dat je het grotere geheel en het grotere gevaar gaat zien.

De gevaren van de digitale wereld maakt Modderkolk zeker duidelijk, hij schrijft ze vaak prikkelend op. Maar de lijm tussen die verhalen ontbreekt net iets te vaak. Modderkolk wil de verhalen graag voor zichlaten spreken, maar iets meer analyse had dit boek nog veel sterker gemaakt.