Joodse Nederlanders hopen dat de wapenstilstand in Gaza ook rust in Nederland brengt

„Tussen hoop en vrees.” Zo vat Naomi Mestrum, directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) haar gemoed samen op de eerste dag van het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas. Ook andere vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland hebben gemengde gevoelens over dit „fragiele” bestand, zoals rabbijn Menno ten Brink van de Liberaal Joodse Gemeente het uitdrukt.

Er is blijdschap over het feit dat de eerste drie gijzelaars zijn vrijgelaten, en over het feit dat de beschietingen over en weer zijn gestopt. Maar het is een deal met veel onzekerheden, zegt Mestrum.

„Wat ik vooral hoop is dat het antisemitisme in Nederland, dat sinds het begin van de oorlog zo hoog is opgelaaid, weer afzwakt nu de wapens zijn neergelegd”, zegt Hans Weijel, vicevoorzitter van het Centraal Joods Overleg. „Dat we, zeg ik maar even cynisch, hier kunnen terugkeren naar het normale antisemitisme.”

De oorlog in Gaza heeft het leven van Joden in Nederland onder spanning gezet. Hoe oneerlijk ook, zegt Ten Brink, Nederlandse Joden worden aangekeken op de handelwijze van Israël. Mestrum heeft bij het CIDI jarenlang gewerkt bij het meldpunt voor antisemitisme en zegt dat ze het nooit zo bar heeft gezien als in de vijftien maanden sinds de oorlog begon. Door de telefoon vertelt ze dat zij met haar vijfjarige zoontje voor een verkeerslicht stond te wachten, toen iemand haar herkende – „ik ben natuurlijk het gezicht van het CIDI” – en ze van haar fiets werd getrokken. „Deze oorlog geeft mensen een vrijbrief om ongeremd antisemitisch te zijn. Israël is een stok geworden om Joden mee te slaan.”

Ik zie op de Dam geen mensen demonstreren tegen Rusland

Menno ten Brink
rabbijn

Zesdaagse Oorlog

De houding ten aanzien van Israël is veranderd, dat merken ze alledrie. „Tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 reden Nederlanders met stickers ‘Ik sta achter Israël’ op hun auto”, zegt Ten Brink. „Als je dat nu op je bumper plakt, wordt je auto vernield.”

In de politiek heeft dat een duidelijke vertaling gekregen. De PvdA stond vanouds dicht bij Israël. Sinds de samenwerking met GroenLinks vertegenwoordigt die fusiepartij een heel ander geluid. „Nu zijn ze druk bezig labels te plakken op Israël als een koloniale mogendheid, die aan apartheid en landroof doet”, zegt Mestrum.

Belangenorganisatie CIDI heeft moeizaam contact met progressieve partijen in het Nederlandse parlement, zegt ze. „Ik vraag me ernstig af of het Israëlisch perspectief hen überhaupt nog interesseert.”

Ten Brink en Weijel verbazen zich erover hoe sterk juist déze oorlog in Nederland en de hele wereld doortrilt. „Ik zie op de Dam geen mensen demonstreren tegen Rusland”, zegt Ten Brink.

Hamas zit er nog steeds

Naomi Mestrum
directeur CIDI

‘Een bastion voor Joden’

Kijken Nederlandse Joden met andere ogen naar Israël na vijftien maanden oorlog? „Ik spreek niet voor alle Joden”, zegt Mestrum, „maar ik kan wel zeggen dat er mensen geschrokken zijn van de Israëlische reactie. Het leed in Gaza is enorm groot. Dat zien we natuurlijk ook. De reactie van Israël is bruut geweest. Ook al ligt de schuld voor deze oorlog bij Hamas.”

Weijel: „Israël is altijd het bewijs geweest dat Joden zich niet weerloos laten vermoorden. De onverhoedse aanval van Hamas op 7 oktober 2023 zette die zekerheid op losse schroeven. Maar kijk eens met welke klappen Israël heeft teruggeslagen tegen Hamas, tegen Hezbollah en Iran. Misschien moet je dan wel concluderen dat het idee van Israël als een bastion voor Joden alleen maar sterker is geworden.”

Alle drie hopen ze dat het staakt-het-vuren van zes weken uitloopt op een echte en langdurige vrede. Maar daar plaats Mestrum een kanttekening bij. „Hamas zit er nog steeds. En wat je niet wil, is dat na die onderhandelingen, na dit bestand, we straks weer in de status quo behandelen van voor 7 oktober. Die status quo is dat Hamas raketten gooit vanuit Gaza, en Israël de grenzen dichthoudt zodat Palestijnen opgesloten zitten in de Gazastrook. Dan zijn we eigenlijk geen stap verder en dan is het wachten op de volgende uitbarsting.”