Jill Mansells personages bevinden zich aldoor in ‘een verrukkelijke spiraal van wederzijdse aantrekkingskracht’

Iedereen leest Op deze plek schrijft NRC over de populairste boeken van dit moment. Het nieuwe boek van Jill Mansell is een eigentijds sprookje.

Het lijkt wel een doosje snoep. Of zeepjes, geurkaarsen, bloembolletjes. „Wat ziet dít er gezellig uit”, verzucht mijn boekhandelaar. En inderdaad, zelden zag ik een zonniger vormgegeven boek dan de nieuwste van Jill Mansell. De pas verschenen ‘limited edition’ heeft een omslag met gele, roze en oranje bloemen. Het patroon loopt aan alle kanten door, waardoor het boek net een doosje is. Een ideaal cadeau voor moederdag.

Huisje, boompje, feestje. Rozengeur en zonneschijn. Tot aan de zon en terug. En nu de nieuwste: Het zonnetje in huis. Niet alleen de vormgeving, ook de titels van Mansell geven veel weg over wat te verwachten. Het kan druilen, regenen, stormen: uiteindelijk schijnt altijd weer de zon. Van Mansells romantische ontspanningslectuur, ruim dertig titels, zijn alleen al in ons taalgebied rond de drie miljoen exemplaren verkocht.

De rode draad is altijd een romance. Twee mensen (hetero, in het bezit van seksueel anders geaarde vrienden/familieleden) willen elkaar, en dit komt uiteindelijk goed, ondanks misverstanden en stoorzenders. Mansell schrijft eerder over ‘the boy next door’ dan over een ongenaakbare macho -rijkaard. De vrouw en de man gaan plagerig, op voet van gelijkheid, met elkaar om. Hij is wel heel knap. Mansell maakt daar grapjes over. Haar vrouwelijke hoofdpersonen lopen eerder tegen een lantaarnpaal op (als ze hun hoofd verdraaien om Hem na te kijken), dan met een op hol geslagen hart handenwringend in een prieel neer te zijgen.

Chihuahua

Mansell wil haar lezers vermaken. In Het zonnetje in huis komt een hondje voor, een chihuahua, met een lelijk uiterlijk én innerlijk, en dus niet per se schattig. Het hondje legt een voorkeur aan de dag voor mensen die net zo grommerig zijn als hij. Die mensen smelten door hem. En daardoor ontdooit het hondje verder, komt op bed slapen, knuffelen. Hetgeen dan weer wél schattig is.

Mansell vertelt eigentijdse sprookjes. De personages zijn nadrukkelijk van nu. Bij het statige landhuis in Het zonnetje in huis denkt een personage: goh, net een gebouw uit de Netflixserie Bridgerton… Mansell ‘behandelt’ wel ernstige zaken als ziekte, eenzaamheid, trauma, maar al met al is haar werk sussend, toedekkend. Er komt berusting, verzoening, bevrijding, in dit boek bij een van de personages zelfs na, of nee, tijdens zijn dood („als een piepklein fruitvliegje” vliegt zijn geest het ziekenhuis uit, zoekt iedereen op voor een afscheid, ja, ook dat hondje…)

Alles klopt bij Mansell. En tegelijkertijd bijzonder weinig. Meteen in de eerste zin staat een koe van een fout. Lou, de hoofdpersoon, staat in een winkel: „De oude man die voor [haar] in de rij voor de kassa stond, keek de cassière boos en vol ongeloof aan.” Hoe kan Lou dit weten als ze achter hem staat?

De vergelijkingen zijn vaak ronduit krankzinnig: „Edgar schudde Remy’s hand alsof het een plastic boodschappentas vol koud vlees was.” Maar ja, maar ja. De hoofdpersonen bevinden zich dus wel in „een verrukkelijke spiraal van wederzijdse aantrekkingskracht”, aldoor. En Mansells lezers wervelen maar al te graag mee.

Op deze plek schrijft NRC over de populairste boeken van dit moment. Reacties: [email protected]