Jerdy Schouten heeft geleerd dat topvoetbal ‘geen speeltuin’ is, maar kiest nog wel vaak de veilige optie

Dat het maar duidelijk is. Hij is een typische ‘nummer tien’. Vader Henny Schouten praat bevlogen over de kwaliteiten van zijn zoon Jerdy, in gesprek met Telstar-coach Mike Snoei in het voorjaar van 2017. Met zijn spelinzicht, techniek en steekpasses is hij gemaakt voor de rol van aanvallende middenvelder. Vader Schouten trainde hem zelf nog in de jeugd van FC Vlotbrug in geboorteplaats Hellevoetsluis en bezoekt tot de dag van vandaag vrijwel ieder duel.

Los van de positie willen Schouten en zijn ouders die dag vooral weten of hij veel speeltijd krijgt bij Telstar, merkt Snoei. Die kan hij, in zekere mate, garanderen. Schouten wil minuten maken bij de Eerste Divisieclub. Negen jaar zat hij bij ADO Den Haag, rook even aan het eerste elftal, maar had weinig perspectief op een basisplaats.

Bij Telstar krijgt hij speelminuten én rugnummer tien – ongeveer het enige dat ze Schouten in eerste instantie kunnen bieden. Hij speelt de eerste paar maanden op amateurbasis, ontvangt alleen een reiskostenvergoeding van 19 eurocent per kilometer. „Iedereen vindt en vond hem geweldig”, zegt toenmalig Telstar-coach Snoei terugblikkend. „Maar hij had op dat moment nog veel te weinig laten zien, was erg zoekende.”

Jerdy Schouten (27) is nu een sleutelspeler bij PSV, dat deze woensdag in de achtste finales van de Champions League tegen Borussia Dortmund speelt – het eerste duel in Eindhoven werd 1-1. Coach Peter Bosz zet de multifunctionele speler op verschillende posities in. Dan als controleur op het middenveld, dan centraal achterin. „We zouden zijn broer onder contract moeten nemen”, zei Bosz begin december met een knipoog.

In zijn jeugd werd Schouten niet opgemerkt in Nederland. Uitnodigingen voor nationale jeugdelftallen kreeg hij niet, scouts van grote clubs hadden hem niet in het vizier. Toch bereikte hij, stapsgewijs, de top van Nederland.

Niet in paniek raken

Aleksandar Rankovic weet genoeg, die rossige, kleine, dunne jongen wil hij erbij. Schouten, 17 jaar, speelt dan bij de onder-18 van ADO Den Haag en valt op bij Rankovic, destijds coach van de onder-19. „Goede techniek, altijd de juiste keuzes, onder druk kunnen uitspelen, niet in paniek raken”, zegt hij. Rankovic krijgt zijn zin, hij mag hem doorschuiven naar zijn elftal.

Een beetje „lui” was Schouten wel, zegt het talent later in een interview. Hij is speels, vindt trucjes leuk, vertrouwt op zijn techniek. Rankovic, een Servische coach die veel eist op het gebied van mentaliteit, probeert hem volwassener te maken. „Hij moest leren dat voetbal op die leeftijd geen speeltuin meer is. Hij moest iets harder worden, meer op resultaat kunnen spelen.”

Schouten heeft het compartimentsyndroom, een zeldzame aandoening die ontstaat door een te hoge druk in de spieren van het onderbeen

Het grootste probleem is zijn fysiek. Schouten heeft het compartimentsyndroom, een zeldzame en complexe aandoening die ontstaat door een te hoge druk in de spieren van het onderbeen. Dat zorgt voor veel pijn. De spieren zaten te strak en moesten via een operatie worden opengebroken, vertelt Schouten daar later over. „Niemand wist eerst wat het was”, zegt goede vriend Rody de Boer, destijds keeper bij ADO. „Hij is bij verschillende doktoren en ziekenhuizen geweest.” Door de tegenslag is Schouten in de onder-19 meer dan een jaar uitgeschakeld.

Als hij na een lange revalidatie zijn rentree maakt, najaar 2016, krijgt hij al snel een kans in het eerste elftal. Daar is coach Zeljko Petrovic erg enthousiast over hem. „Een topprofessional. Beleefd, wilde veel leren, hard werken.” Wel ontbreekt het hem aan snelheid voor de nummer 10-positie, vindt Petrovic. Schouten valt drie keer in. Maar verdwijnt ook weer snel, als Petrovic een tijdje later wordt ontslagen. Onder zijn opvolger Alfons Groenendijk, die ADO in de Eredivisie moet houden, blijft Schouten op de bank.

Hij heeft dan een jeugdcontract bij ADO, en de club biedt hem volgens de toenmalige manager voetbalzaken Jeffrey van As een profcontract aan. Het plan is om hem te verhuren aan een club uit de Eerste Divisie. „We speelden degradatievoetbal en Lex Immers kwam die zomer, een concurrent op zijn positie.” Wat ook meespeelt: bij ADO is er door zijn eerdere blessure „grote twijfel” over zijn fitheid, zegt Van As.

Schouten twijfelt niet, hij wil weg, voelt geen vertrouwen. Hij pakt de trein naar Leeuwarden, waar hij op stage gaat bij sc Cambuur. Daar wordt hij, tot twee keer toe, afgetest. Zijn zaakwaarnemer belt de technisch directeur van Telstar: „Ga nou naar deze jongen kijken.” Dat gebeurt. En mei 2017 vertrekt hij van ADO naar Telstar.

Het is niet dat hij meteen grote indruk maakt in Velsen-Zuid, waar hij als aanvallende middenvelder speelt. Na een 4-1 nederlaag in de eerste ronde van de KNVB-beker tegen de amateurs van VVSB, gaat Snoei met hem zitten. „Moet je niet een positie naar achteren?” De aanvallende rol vindt de coach niet bij hem passen omdat Schouten „niet zo explosief” is. Hij ziet een controlerende middenvelder in hem, dus kort vóór de verdediging – de ‘zes-positie’ in jargon.

Daar gaat hij later in dat seizoen spelen. Aanvankelijk tot onvrede van pa Schouten, zegt Snoei. „Die kwam naar mij toe met een wijzend vingertje: mijn zoon is een tien, geen zes.” Met Schouten op die positie gaat het draaien bij Telstar. Ze zijn bijna onverslaanbaar, promoveren zelfs nog bijna via de play-offs.

Met maatje Rody de Boer, ook overgestapt van ADO, woont Schouten in een klein appartement in het centrum van Alkmaar, tegenover de rosse buurt. Het is een mooi duo, vinden ze bij Telstar. Snoei: „Twee boeven, met enorm veel humor. Nooit nerveus. Altijd aan het trainen, nooit geblesseerd.”


Lees ook
Waarom de kopballen van PSV-spits Luuk de Jong bijna niet te verdedigen zijn

<strong>PSV-spits Luuk de Jong</strong> kopt in de wedstrijd tegen Heracles Almelo (het werd 2-0).” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/jerdy-schouten-heeft-geleerd-dat-topvoetbal-geen-speeltuin-is-maar-kiest-nog-wel-vaak-de-veilige-optie.jpg”><br />
</a></p>
<p>Hij noemt Schouten „onverstoorbaar”, iemand die goed met tegenslagen kan omgaan. „Het lijkt hem nu makkelijk af te gaan, maar hij heeft er voor moeten knokken om die eerste doorbraak voor elkaar te krijgen.” Eredivisieclub Excelsior, dat zelden transfervergoedingen betaalt, neemt hem na een jaar voor zo’n 300.000 euro over.</p>
<p>In Rotterdam valt Schouten – een achterneef van Feyenoord-legende Henk Schouten (1932-2018) – op bij de hoofdscout van de Italiaanse club Bologna. De volledige scoutingafdeling van de club bekijkt  hem een maand lang op video’s. „Toen we overtuigd waren van zijn potentieel, gingen we naar Nederland om hem live te bekijken”, zegt toenmalig technisch directeur Riccardo Bigon. </p>
<p>Daar maakten ze kennis met een  „rustige, doodnormale eerlijke gozer, wars van sterallures”. Dat is althans hoe Adrie Poldervaart, destijds coach van Excelsior, hem omschrijft. Op het veld kan hij fel zijn, geeft hij alles – ook in trainingen. „Qua gelopen meters zat hij altijd in de top van zijn kunnen. Hij bivakkeert op het randje, alles om beter te worden. Ook in oefenvormen, partijen.” Ze werkten onder meer aan zijn loopacties voor de goal, om vaker tot scoren te komen – iets waar Schouten niet in uitblinkt.</p>
<h2 class=Wat kan beter?

Schouten en Poldervaart komen uit dezelfde regio in Zuid-Holland en hebben contact gehouden na zijn vertrek naar Bologna in 2019. Soms wandelen ze langs het strand, drinken koffie, eten wat. En ze praten veel over het spel, wat Schouten in bepaalde situaties beter had kunnen doen. „Hij is intelligent, is er altijd mee bezig hoe hij zich kan ontwikkelen. Soms bekijken we beelden, hoe hij zich defensief opstelde, waarom hij wel om de bal vroeg of niet.”

In de vier jaar bij Bologona ontwikkelde hij zich verdedigend enorm, zegt Bigon. Fysiek is hij sterker geworden. „Hij heeft veel in de sportschool gewerkt.” Bovendien is hij in staat om „moeilijke ballen” om te zetten in goede, zuivere passes. Dat in combinatie met het vuile werk dat hij opknapt op het middenveld gaf hem bij Bologna de bijnaam ‘wasmachine’.

Toch was bondscoach Louis van Gaal minder enthousiast nadat hij Schouten in juni 2022 liet debuteren in Oranje, tegen Wales. Hij vond dat hij veel balverlies leed en dat hij meer „stationnetjes” had kunnen overslaan. Hiermee bedoelde hij dat hij voor meer diepere, risicovolle passes had kunnen kiezen in plaats van korte veilige passes.

„Hij richt zich heel erg op zijn directe tegenstanders en medespelers in zijn omgeving. Dat is die korte oriëntatie, hij kijkt wat er dicht bij hem in de buurt is”, zegt Julian Agatowski. Hij is performance coach bij het bedrijf Vantage, dat verschillende spelers begeleidt op gebied van onder meer positionering en non-verbale communicatie. Op verzoek van NRC analyseerde hij het spel van Schouten.

Zijn passes zijn zeer accuraat, Schouten is op zijn best als alles in zijn gezichtsveld gebeurt, zegt Agatowski. Zoals een pass op spits Luuk de Jong in het thuisduel tegen Dortmund, waaruit een kans voor Malik Tillman ontstond. Maar omdat hij in zijn kijkgedrag niet gericht is op grotere ruimtes – lange oriëntatie – zitten er weinig beslissende passes (zoals diep of cross) tussen, zegt Agatowski.

Hiermee hangt samen dat hij soms meer ‘open’ kan staan voor hij de bal krijgt, waardoor hij iets meer tijd en ruimte krijgt voor de oplossing vooruit. „Door die gesloten lichaamshouding kiest hij regelmatig voor de veilige optie terug op de verdediger.”

Dat hij vaak voor korte combinaties kiest is bij PSV niet per se een probleem. Met spelverdeler Joey Veerman heeft hij iemand naast zich die vaak de diepte zoekt in zijn passes. Maar het meespelen van Veerman is door een blessure nog onzeker, wat vervelend kan zijn voor Schouten. Agatowski: „Zij vullen elkaar goed aan.”

En de positie van nummer 10? Daar heeft Schouten na Telstar nooit meer gespeeld.