N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tennis Voor proftennissers zijn de Europese graveltoernooien aangebroken, ter voorbereiding op Roland Garros eind mei. „Vechten voor ieder punt.”
Er is maar één koning van het graveltennis: Rafael Nadal. De 36-jarige Spanjaard heeft zijn spel op het gemalen baksteen tot een kunst verheven. Nadal veroverde in 2005 op zijn achttiende zijn eerste titel op Roland Garros. En sindsdien is hij op het meest prestigieuze graveltoernooi bijkans onverslaanbaar. Alleen de Zweed Robin Söderling en de Serviër Novak Djokovic wisten hem in Parijs te verslaan. Nadal werkt al maanden aan een comeback met één doel: het winnen van zijn vijftiende titel op Roland Garros. Daarmee zou hij een grandslamtoernooi meer hebben gewonnen dan Djokovic: 23.
Eén ding staat op voorhand al vast: Nadal is de beste op gravel ooit. Hij is hét grote voorbeeld van een nieuwe generatie graveltennissers, die opgroeiden met posters van Rafa aan de muren van hun kinderkamer. Zoals Casper Ruud. De Noor was zes jaar toen Nadal zijn eerste titel op Roland Garros won. Vorig jaar was Ruud op zijn 23ste kansloos in de finale tegen zijn idool. Nadal was nog altijd onverslaanbaar en zal eind mei in Parijs opnieuw als favoriet beginnen.
Wat maakt Nadal nu zo goed op gravel? En wat zijn de geheimen van het spelen op deze banen waarvan er ruim zesduizend verspreid over Nederland liggen? NRC vroeg het aan het begin van het gravelseizoen aan een aantal Nederlandse (voormalige) tennisprofs. Lesley Pattinama-Kerkhove (31), spreekt haar afkeer uit over de ondergrond, terwijl Suzan Lamens (23) juist haar onvoorwaardelijke liefde betuigt aan het graveltennis. „Gravel is niets voor mij, veel te traag. Ben blij als dit seizoen weer voorbij is. Geef mij maar hardcourt”, zegt Pattinama-Kerkhove in het nationale tenniscentrum in Amstelveen. „Spelen op gravel is heerlijk”, stelt Lamens. „Lekker rennen en vechten voor ieder punt.”
Antalya
Pattinama-Kerkhove en Lamens maken zich samen met Lexie Stevens, Demi Schuurs en Bibiane Schoofs op om volgende week in Antalya onder leiding van captain Elise Tamaëla voor Nederland te strijden voor een plek in de play-offs om terug te keren in de wereldgroep van de Billie Jean King Cup. Op gravel. In dezelfde Turkse stad zette de 22-jarige Max Houkes afgelopen week op zijn favoriete ondergrond nieuwe stappen op weg naar de top van het internationale tennis. De Nederlander staat nu op de driehonderdste plaats van de wereldranglijst en hoopt de komende weken voldoende punten bij elkaar te spelen om aan de kwalificaties van Roland Garros mee te mogen doen. „Spelen in Parijs is een doel”, zegt Houkes via de telefoon vanuit Turkije.
Houkes moet bekennen dat hij nog nooit op Roland Garros is geweest. Hij kent het tennispark naast Bois de Boulogne alleen van de tv. Toch is Houkes ervan overtuigd dat de banen in Parijs hem goed liggen. „Ik ben een echte graveltennisser”, zegt hij zonder enige aarzeling. „Nu het seizoen weer is begonnen begint het te kriebelen. Je vastbijten in dat gravel. Prachtig. Ik ben net als bijna alle Nederlanders op deze ondergrond opgegroeid. En voor mij is ook Nadal hét voorbeeld. Hij speelt het ultieme graveltennis. Een grotere strijder is er niet. Als je van Nadal wilt winnen, moet je hem eerst dood maken.”
Houkes probeert op zijn manier, daar waar hij kan, het spel van Nadal te kopiëren. „Om te beginnen ben ik ook een typische lefty. Met mijn linkerhand kan ik veel spin aan de bal met mijn forehand geven waardoor die hoger stuit. Ik hou van lange rally’s. Schaken op de baan. Vechten voor ieder punt. Glijden naar de bal. De bal met precies de juiste marge over het net slaan. Heerlijk is dat.”
Als Houkes naar Nadal kijkt ziet hij een tennisser die al die aspecten tot in de perfectie uitvoert. Als Nadal zijn forehand met de juiste timing en ‘roll’ slaat, draait de bal vijfduizend keer per minuut. Houkes komt tot circa 2.500 omwentelingen. „Bij graveltennis draait het naast techniek nog meer dan op andere baansoorten om discipline en fitheid. Alleen al omdat partijen doorgaans langer duren”, legt Houkes uit. „Wat Nadal zo speciaal maakt, is dat hij op alles loopt en ballen terugslaat die anderen niet hebben. Hij laat tegenstanders zo talloze ballen extra slaan. Zo sloopt hij zijn rivalen. Daarnaast kan Nadal met zijn linkerhand niet alleen zware spinballen slaan, maar enorme hoeken maken waardoor zijn opponent ver naar achter wordt gedrukt.”
Kiki Bertens
De voorbije achttien jaar heeft niemand echt een antwoord kunnen vinden op het gravelspel van Nadal. De Spanjaard heeft oud-kampioenen en voormalige specialisten als Björn Borg, Ivan Lendl, Sergi Bruguera en Gustavo Kuerten in zijn schaduw gezet. Suzan Lamens spreekt in Amstelveen ook bewondering uit over Nadal. In haar ogen „de enige echte specialist” op gravel. „Nadal is nu eenmaal de beste en een voorbeeld voor iedereen”, stelt Lamens.
Ze gaat in gedachten elf jaar terug in de tijd toen ze als twaalfjarige toeriste Roland Garros bezocht. Nadal heerste destijds al bij de mannen. Lamens keek in Parijs haar ogen uit bij partijen van Ana Ivanovic (winnares in 2008) en Sara Errani (finalist in 2012). „Roland Garros is altijd mijn favoriete toernooi geweest. Het was een droom toen ik daar vorig jaar in de kwalificaties mocht spelen. De banen zijn er zo mooi, zo glad. Het gravel voelt aan als een deken. Ik hoop dat ik daar dit jaar weer mag tennissen”, zegt de nummer 272 van de wereldranglijst.
Lamens spiegelt zichzelf niet zozeer aan Nadal, eerder aan Kiki Bertens, de beste Nederlandse profspeelster op gravel ooit. De 31-jarige Bertens stopte twee jaar geleden en is nu assistent van teamcaptain Tamaëla. „Ik zou graag zoals Bertens willen kunnen tennissen”, zegt Lamens, die eens ‘de nieuwe Bertens’ werd genoemd. „Kiki kon heel taai van achteren met een sliced backhand de ballen terugbrengen, maar ze had ook een hele zware forehand waarmee ze zelf uitdeelde. Die combinatie zie je bij de vrouwen bijna nooit. Dat maakte haar zo sterk.”
Voor Tamaëla is het een groot gemis dat Bertens niet meer speelt. Daarnaast ontbreekt in Turkije ook de huidige nummer één van Nederland, Arantxa Rus. De gravelspecialiste geeft de voorkeur aan individuele toernooien boven het landentennis waardoor Nederland als een underdog begint aan het treffen met tien andere landen. Het is aan Tamaëla, de voormalige nummer 129 van de wereld én liefhebber van graveltennis, om haar speelsters samen met Bertens voor te bereiden op een reeks van gravelpartijen. „Graveltennis vereist wat anders dan hardcourt of gras. Van het glijden naar de bal tot de juiste grip en swingtechniek. Bij het glijden gaat het om durf, maar ook om timing. Dat moet een natuurlijke beweging zijn waarbij je precies moet inschatten wanneer je bij de bal bent”, zegt Tamaëla. „Graveltennis is ook mentaal zwaarder. Je moet klaar zijn voor een lange partij waarbij ieder punt telt. Daar had ik zelf als speelster niet altijd zin in.”
Lachend besluit Tamaëla: „Nee, het is niet de bedoeling dat mijn speelsters met die instelling de baan op gaan. Je mindset moet gewoon goed zijn als je een partij op gravel wil winnen.”
Wat dat betreft hebben de Nederlandse vrouwen geen beter voorbeeld dan Rafael Nadal.