‘Je moet mensen niet altijd alles uit handen nemen’

Mo: „Ik deed twee studies, filosofie en geschiedenis, maar dat kostte te veel tijd. Na het behalen van mijn bachelorgraad ben ik met filosofie gestopt. Bij geschiedenis ben ik nu bezig met een master Antieke en middeleeuwse geschiedenis van het Mediterrane gebied. Mijn scriptie gaat over volksopstanden in het Byzantijnse Rijk. Ik gebruik mijn vrije ruimte om de geschiedenis van de studentenbeweging te onderzoeken.

„Inspirerend, want ik ben nu zelf actief in AKKU, de studentenvakbond van Nijmegen en Arnhem, en de LSVb, de landelijke studentenvakbond. Ik ben twee jaar voorzitter geweest van AKKU en nu kaderlid. Ik coördineer bijvoorbeeld acties tegen de langstudeerboete en was betrokken bij de recente onderwijsstakingen.

„Ik wil het onrecht bestrijden, dat vooral kwetsbare en arme mensen treft. Er gaat zoveel mis in de wereld: verwoestende oorlogen, genocides, klimaatproblemen, inflatie, huurverhogingen, het verdwijnen van de basisbeurs… Daar wil ik me actief tegen verzetten. Doen we dat niet, dan worden rijke multinationals en malafide investeerders nog rijker. Alleen maar ergens gaan staan schreeuwen tegen onrecht, is niet genoeg. Daarom ben ik actief in vakbonden: collectieve acties kunnen niet worden genegeerd door grote bedrijven.”

Workaholic

„Ik probeer maximaal veertig tot vijftig uur per week te werken, maar zeker toen ik voorzitter van AKKU was, lukte dat vaak niet. Omdat ik ook nog geld moet verdienen, werk ik naast mijn studie een paar keer per maand bij poppodium Doornroosje in de nachthoreca, als er een muziekfeest is. Heel leuk werk, maar ook slopend, want dan slaap je een nacht niet.

„Ik doe echt mijn best om één weekenddag en wat avonden vrij te houden, maar het lukt slecht. Dan zit ik voor de tv en denk: dit is zo niksig, ik kan beter iets voor studenten gaan doen. Of iets doen met vrienden, al gaat het dan ook meestal over politiek.

„Ik ben een beetje een workaholic, ik hou van veel werken, als het belangrijk is. Ik kan echt opgaan in mijn studie en vakbondswerk. Mijn doel bij de vakbond is dat ik overbodig word: dat we mensen leren om zelf dingen op te pakken en dat niet alles op bestuurders neerkomt. Je moet mensen niet altijd alles uit handen nemen. Dat is het grote probleem bij veel organisaties: alles steunt op een kerngroep, die vervolgens uitgeput raakt en afhaakt.

„Als ik écht vrij wil zijn, ga ik de natuur in, lopen of fietsen door het bos of langs de rivier. Of gewoon door de stad lopen, ik hou van architectuur. Dan ga ik naar een wijk waar ik niet vaak kom en kijk ik wat voor gebouwen daar staan. Ik blijf een historicus, nietwaar?”

Ridders en kastelen

„Als kind was ik al geboeid door de Middeleeuwen. Ik was dol op ridders en kastelen. Op mijn vijfde was ik voor het eerst op de Mont St. Michel in Normandië, dat vond ik fantastisch! De middeleeuwers leefden in een totaal andere wereld, die heel anders georganiseerd was. Ze woonden in dezelfde gebieden als wij, maar ze hadden een andere manier van eten, werken en wonen. Als je je daarin verdiept, plaatst dat de moderne tijd in perspectief: ook onze manier van leven is tijdelijk en zal veranderen. Het lijkt me best aardig in Italië of Frankrijk een kasteel op te knappen.

„Ik leer heel veel in deze fase van mijn leven. Het vakbondswerk is een betere voorbereiding op de arbeidsmarkt dan welke cursus dan ook. Deze zomer ga ik een baan zoeken. Bijvoorbeeld in de archivering van een sociale beweging of bij de LSVb. Ik denk dat ik in veel banen gelukkig kan zijn, zolang de werksfeer en de collega’s maar leuk zijn. En waar ik ook terechtkom, wil ik actief worden bij een vakbond. Dan kun je op de werkvloer zelf dingen veranderen.

„Ik ben ook lid van de jongerentak van de Nieuwe Communistische Partij Nederland. Het gaat ons niet echt om Kamerzetels, maar vooral om het betrekken van jonge arbeiders en studenten bij de klassenstrijd. Mensen moeten zelf kunnen beslissen over een betere inrichting van hun werk en van de maatschappij. Aan alles merk je dat het kapitalisme niet goed meer functioneert: aan de huurverhogingen, de inflatie, de macht van techbedrijven. We moeten toe naar een sterke democratie, opgebouwd van onderaf, met meer collectivisme. En die saamhorigheid is er nog genoeg in Nederland, kijk maar naar coöperaties en verenigingen.”

Grotere kamer

„De huur van mijn kamer is mijn grootste kostenpost. En verder boodschappen, en af en toe wat drinken met vrienden in een café. Verder heb ik weinig financiële ruimte. Maar ik vind luxe ook niet belangrijk. Al mijn meubels zijn tweedehands. Niet uit duurzaamheidsoverwegingen, maar omdat ik geen geld heb voor nieuwe.

„Waar ik mezelf over twintig jaar zie? Hopelijk in een iets grotere kamer. Ik denk eerlijk gezegd niet zo vaak na over mijn toekomst. Er is zoveel in het hier en nu om over na te denken. Ik ben overigens niet heel pessimistisch. Ik zie ook veel bereidheid om misstanden gezamenlijk aan te pakken. Natuurlijk zie ik de ellende in de wereld, de onzekerheden en de angst, maar ik wil niet dat die de boventoon gaan voeren.”