Een intens gezoem weerklinkt door plattelandsgemeente Villanueva de Gállego in de Noord-Spaanse regio Aragón. Het geluid – dat dag en nacht te horen is – komt van een datacentrum van het Amerikaanse Amazon. Rondom de witte loods strekt het landschap zich uit: gebarsten aarde, dor gras en verlaten velden waar ooit amandel- en olijfbomen groeiden. Er is geen schaduw, geen groen, alleen de felle zon die genadeloos op het land brandt. Binnen bij de techgigant circuleren miljoenen liters water om servers koel te houden, terwijl boeren in de buurt hun oogst zien verdorren door watergebrek.
In Spanje wordt het ene na het andere datacentrum geopend, gepresenteerd als motor van economische vooruitgang. Deze datacenters leveren digitale diensten als cloudopslag, kunstmatige intelligentie en videostreaming. In totaal telt Spanje er 63, twintig centra zijn in aanbouw. Maar onder de lokale bevolking groeit het verzet. Want hoe kan het dat internationale techbedrijven toegang krijgen tot enorme hoeveelheden water, terwijl de inwoners onderworpen zijn aan strikte beperkingen?
„Ze stelen al het water”, zegt boer Chechu, gehesen in een versleten groene overall. „Door klimaatverandering is het elk jaar aanpoten met ons gewas. Maar nu moeten we óók concurreren met miljardenbedrijven. Dat is een strijd die ik als kleine boer niet kan winnen.”
750 miljoen liter water
Amazon heeft drie operationele datacenters in Aragón, en daar komen er nog drie bij. De huidige drie installaties zijn vergund voor een waterverbruik van ruim 750 miljoen liter per jaar, voldoende voor duizenden huishoudens of de irrigatie van 233 hectare maïs, een van de belangrijkste gewassen in de streek. Tegelijkertijd gebruikt een datacentrum evenveel elektriciteit als een middelgrote stad.
In december vroeg Amazon toestemming om dat waterverbruik te verhogen. „Klimaatverandering zal leiden tot meer warme dagen, waardoor de koelinstallaties vaker moeten draaien”, staat in de vergunningsaanvraag.
Door klimaatverandering is het elk jaar aanpoten met ons gewas. Maar nu moeten we óók concurreren met miljardenbedrijven
Diezelfde klimaatverandering maakt de situatie op het platteland nijpender: rivieren drogen uit, boeren verliezen oogsten en in sommige dorpen is in de zomermaanden geen drinkwater beschikbaar. „En dan krijgt Amazon wél een vergunning om miljoenen liters per jaar op te slurpen”, zegt Aurora Gómez van de organisatie ‘Tu Nube Seca Mi Río’ (Jouw Cloud Droogt Mijn Rivier Op). „Dat is niet alleen ecologisch rampzalig, het is onrechtvaardig.”

De beoogde locatie voor een datacenter van Amazon nabij Zaragoza in oktober 2023, voor de bouw begon.

Het Amazon-datacenter bij Zaragoza in 2025.
FOto’s Google Earth
Gómez zag in haar eigen regio, onder Madrid, hoe techbedrijven in rap tempo landbouwgrond opkochten, zonder overleg met bewoners. Het motiveerde haar om in 2023 de organisatie mede op te richten. „Jarenlang keek niemand om naar deze regio’s”, zegt Gómez. „En nu staan er ineens bedrijven als Amazon en Microsoft op de stoep, aangetrokken door goedkope grond, weinig regelgeving en een vergrijsde bevolking die zich nauwelijks kan verzetten tegen hun komst.”
De snelheid waarmee het aantal datacenters toeneemt, baart haar het meest zorgen. „Amazon bouwt nooit één centrum, maar altijd drie tegelijk. Dat heeft te maken met de noodzaak van datareplicatie. Dus bij elk nieuw project heb je drie keer zoveel water, drie keer zoveel stroomverbruik en drie keer zoveel impact op de leefomgeving.”
Lees ook
‘We moeten anders nadenken over onze vervuilende digitale economie’
Economische groei
Aragón presenteert de komst van de datacenters als een economische zegen. Regiopresident Jorge Azcón benadrukt dat de investeringen van Amazon, die kunnen oplopen tot 15,7 miljard euro, niet alleen duizenden banen zullen opleveren, maar ook zorgen voor hogere belastinginkomsten, verbeterde infrastructuur en extra inkomsten uit grondverhuur. Microsoft bouwt er een campus – meerdere datacentra bij elkaar – van 9 miljard euro. Het moet de grootste ‘cloudhub’ in Europa worden, waar onder meer data van OpenAI wordt opgeslagen.
Voor veel bewoners klinken die financiële beloften hol. „Wat levert het ons op? Geen banen, wél geluidsoverlast, watertekort en slechte oogst”, zegt boer Chechu, die met zijn door aarde verkleurde vingers naar de barsten in de grond wijst. „Alleen de superrijken zullen hiervan profiteren. De ‘gewone’ Spanjaard zal vooral de gevolgen ervaren.”
De zorgen worden in Madrid gehoord. De regering van premier Pedro Sánchez steunt de digitale transitie en buitenlandse techinvesteringen, maar benadrukt dat die niet ten koste mogen gaan van waterzekerheid, stabiliteit van het elektriciteitsnetwerk en milieuverplichtingen.

De Spaanse premier Pedro Sánchez in november 2022 tijdens een bijeenkomst in Madrid getiteld ‘Innovatie in de cloud als kans voor Spanje’.
Foto Isabel Infantes/Getty
Minister José Luis Escrivá (Digitale Transformatie) kondigde begin dit jaar aan dat de regering werkt aan een nieuw wettelijk kader voor datacenters met strengere eisen voor transparantie, energie-efficiëntie en watergebruik. Deze regelgeving moet uiterlijk eind 2025 worden ingevoerd. Ook zullen er landelijke criteria komen voor waar en hoe datacenters zich mogen vestigen, een beslissing die nu grotendeels aan de regio’s wordt overgelaten.
Amazon, Microsoft en Google beloven in 2030 „water positive” te zijn.
Amazon, Microsoft en Google erkennen in een reactie op de kritiek dat hun datacenters in Spanje veel water en energie vragen, maar benadrukken hun inzet op het gebied van duurzaamheid. De bedrijven beloven in 2030 „water positive” te zijn. Daarom investeren ze in innovatieve koeltechnieken en lokale waterprojecten om hun water- en energieverbruik te verminderen. Daarnaast zeggen ze gebruik te maken van 100 procent hernieuwbare energie.
Data-kolonialisme
Dat is voor milieuactivisten niet genoeg. Volgens Gómez is er sprake van „data-kolonialisme”. „Zoals natuurlijke rijkdommen vroeger uit koloniën naar Europese hoofdsteden stroomden, stromen water en energie van onze dorpen nu naar techreuzen. En weer zonder dat wij daar zeggenschap over hebben.”
Datacenters zorgen volgens haar voor een vorm van „energetische gentrificatie”. Ze verbruiken zoveel stroom en water dat andere gebruikers letterlijk worden verdrongen, stelt Gómez en noemt een voorbeeld. „In Marseille, waar datacenters vlakbij de haven zijn gevestigd, is er bijvoorbeeld niet genoeg stroom meer voor elektrische bussen of snellaadstations.”
Volgens Gómez roept de kwestie de vraag op wat onder digitale vooruitgang wordt verstaan. „We willen niet hoeven kiezen tussen kattenmemes en water. Maar dat is precies waar we nu voor staan. De cloud lijkt iets lichts, iets ongrijpbaars, maar is gebouwd op gigantische infrastructuur. En de kosten daarvoor worden afgeschoven op de regio’s die het zich het minst kunnen veroorloven.” „Ze bouwen hun cloud op onze dorst”, zegt boer Chechu.
Lees ook
Kunstmatige intelligentie is een echte waterslurper
