Met een druk op de knop klapte een valluik open en werd het leven van Takahiro Shiraishi op vrijdag 27 juni beëindigd. Shiraishi wekte in 2017 in Japan afschuw met een reeks moorden op negen jonge mensen. Shiraishi (34), inmiddels berucht als de ‘Twitter-moordenaar’, werd terechtgesteld door ophanging. Zijn straf markeert niet alleen het slot van een gruwelijke misdaadzaak, maar roept ook bredere vragen op over de omgang met geestelijke nood, sociale media en de doodstraf.
Shiraishi benaderde zijn slachtoffers via het toenmalige Twitter (nu X), waar zij hun doodswens openlijk uitten. Onder het voorwendsel van een zelfmoordpact wist hij hen naar zijn appartement in Zama te lokken, zo’n vijftig kilometer ten zuiden van Tokio. Daar misbruikte hij zijn slachtoffers alvorens ze te wurgen en verminken. Hun lichamen zaagde hij in stukken en bewaarde hij in vriezers.
Volgens het Japanse ministerie van Justitie rechtvaardigde de ernst van de misdaden de doodstraf. Zijn executie was de eerste sinds het aantreden van het kabinet-Ishiba, en de eerste sinds augustus 2022.
Wanhoop
De zaak veroorzaakte een maatschappelijke schok. Niet alleen vanwege de gruwelijkheden, maar ook door de omstandigheden waaronder de slachtoffers, acht vrouwen en een man van tussen de 15 en 26 jaar, zich op sociale media begaven. De berichten die zij plaatsten, variërend van wanhoop tot expliciete doodswensen, vonden nauwelijks gehoor. Behalve van Shiraishi.
Nadien is het online gedrag van Japanse jongeren merkbaar veranderd. Onderzoek wijst uit dat het aantal hulpzoekende posts op sociale media afnam, terwijl vijandige reacties toenamen. De online roep om hulp werd in Japan vaker beantwoord met cynisme dan met empathie.
Tegelijkertijd groeide de vraag naar directe hulpverlening explosief. In 2023 ontvingen vijf hulporganisaties samen ruim 275.000 hulpvragen, waarvan bijna de helft betrekking had op zelfmoordgedachten.
Volgens hulpverleners verwoorden dergelijke berichten zelden een echte doodswens. Eerder zijn het uitingen van diepe eenzaamheid of een verlangen naar erkenning. „Als je echt wilt sterven, dan zwijg je”, zei een onderzoeker naar online gedrag.
Medewerkers van het BOND-project, een organisatie gericht op kwetsbare meisjes, benadrukken dat Shiraishi de psychologie van deze jongeren doorgrondde. „Als jullie hen eerder vinden dan ik, kunnen jullie levens redden”, zou hij later tegen een hulpverlener hebben gezegd.
Ondanks de toegenomen urgentie blijft de geestelijke gezondheidszorg in Japan achter. Jongeren worstelen vaak met prestatiedruk, moeizame communicatie met hun ouders en beperkte toegang tot psychologische zorg. Ondertussen nemen gevoelens van isolatie toe. Japans onderzoek toont aan dat intensief gebruik van sociale media samenhangt met een afname in welzijn, vooral onder jonge mannen. Dat lagere welzijn leidt er vervolgens toe dat zij juist langer online blijven. Het is een vicieuze cirkel met meetbare gevolgen: hoewel het algemene zelfmoordcijfer in Japan daalt, stijgt het onder jongeren.
Geen berouw
Shiraishi toonde geen berouw. Tijdens zijn proces bekende hij schuld, stemde in met de doodstraf en zag af van hoger beroep. In 2020 werd het vonnis uitgesproken en in 2021 werd het definitief. De executie volgde vier jaar later. In de ogen van critici een schrijnend contrast met de traagheid waarmee Japan de mentale gezondheid van jongeren beschermt.
Japan is een van de weinige democratieën ter wereld die de doodstraf nog uitvoeren. Veroordeelden wachten de voltrekking af in een isoleercel en worden hooguit enkele uren van tevoren van hun executie op de hoogte gebracht. Nabestaanden worden pas na afloop ingelicht.
Lees ook
Uit de rolstoel naar de strop
De Japanse overheid verdedigt de doodstraf met verwijzing naar brede publieke steun. Peilingen suggereren dat circa 80 procent van de bevolking de maatregel als ‘onvermijdelijk’ beschouwt. Maar bij genuanceerder geformuleerde vragen blijkt slechts 27 procent een uitgesproken voorstander. Daarbij is het aantal tegenstanders juist toegenomen, van 5 procent in 1994 naar 16,5 procent in 2024, hetzelfde jaar dat Iwao Hakamada na 47 jaar in de dodencel werd vrijgesproken.
