JA21 wilde één ding vermijden: gedoe. Nu splijt ruzie de partij

Partijcongres JA21 wil een ‘fatsoenlijk rechtse’ partij zijn, zonder FVD-toestanden. Maar de partijtop duldt geen enkele kritiek, zeggen leden.

DEN BOSCH - JA21-leider Joost Eerdmans en Annabel Nanninga reageren op de uitslagen voor de Provinciale Statenverkiezingen. ANP RAMON VAN FLYMEN
DEN BOSCH – JA21-leider Joost Eerdmans en Annabel Nanninga reageren op de uitslagen voor de Provinciale Statenverkiezingen. ANP RAMON VAN FLYMEN

Hoe je kunt weten dat het rommelt bij JA21? Bewijsstuk A diende zich aan in de vorm van een brandbrief die een groep bezorgde leden eind maart aan het partijbestuur richtte, een pleidooi om de partij te democratiseren en de koers te verbreden. Onder de ondertekenaars waren niet de minsten: Statenleden, senatoren, Europarlementariërs en twee van de drie Tweede Kamerleden.

Bewijsstuk B was de reactie van het bestuur die volgde. Of beter gezegd: van de getergde secretaris, Simon Slooten. Als iets hem niet zint, zeggen leden en oud-leden, kan de secretaris behoorlijk onprettig worden. Ook nu is Slooten ontstemd: hij belt drie van de ondertekenaars van de brief, onder wie twee senatoren, en valt fel uit. Zelf erkent Slooten dat hij met één van hen „zeker wel met enige emotie” sprak. „Ik vond het jammer dat ze, gezien de warme verstandhouding, me niet zelf even hadden gebeld met hun grieven.”

Zulke telefoontjes zijn nog maar het topje van de ijsberg, de kritische leden waarschuwen dat de partij op een doodlopende weg zit. Deze zaterdag, als de partij congresseert in de Amersfoortse Prodentfabriek, wil een deel van hen het bestuur confronteren.

Zo krijgt JA21, twee jaar na de oprichting, precies waar de partij vanaf het begin voor vreesde: gedoe. LPF en FVD ruzieden zichzelf naar de bodem en verspeelden zo hun kansen als serieuze bestuurderspartij. JA21, dat eind 2020 door Joost Eerdmans en Annabel Nanninga gesticht werd op de smeulende puinhopen van Forum, wilde dat scenario koste wat het kost voorkomen. Rechts van de VVD én fatsoenlijk, dat was de beoogde formule, zonder onderling gekissebis.

Nu is dat gevreesde gedoe er alsnog. De uitslag bij de Provinciale Statenverkiezingen, ver achter de BoerBurgerBeweging, viel tegen. Van de gehoopte rol als rechtse partner voor de coalitiepartijen van Rutte IV is de afgelopen jaren weinig terechtgekomen. En een klein groepje bepaalt de partijkoers.

Bezorgde JA21’ers zijn bang dat hun partij zichzelf met deze koers irrelevant aan te maken is. „De partij is een baantjesmachine voor Joost en Annabel en hun slippendragers geworden”, zegt Ted Dinklo, tot voor kort Statenlid voor JA21 in Utrecht. „Ik heb nooit ook maar enige interesse gemerkt in de provincie. Die drie zetels in de Tweede Kamer, dat vonden ze in de partijtop prima.”

Niet loyaal genoeg

Dinklo werd niet opnieuw geselecteerd voor de kandidatenlijst bij de Statenverkiezingen, naar eigen zeggen omdat hij „niet loyaal genoeg” was. Ook andere kandidaten vielen tot hun verrassing af, of ze voelden zich al niet gewaardeerd en haakten zelf af. „We hebben in de Staten niet vier jaar op onze krent gezeten”, zegt Gert-Jan Ransijn, die de JA21-fractie in Flevoland leidde. „Ik weet wat er in mijn provincie speelt, maar ze negeren dat totaal”, zegt Johan Almekinders, ex-fractieleider in Overijssel.

Lees ookJA21 wil de enige echte partij tegen ‘woke’ worden

Onvrede is er ook over de manier waarop de Limburgse lijst werd samengesteld. Een jaar voor de verkiezingen sloot de partij een herenakkoord met een partij van voormalige FVD’ers. Die partij, Samen Voor Limburg, zou onder JA21-vlag verdergaan. Totdat de partijtop ineens een nieuwe lijsttrekker naar voren schoof. De Limburgse politici trokken zich verbolgen terug uit de partij.

Dinklo, Ransijn en Almekinders ondertekenden de brief aan het bestuur. Ook de vertrekkende fractievoorzitters van JA21 in Utrecht en Zuid-Holland deden dat. Bij veel briefschrijvers heerst het idee dat de partij veel beter zou kunnen scoren.

Alleen moet JA21 daarvoor wel eerst volwassen worden, is hun kritiek. Zo kunnen nieuwe bestuursleden vanwege de huidige regels alleen door het bestuur zélf worden voorgedragen. Daardoor zijn de zittende partijbestuurders, samen met oprichters Eerdmans en Nanninga, praktisch onaantastbaar, vinden de critici.

Ik denk dat JA21 intern al een PVV-model is

Johan Almekinders oud-Statenlid

De problemen van nu zijn deels terug te voeren op de onstuimige geboorte van JA21. Toen FVD volledig leek te imploderen, wist JA21 in rap tempo een grote groep volksvertegenwoordigers aan zich te binden, met Nanninga en Eerdmans als kopstukken.

Tegelijkertijd trok een klein groepje binnen de partij veel macht naar zich toe. In een poging om de chaos te voorkomen die eerdere snel groeiende rechtse nieuwkomers verscheurde, creëerden zij een partij met weinig ruimte voor tegenmacht. De vrees was dat al te veel ledendemocratie JA21 instabiel zou maken, vatbaar voor muitende leden die met minieme ledenaantallen de partij konden overnemen.

Twee jaar en vijfduizend leden later is van een ontwikkelde partij nog altijd geen sprake, klaagt een groeiend aantal JA21’ers nu. Pogingen om de partij te democratiseren zijn gesmoord en ondertussen zit de ‘tijdelijk voorzitter’ van toen, Adrien de Boer, nog altijd op zijn plek, al belooft hij zijn termijn niet af te maken.

De partijtop houdt vol dat de jonge partij niet anders kan. „Wij zijn een start-up”, zei Joost Eerdmans onlangs in De Telegraaf. Eerdmans, die de Tweede Kamerfractie van JA21 leidt, is ook het enige Kamerlid dat de brandbrief níét tekende. Die vond hij „heel negatief”. Dat begrijpen de schrijvers niet. „Ik denk dat uit de officiële reactie van het bestuur blijkt dat het wel degelijk een positieve brief is met constructieve voorstellen”, zegt Nicki Pouw-Verweij, een van de auteurs van de brief. In die officiële reactie zegt het bestuur toe dat het met de meeste voorstellen aan de slag gaat. Zo reageerde men eerder ook, honen critici. Vervolgens gebeurde er niets mee.

De scepsis van de kritische leden wordt versterkt door de inhoudelijke koers. In de verkiezingscampagne ging het vooral over immigratie, met een vleugje kernenergie. Het leverde onlangs een politiek succesje op, toen coalitiepartijen CDA en VVD een JA21-motie aan een meerderheid hielpen om asielopvang in landen als Rwanda te onderzoeken. Maar waar blijft de verdieping op andere onderwerpen, vragen de critici zich af.

„Het is zo leeg”, zegt een van hen. „We zijn veel te veel gaan meedraaien in de show, in plaats van te benoemen dat we in een showtje zitten. Caroline van der Plas en Pieter Omtzigt doen dat wel, daarom zijn zij ook zo succesvol. We hebben geen systeemkritiek.”

„Ik denk dat JA21 met zijn partijstructuur intern al een PVV-model is”, zegt Johan Almekinders. „En extern begint het met deze inhoud ook steeds meer op de PVV te lijken.”

Op het congres in Amersfoort, deze zaterdag, zal blijken hoeveel bijval de kritische leden met hun voorstellen krijgen. En of de partijtop kan voorkomen dat JA21 als zoveelste ruziepartij de geschiedenis ingaat.