Israël doet kleinschalige tegenaanval en Iran lijkt af te zien van nieuwe wraak

Laten beide landen het er nu bij, na de bescheiden Israëlische tegenaanval in Iran van deze vrijdag ter vergelding van Irans aanval op Israël zes dagen eerder? Zeker is dat nog niet, maar veel wijst erop dat zowel Iran als Israël probeert een grotere en potentieel verwoestende oorlog tussen de twee aartsvijanden te voorkomen.

Met spanning werd gewacht op de Israëlische tegenzet nadat Iran Israël vorig weekeinde had aangevallen met ruim driehonderd drones en raketten. Weliswaar werd zo’n 99 procent daarvan – met onder meer Amerikaanse en Jordaanse hulp – onschadelijk gemaakt voor ze hun doel bereikten, maar het was voor het eerst dat de Iraniërs Israël direct aanvielen. Iran nam daarmee op zijn beurt wraak voor een aanval op het Iraanse consulaat in Damascus waarbij hoge militairen van de Iraanse Revolutionaire Garde werden gedood.

Vrijdagochtend werd duidelijk dat Israël een aanval met drones had uitgevoerd op een militaire basis bij Isfahan, in het hart van Iran. Bij deze historische stad bevindt zich ook Irans belangrijkste nucleaire onderzoekscentrum. Omwonenden hoorden kort na middernacht enkele explosies. Niet duidelijk was of dat drones waren die de basis troffen of drones die door het Iraanse luchtafweergeschut werden neergehaald. Over mogelijke schade op de basis is nog niets bekend. Zowel de Iraniërs als het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) zeiden geen melding van schade aan de nucleaire faciliteiten te hebben ontvangen.


Lees ook
Bang om zwak te lijken, slaan Iran en Israël liefst hard terug

Een anti-Israëlisch billboard in Teheran, twee dagen na de Iraanse aanval met drones en raketten op het land.

Anders dan bij de recente Iraanse aanval op Israël ging het bij deze operatie voor zover bekend slechts om drones, niet om raketten. Volgens de Iraniërs waren er evenmin Israëlische vliegtuigen het Iraanse luchtruim binnengedrongen. Een analist van de staatstelevisie sloot niet uit dat de drones door „infiltranten” binnen Iran zelf waren opgelaten. Volgens de Iraanse staatstelevisie waren er drie drones door de luchtafweer uit de lucht geschoten. Ook zouden er drones zijn neergehaald bij de noordwestelijke stad Tabriz. Nabij die stad bevindt zich een ondergrondse raketbasis.

Israël niet genoemd

Opvallend was dat de Iraanse autoriteiten de indruk probeerden te wekken dat de actie weinig voorstelde. Sommige functionarissen ontkenden aanvankelijk zelfs dat er een aanval had plaatsgevonden. Israël hulde zich eveneens in stilzwijgen. Noch de politieke leiders, noch de militairen lieten zich over de operatie in Iran uit. De Iraniërs noemden Israël ook niet bij naam, al wist onder meer The New York Times al snel een bevestiging van de Israëlische actie te krijgen van anonieme Iraanse en Israëlische functionarissen.

Al na enkele uren verklaarde een hoge Iraanse functionaris tegen het persbureau Reuters dat Iran geen onmiddellijke plannen heeft om terug te slaan. Dat klonk minder dreigend dan de waarschuwingen van de Iraanse president Ebrahim Raisi van kort voor de Israëlische tegenactie. Raisi kondigde al bij voorbaat een „hard antwoord” aan. Ook had Iran donderdag gezinspeeld op de ontwikkeling van een eigen kernwapen. Iran heeft officieel altijd volgehouden dat zijn nucleaire programma voor vreedzaam gebruik is, maar Israël, de VS en andere westerse landen vrezen dat Iran in werkelijkheid streeft naar kernwapens.


Lees ook
Iran is sterker dan ooit

Iraanse soldaten tijdens een militaire parade op de jaarlijkse Dag van het Leger in Teheran, 17 april 2024.

Dat Iran op zichzelf niet belust is op een grotere oorlog met Israël en al helemaal niet met de VS had het de laatste weken al herhaaldelijk via diplomatieke kanalen laten weten.

Teken van zwakte

Na de Iraanse aanval van dit weekeinde was de vraag of Israël het zou aandurven een tegenactie op Iraans grondgebied te lanceren en zo ja, hoe groot die zou zijn. Het uitblijven van een directe aanval op Iran zou in de ogen van veel Israëliërs en de buitenwereld als een teken van zwakte kunnen worden uitgelegd. Met een onbeantwoorde aanval van Iran zouden de ongeschreven spelregels tussen beide landen – geen directe aanvallen op elkaar – bovendien ongestraft zijn gewijzigd in het voordeel van Iran. En dat terwijl Iran toch al tevreden kon toezien hoe Israël er na een half jaar hard vechten nog niet in was geslaagd het door Teheran gesteunde Hamas te verslaan en hoe Hezbollah er vanuit Libanon voor zorgde dat tienduizenden geëvacueerde inwoners van Noord-Israël nog altijd niet naar huis terug konden.

Israëls voornaamste bondgenoot, de Verenigde Staten, maakte echter vooraf duidelijk een Israëlische wraakactie in Iran niet te zullen steunen uit vrees dat er dan een bredere oorlog zou kunnen ontstaan in het Midden-Oosten. President Biden wenst daarin in een Amerikaans verkiezingsjaar niet te worden meegesleept.

Volgens Israëlische bronnen die The New York Times deze week sprak zou Israël wel op het punt hebben gestaan zondag om meteen een grote tegenaanval in Iran te lanceren. Ook de anders soms wat voorzichtiger leden van Netanyahu’s oorlogskabinet Benny Gantz en Gadi Eisenkot, beiden voormalige generaals, zouden hierop hebben aangedrongen. Na een gesprek met president Biden besloot de regering echter zo’n operatie uit te stellen.

Atoomgeleerden

Met de operatie van vrijdag toont Israël dat het op zichzelf niet terugdeinst voor acties in Iran zelf. In Dat had het overigens al eerder laten zien met onder meer liquidaties van atoomgeleerden en explosies bij nucleaire installaties. Tegelijkertijd bood de bescheiden schaal van de operatie van vrijdag Iran de mogelijkheid die te bagatelliseren en af te zien van nieuwe tegenacties.

Beide landen staan ook onder zware internationale druk van verdere escalatie af te zien. De internationale gemeenschap, van Rusland en China tot de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk, drong vrijdag collectief aan op terughoudendheid.


Lees ook
Israël kreeg veel Arabische hulp bij afslaan aanval, maar kan die ook zo weer verliezen

Het Amerikaanse vliegdekschip USS Dwight D. Eisenhower hielp Israël afgelopen weekeinde vanaf de Middellandse Zee met de verdediging tegen Iraanse raketten.

In Israël zelf werd er echter vooral op de rechterflank sceptischer gereageerd. Ook de extreem-nationalistische minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir, overigens geen lid van het kleine oorlogskabinet, maakte geen geheim van zijn teleurstelling over de bescheiden omvang van de Israëlische reactie. „Deerniswekkend”, luidde zijn bondige commentaar op X, het voormalige Twitter. Het kwam hem onmiddellijk op veel kritiek te staan, met name uit oppositiekringen.

Of nieuwe directe gewapende confrontaties tussen Iran en Israël hiermee van de baan zijn, zal de komende dagen en weken moeten blijken. Of zoals de Britse premier Sunak het verwoordde: „Wat we willen zien is een overwicht van mensen in de regio die het hoofd koel houden.”