Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag heeft Israël deze vrijdag bevolen alles in het werk te stellen ter voorkoming van daden van genocide in de Gazastrook. Ook droegen de zeventien rechters Israël op om meer humanitaire hulp toe te laten om te vermijden dat de mensonterende omstandigheden van de bevolking verder verslechteren. De rechters gaven Israël bovendien de enigszins vernederende opdracht mee al binnen een maand te rapporteren over de voortgang die het op deze punten had gemaakt.
Het Hof ging hierin mee met Zuid-Afrika, dat zich sterk identificeert met het lot van de Palestijnen. Zuid-Afrika heeft een zaak bij het ICJ aangespannen omdat het meent dat de Israëliërs met hun keiharde optreden in de Gazastrook na het bloedbad dat Hamas op 7 oktober in Zuid-Israël aanrichtte zich aan genocide schuldig maken. Daarmee zou Israël zijn verplichtingen onder het verdrag tegen genocide van 1948 schenden. Zowel Zuid-Afrika als Israël is partij bij dat verdrag.
De eis van Zuid-Afrika om Israël tot een onmiddellijk staakt-het-vuren te verplichten nam het Hof echter niet over. Dit laatste ongetwijfeld tot opluchting van de regering van premier Benjamin Netanyahu, die overigens vooraf al had laten weten dat ze zo’n oproep naast zich neer zou leggen. Netanyahu wil de strijd tegen Hamas vooralsnog op volle kracht voortzetten. „Israël zal zichzelf blijven verdedigen tegen Hamas, een genocidale terreurorganisatie”, kondigde hij vrijdag aan.
Ook onderstreepte het Hof dat de uitspraak van vrijdag niet wil zeggen dat het Zuid-Afrika in het gelijk stelt omtrent zijn beschuldiging dat Israël zich schuldig zou maken aan genocide. Een vonnis daarover is pas in een veel later stadium te verwachten. Maar de rechters waren het eens met Zuid-Afrika dat er wel voldoende aanwijzingen zijn dat er mogelijk van genocide sprake is en dat moet worden voorkomen dat de situatie verergert. Met het oog daarop maanden de rechters Israël ook om geen bewijsmateriaal van daden van genocide te vernietigen.
Demonstraties
Juist doordat het Israëlisch-Palestijnse conflict al decennia ook internationaal veel emoties losmaakt was er wereldwijd met spanning naar de voorlopige uitspraak van het Hof uitgekeken. Zowel Israël als de Palestijnen wisten dat er veel voor hen op het spel stond. Van beide kanten waren er ook net als bij de zitting twee weken geleden demonstraties in de buurt van het Haagse Vredespaleis georganiseerd.
Lees ook Zuid-Afrika verzoekt rechters Internationaal Gerechtshof: stop genocide Israël in Gaza
Anders dan Israël had gehoopt acht het ICJ zich wel degelijk bevoegd te oordelen over de Zuid-Afrikaanse klacht. De voorlopige uitspraak zelf vormt hoe dan ook een tegenslag voor de Israëlische regering, die de beschuldigingen steeds als onzinnig van de hand heeft gewezen, al staat niet vast dat het land daadwerkelijk genocide heeft gepleegd in de Gazastrook, het is al pijnlijk genoeg dat de rechters van het hoogste rechtscollege ter wereld voldoende aanwijzingen zien voor mogelijke genocide om de zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen voort te zetten. Juist Israël zelf werd immers in 1948 mede gesticht naar aanleiding van de genocide op de Joden in Europa.
Ook Israëlische sympathisanten meldden zich vrijdag in Den Haag bij het Internationaal Gerechtshof.Foto Olivier Middendorp
De rechters, die wisten dat de hele wereld over hun schouders meekeek, stemden met opmerkelijke eensgezindheid in met de zes onderdelen van het rechterlijke bevel aan Israël. Zelfs de Israëlische rechter kon zich in twee van de zes punten vinden. De meest dissidente rechter was de Oegandese Julia Sebutinde, die bijna steeds van mening verschilde met haar collega’s.
Alarmkreten
„Het Hof is zich scherp bewust van de omvang van de menselijke tragedie die zich in de regio voltrekt”, aldus Joan Donoghue, voorzitter van de rechtbank, „en is diep bezorgd over het voortdurende verlies aan levens en het menselijke leed”. Net als de Zuid-Afrikanen bij de zitting in het Vredespaleis twee weken geleden citeerde ze bij het voorlezen van de uitspraak verscheidene Israëlische politici, die hadden gesproken over Palestijnen als beesten. Ook verwees ze naar alarmkreten van diverse VN-organisaties omtrent de wanhopige humanitaire situatie, die almaar verder verslechterde.
De Zuid-Afrikaanse minister van Justitie Ronald Lamola sprak vrijdag van „een overwinning van het internationaal recht”. Op zijn beurt wees de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken, Riyad al-Maliki, erop dat de ICJ-uitspraak eraan herinnerde dat „geen enkele staat boven de wet is verheven”. Hij noemde de uitspraak van het Hof „een belangrijk bevel”.
De pro-Palestijnse Nederlandse organisatie The Rights Forum stelde dat de voorlopige uitspraak van het Hof Nederland zou moeten nopen tot herbezinning omtrent de levering van onderdelen voor Israëlische F-35 gevechtsvliegtuigen. Met die vliegtuigen worden bombardementen op Gaza uitgevoerd. „Het is ondenkbaar dat Nederland nu door zou gaan met de levering van F-35 onderdelen”, aldus The Rights Forum.
Lees ook Pleegt Israël genocide? Daarover gaan rechters in Den Haag zich buigen
Van ideale schoonzoon tot ideale grootvader. Zo kan in één zin het leven worden samengevat van de op 93-jarige leeftijd overleden oud-politicus en (kinder)boekenschrijver Jan Terlouw. In de jaren zeventig komeet aan het Binnenhof als aanvoerder van D’66 (toen nog met apostrof geschreven); decennia later, toen hij de pensioengerechtigde leeftijd reeds lang was gepasseerd, zoetgevooisd en veelgevraagd ‘geweten van goedbedoelend Nederland’.
Domineeszoon en oorlogskind Jan Terlouw vertegenwoordigde zijn lange leven lang de redelijkheid in persoon. Een ‘deugmens’ voordat dit woord zijn negatieve connotatie kreeg. Het was in elk geval het beeld dat hij wist op te wekken en koesterde. Altijd met oog voor het voortbestaan van de aarde en de jonge generatie, want die vertegenwoordigde de toekomst. Zijn boeken waren aanvankelijk dan ook bedoeld voor jongeren. Pjotr, Koning van Katoren, Oorlogswinter, het waren populaire, bekroonde boeken die dateren van voordat Terlouw de landelijke politiek inging. Boeken met een boodschap. Dat gold ook voor de boeken die hij na zijn actieve politieke leven, deels samen zijn dochter Sanne, voor volwassenen schreef.
Erelid Jan Terlouw tijdens een verkiezingscongres van D66 in Apeldoorn.
Foto ANP/Phil Nijhuis
Een prachtig leven
„Ik heb een prachtig leven gehad. Ik wil dat jullie het ook hebben”, sprak hij in 2016 tot de jeugd aan het slot van een beroemd geworden tv-optreden bij De Wereld Draait Door waar hij verwees naar ‘de goede oude tijd’ toen het touwtje uit de brievenbus van de voordeur – waardoor iedereen naar binnen kon stappen – nog zo vanzelfsprekend was. Zijn gepassioneerde pleidooi als 85-jarige aan de talkshowtafel van Matthijs van Nieuwkerk voor het weer vertrouwen in elkaar hebben en een rigoureus klimaatbeleid om de wereld te redden, leidde toen tot een ware Jan Terlouw-revival. Eindelijk weer iemand die het helder en gepassioneerd wist te zeggen.
Niets deed meer denken aan de tijd dat hij als politicus in 1982 keihard door de kiezer was afgeserveerd. Van de 17 zetels die hij het jaar ervoor na een voor die tijd ongekende verkiezingszege van negen zetels had behaald en waardoor hij de absolute en niet te negeren winnaar was geworden, resteerden er na de vervroegde verkiezingen van ruim een jaar later nog maar zes. Gedesillusioneerd verliet een toen 51-jarige Jan Terlouw de nationale politiek. Hij schreef er destijds een verbitterd en somtijds rancuneus dagboek over.
Zo snel als hij in de nationale politiek was opgekomen, zo snel was hij ook weer van het toneel verdwenen. Dat wil zeggen: toen. Een kleine negen jaar later keerde Terlouw terug als commissaris van de koningin in Gelderland. Na zijn pensioen zat hij rond de eeuwwisseling nog vier jaar voor D66 in de Eerste Kamer. Het koetshuis op zijn landgoed in Twello bij Deventer vormde sinds de jaren negentig zijn habitat van waaruit hij zijn zorgen over de wereld kenbaar maakte.
Lees ook
Jongeren moeten zeggen: ‘Wij pikken dit niet meer’
Na afloop van de regeringsverklaring van het kabinet-Van Agt ll in 1981: Joop den Uyl, Dries van Agt en Jan Terlouw.
Foto Vincent Mentzel
Klein koningsdrama
De natuurkundige Terlouw – hij promoveerde in 1964 op een proefschrift over het verband tussen elektronen en atoomkernen – was een relatieve buitenstaander in de politiek toen hij in 1971 in de Tweede Kamer werd gekozen. Wel was hij vanaf de oprichting lid geweest van D’66. Zijn verkiezing twee jaar later als fractievoorzitter was het sluitstuk van een klein koningsdrama waarbij mister D’66 Hans van Mierlo het veld diende te ruimen. Terlouw vertegenwoordigde de groep die vond dat D’66 zich voor meer moest inzetten dan alleen een beter functionerende democratie. Er was ook nog zoiets als de bedreiging van het milieu. En Nederland was meer dan het spraakmakende Amsterdamse intellectuele wereldje van kunstenaars, schrijvers en journalisten waarin Van Mierlo zich graag begaf.
De komst van Terlouw leidde niet tot electoraal herstel voor D66. Integendeel. Een jaar later haalde de partij bij de Provinciale Statenverkiezingen van 1974 nog maar 1 procent van de stemmen. Een groot deel van de leden vond dan ook dat de partij moest worden opgeheven. Een voorstel daartoe werd nipt verworpen, maar Terlouw trok voor zichzelf de conclusie dat hij bij de eerstvolgende verkiezingen voor de Tweede Kamer geen lijsttrekker wilde worden. Het partijcongres deed een dringend beroep op hem om zich toch beschikbaar te stellen. Terlouw wilde dat alleen als D66 in drie maanden tijd 66.666 adhesiebetuigingen zou weten te verzamelen en er 1.666 nieuwe leden bij zou krijgen. Die bluf werkte: er kwamen ruim 90.000 handtekeningen binnen en D66 kreeg 4.410 nieuwe leden.
Verstikkende verhoudingen
Terlouw kon met dit door hem uitgelokte vertrouwensvotum aan electoraal herstel gaan werken. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1977 klom de eerder ten dode opgeschreven partij onder zijn leiding met een verkiezingsprogramma getiteld ‘Het redelijk alternatief’ van zes naar acht zetels. De echte zegetocht volgde in 1981 toen D’66 in het zwaar gepolariseerde politieke klimaat met hoofdrolspelers als Joop den Uyl, Hans Wiegel en Dries van Agt met de allemansvriend Jan Terlouw als lijsttrekker maar liefst negen zetels won en daarmee naar 17 zetels klom. Het redelijke, het niet-ideologische, het beschaafde: het sloeg aan bij de kiezer. Maar het riep tevens weerstand op. Dagblad Trouw schreef destijds: ‘De smetteloze keurigheid waarmee hij praat en gebaart, denkt en schrijft roept een lastig te onderdrukken neiging tot opstandigheid op. Alles wat hij zegt is zo afgewogen, zo gepast en bovenal zo tergend juist.’
De verkiezingsoverwinning bracht D’66 én Jan Terlouw na een langdurige formatie samen met PvdA en CDA in een kabinet. Terlouw werd vicepremier en minister van Economische Zaken. Hij had grootse plannen. Eindelijk zou een begin worden gemaakt met het moderniseren van de vastgeroeste economie. Geen toespraak van de minister zonder de woorden „nieuw elan”. Maar Terlouw had buiten de verstikkende verhoudingen binnen het kabinet gerekend. Het gedwongen huwelijk – er bleek geen andere werkbare meerderheid te vormen – hield een kleine negen maanden stand. Op 12 mei 1982 was het alweer voorbij.
In het overgangskabinet van CDA en D66 dat tot aan de vervroegde verkiezingen bleef regeren, kon Terlouw als minister van Economische Zaken en vicepremier aanblijven. Van zijn ambitieuze vernieuwingsagenda was door alle politieke roerselen niets terecht gekomen. „Ik had zo weinig plezier in het regeren. Ik had de slechtste tijd van mijn leven”, zou hij later verklaren.
Jan Terlouw, de redelijkheid zelve, altijd maar op zoek naar nog meer redelijkheid.
Foto Robin van Lonkhuijsen
Teleurgesteld en boos
De kiezer was bij de verkiezingen van september 1982 onverbiddelijk: D’66 met hem als lijsttrekker werd gereduceerd tot zes zetels, elf zetels eraf. Jan Terlouw overzag het slagveld en vertrok teleurgesteld en boos. Pas vier jaar later, in 1986, zou hij zich voor het eerst weer op een D66 congres (de apostrof was inmiddels uit de partijnaam verdwenen) vertonen. Als secretaris-generaal van de in Parijs gevestigde Europese Conferentie van Transportministers had hij er toen al een paar jaar buiten de binnenlandse politiek op zitten. In 1991 keerde hij terug naar Nederland om commissaris van de koningin in Gelderland te worden; een functie die hij tot zijn pensioen in 1996 zou blijven uitoefenen.
Hoogtepunt in die tijd was zijn optreden als bestuurder toen begin 1995 als gevolg van hoog water de dijken het dreigden te begeven. Meer dan 100.000 mensen werden gesommeerd hun huizen te verlaten. Crisismanagement van de commissaris dat gepaard ging met de nodige competentiegeschillen met andere bestuurslagen. De recensies over zijn bestuurlijke periode in de provincie waren bij zijn vertrek in 1996 over het algemeen positief. Zelf bagatelliseerde Terlouw zijn jaren als commissaris: „Ach ik heb geen grote verdiensten gehad. Ik heb op de winkel gepast.”
Hans van Mierlo kondigt in 1973 zijn vertrek als fractievoorzitter van D’66 aan, naast hem Jan Terlouw, die hem zal opvolgen.Foto Ruud Hoff
Politiek verslaafden
Dat zijn partij hem niet vergeten was (in 1991 had hij in een interview nog geklaagd dat D66 hem „volstrekt negeert”) bleek in 1999 toen hij op de eerste plaats van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer werd gezet. In het gezelschap van andere oud D66-bewindslieden verbleef Terlouw vier jaar in, zoals medelid Jacob Kohnstamm het had omschreven, de „Jellinekkliniek voor politiek verslaafden”. Maar de ex-leider van D66 kende inmiddels zijn plaats. Hij liet het fractievoorzitterschap aan zich voorbijgaan en concentreerde zich als senator op de degelijkheid van (paarse) wetsvoorstellen. Met tegenzin stemde hij in die tijd voor de privatisering van elektriciteitsbedrijven, gaf hij later toe in interviews.
Ook na de Eerste Kamer hield het werkzame leven niet op voor Terlouw. Hij zat in talloze commissies en besturen en was een veel gevraagd spreker. Want begeesterd spreken kon de domineeszoon zeker. „Sprookjes en verhalen zijn zo ontzettend belangrijk in het leven”, zei hij in 2021 in een interview met dagblad de Stentor ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag. In 2014 hield hij in Amsterdam een indrukwekkende 4 mei-lezing waarin hij filosofeerde over het begrip vrijheid. „Realiseren we ons dat ware vrijheid weinig van doen heeft met ‘lekker kunnen doen waar je zin in hebt’, dat het vooral betekent dat je de vrijheid van anderen ruimte moet geven?”, stelde hij.
De laatste jaren sleet Terlouw op zijn landgoed in Twello, samen met zijn 37 jaar jongere vriendin Annette Mul die hij op 89-jarige leeftijd ontmoette nadat zijn vrouw Alexandra was overleden. Weg van de actuele politiek, maar zich wel permanent zorgen makend over de toekomst. Of, zoals hij het tegenover de Stentor stelde: „Ik weet niet goed wat er aan de hand is in dit tijdsgewricht. Ik zie, zoals iedereen, polarisatie. Rede en argumenten lijken nergens meer ingang te vinden.”
Het was Jan Terlouw ten voeten uit. De redelijkheid zelve, altijd maar op zoek naar nog meer redelijkheid.
Of het interview ook bij hem thuis kon, appt hockeyer Jeroen Hertzberger een dag van tevoren. Het is meivakantie, zijn drie kinderen zijn thuis, en zijn vrouw die vandaag normaal gesproken vrij is, blijkt een werkafspraak te hebben.
Dus staat Hertzberger – zongebruind, smartwatch om zijn pols, eendagsstoppelbaardje – een dag later cappuccino’s te maken in zijn keuken in Rotterdam-Noord. Zijn oudste, Hugo (8), zit voor de gelegenheid beneden op de bank voor de tv, al vertrekt hij al snel wegens hard praten. Zijn dochter Mila (6) en zoon Jilles (3) zijn boven. „Bereid je maar voor op vragen wat je eigenlijk komt doen”, zegt hij.
Jeroen Hertzberger (39) beleeft zijn laatste dagen als tophockeyer. Hij stopt na 22 seizoenen bij HC Rotterdam, de club waar hij zijn hele carrière speelde.
Hertzberger werd in al die jaren een gezichtsbepalende speler. Vanwege zijn vechtlust, zijn ijzeren discipline, het zelfvertrouwen dat van hem afdruipt. Vanwege zijn neus voor doelpunten: in 2023 werd hij topscorer allertijden in de Hoofdklasse. Dit seizoen maakte hij er weer 25. En simpelweg omdat hij er altijd stond: in die 22 jaar miste hij slechts één duel vanwege een blessure.
Toch besloot Rotterdam zijn contract niet te verlengen. In december nam Hertzberger, die deelnam aan drie Olympische Spelen, ook al afscheid als international – al was hij al drie jaar niet opgeroepen voor Oranje.
Volgens de voorzitter van Rotterdam speelden financiële overwegingen een rol. Hertzberger, die zegt dat hij zélf ook overwoog om te stoppen, gelooft dat niet. Hij denkt dat Rotterdam simpelweg niet met hem door wilde. Een gesprek over een eventueel lager salaris is volgens hem niet gevoerd.
Altijd spanning
We spreken elkaar net voor zijn laatste wedstrijd, vorige week zondag, thuis tegen Klein Zwitserland (5-0, Hertzberger scoorde zelf nog één keer uit een strafcorner). Hij werd flink in het zonnetje gezet: er werd onder meer een tribune naar hem vernoemd. Rotterdam haalde dit jaar de play-offs niet, dus daarmee zit het seizoen erop.
Het zijn „emotionele weken”, zegt Hertzberger kort daarvoor aan zijn keukentafel. „Want alles is de laatste keer. Dat maakt het supergek. Als iets 22 jaar je leven is…”
Dan loopt zijn jongste binnen. „Wie is zij?”
Hertzberger ziet dat zijn broek nat is: „Ojee, wat is er gebeurd?”
Zijn zoontje blijkt net naast de wc in zijn broek geplast te hebben.
„Oh, vriend, zullen we dat even verschonen dan?”
Samen vertrekken ze naar boven. „Onderbreking nummer één.” Daarna volgen nog enkele intermezzo’s met eierkoeken en gesprekjes over het tv-volume en het middagprogramma.
Foto Merlijn Doomernik
Terug van boven: „Met topsport is die spanning er altijd. Elke week heb je de opbouw naar zondag toe. Ik voel me altijd heel verantwoordelijk. Wat kan er beter, waarom winnen we, waarom verliezen we, waarom halen we dit jaar de play-offs niet? Dat mentale stuk, dat lijkt me heel gek om straks niet meer te hebben.”
Hertzberger is zo’n sporter die geen genoeg kan krijgen van dat ‘mentale stuk’, van de grote topsportthema’s zoals veerkracht en discipline. Hij schreef er zelfs een boek over, Presteren kan je leren (2024), waarvoor hij sporters als Ireen Wüst en Dennis Bergkamp interviewde. Op de kaft staat hijzelf, in het oranje, vijf medailles om zijn nek.
Als jongste ‘altijd kansloos’
Hij stipt ook zijn eigen jeugd aan, die hij grotendeels doorbracht in het buitenland – Congo, Hongarije, Oostenrijk – vanwege zijn vaders baan bij levensmiddelenconcern Unilever. Moeiteloos kan hij oplepelen wat hem gevormd heeft. Dat hij de jongste was in een fanatiek sportend gezin, met een zus en twee broers. „Ik was eigenlijk altijd kansloos. Mijn broers waren fysiek groter, en gewoon beter in alles: golfen, skiën, tennis. Dat maakt je best wel nederig.”
Alle broers Hertzberger gingen uiteindelijk verder in het hockey en speelden een tijd samen bij het eerste van Rotterdam. Maar Jeroen speelde als enige grote toernooien met Oranje en hield het met afstand het langste vol.
Ik ben niet de sterkste, de snelste, de grootste. Ik was altijd onder de indruk van mijn teamgenoten.
Ook zijn overstap van het in hockeytermen onbeduidende Oostenrijk naar het grote Nederland had invloed op hem, zegt hij. „Daarom heb ik mezelf nooit zo goed gevonden. Ik wil dat geen onzekerheid noemen, want ik ben zeker geen onzekere jongen. Sterker nog: ik word door de buitenwereld bestempeld als té zelfverzekerd, een tikkeltje arrogant, noem het wat je wil, I don’t care. Maar ik heb altijd gedacht: ik ben niet de sterkste, de snelste, de grootste. Ik was altijd onder de indruk van mijn teamgenoten.”
En dan is er nog de mentaliteit die hij van zijn ouders meekreeg. „Dat je niet accepteert dat mensen lui zijn, dat je anderen niet de schuld geeft, dat je kijkt: wat kan ik beter doen? Als dingen niet gingen zoals ik wilde, heeft mijn vader vaak tegen me gezegd: ‘het leven is niet eerlijk, wen er maar aan’.”
Als je jong bent denk je misschien: gaap. Wanneer merkte je: hier kan ik wat mee?
„Wij verhuisden terug uit Wenen toen ik zestien was. Toen had ik hockey boven voetbal verkozen. Het leek een goede keuze, want ik werd meteen geselecteerd voor het Nederlands team onder de 18. Maar al snel viel ik weer af, omdat ik niet goed genoeg was. Mijn eerste echte teleurstelling. Toen ben ik een week van slag geweest, maar daarna heb ik de knop omgezet, ben ik gaan knallen.”
Wat dacht je toen je zo van slag was?
„Nou, als je jong bent, dan ben je bezig met je nalatenschap. Dan denk je: Oranje, een WK, de Olympische Spelen, en dan ben ik de beste allertijden. Achteraf denk ik: wat boeit het dat ik toen ben afgevallen en drie jaar later pas weer bij Oranje kwam? Juist die levensfase is belangrijk voor een jonge sporter. Als je de goede motivatie hebt, kom je wel bovendrijven. Alle goeden zijn mentaal sterk. En andersom: megatalenten die afvallen, dat komt ook hierdoor.”
Je broer Maurits zei dat je vroeg in je carrière veel harder bent gaan werken voor het hockey, geïnspireerd door buitenlandse spelers bij Rotterdam.
„Zeker. Voor jongens uit Nieuw-Zeeland was het heel normaal om op niet-trainingsdagen voor de wedstrijd op het veld te staan. Ik ben daarin meegegaan. Strafcorners pushen. En ik was klein en licht. Die jongens gingen toen al naar de gym. Dat ben ik ook gaan doen.
„Ik ken genoeg gasten die weergaloos aan de bal zijn, maar gewoon niet fit genoeg. De tweede helft heb je er niks aan.”
Erger jij je daar niet dood aan?
Hertzberger geeft niet echt antwoord, maar begint te vertellen hoe hij er met teamgenoten over praat. „Komt er zo’n gast bij ons in Heren 1, zie ik op de socials dat-ie weer op de golfbaan staat ofzo. Dan vraag ik: ‘vind jij jezelf fit?’ Niet lullig bedoeld, maar gewoon een reality check. ‘Ben je naar de gym geweest deze week? Hoe lang dan? Anderhalf uur op maandag? Oké, dus je staat meer op golfbaan dan in de gym. Dat is wel raar toch?’”
Denken ze dan niet soms: daar heb je Hertzberger weer.
„Ja, zou kunnen. In het begin was dat misschien wel zo. Toen ik in 2007 geselecteerd werd voor Oranje was ik de eerste ooit van Rotterdam. Maar met spelers als Thijs van Dam, Justen Blok, Derk Meijer hebben we een cultuur gecreëerd waarin het normaal is dat je elkaar aanspreekt. Misschien vinden sommige jongens dat alsnog irritant, maar heel simpel: als je er niet naar leeft, dan moet je niet miepen als je het niet haalt.”
Vind jij het dan nooit zwaar?
„Zeker. Dat is één van de redenen dat ik ook wel vrede heb met stoppen. Het kost me steeds meer moeite om echt topfit te zijn. In januari heb ik twintig dagen in de gym gezeten. Ik voelde gewoon dat het moest. En die loopschoenen moeten altijd mee. Ben ik op wintersport met de familie, moet er toch gerend worden.
„Ik merk ook dat ik minder goed herstel. Soms denk ik: wat lul je nou, je doet het nog zo goed, waarom stop je? Maar ik ben ook heel blij dat ik straks tijd heb met mijn gezin. Ik heb al twintig jaar geen herfstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie gehad.”
Je wordt als arrogant gezien, zei je net. Heeft dat je ook in de weg gezeten?
„Ja, zeker. Het grappige is, het is allemaal perceptie. Iedereen met wie ik gespeeld heb, bestempelt mij niet als arrogant. Ik ben altijd heel begaan met het team. En ik hoor vaak: Jeroen wil altijd maar doelpunten maken, het mannetje zijn, maar ik sta ook bovenaan in de assistlijsten, ik ga niet altijd voor eigen succes. Maar ik heb meerdere malen coaches meegemaakt die denken dat ze weten hoe ik in elkaar zit. Dat heeft wel invloed op mijn carrière gehad.”
Op welke manier?
„Ik denk dat Max Caldas [bondscoach tussen 2014 en 2021] in het begin wel eens heeft gedacht: wat moet ik met deze gast? Het eerste toernooi werd ik een beetje aan de kant gezet. Alsof hij dacht: de dominante figuren moet ik even aanpakken. Terwijl er anderen in dat team asocialer, arroganter en dominanter waren dan ik. Dat is dus perceptie.”
Perceptie is wel belangrijk. Heb je ooit gedacht: misschien moet er een tandje af?
„Valt wel mee. Ik vind dat je moet benoemen wanneer het niet gaat. Als dat betekent dat sommige coaches mij irritant vonden, prima.”
Hertzberger nam deel aan drie Zomerspelen. Beijing (2008), Rio de Janeiro (2016) en Tokio (2021). Tweemaal greep de ploeg naast het brons, in Tokio werd voor het eerst sinds 1984 de halve finale niet gehaald.
De wederopstanding van de hockeymannen onder Jeroen Delmee – goud in Parijs, afgelopen zomer – maakte Hertzberger niet meer mee. Ook al was hij nadrukkelijk wel beschikbaar.
Tot een half jaar voor de Spelen had hij nog het gevoel dat hij ‘Parijs’ kon halen, zegt Hertzberger. „De bondscoach heeft mij, denk ik, achter de hand gehouden voor het geval van blessures. Ik heb ook al mijn gegevens nog moeten inleveren, dus ik was geaccrediteerd.”
Maar meegetraind heeft hij nooit. „Dat vind ik het enige smetje. Elke aanvaller die zijn handen niet achterstevoren had, heeft een kans gehad in Oranje.”
Misschien was het toch zijn uitstraling, denkt Hertzberger. „Ongeacht of ik mijn mond opentrek, je hebt natuurlijk wel een bepaalde aanwezigheid in de kleedkamer.” Hij zou het nog weleens van Delmee willen weten. „En ik ben nog steeds van mening dat ik niet had misstaan daar.”
Op de gouden medaille is hij „niet jaloers”, zegt Herzberger. „Maar ik ben wel jaloers op het proces. Want ik was het echt eens met Delmees aanpak, die was anders dan de jaren ervoor heel nuchter, gedisciplineerd en helder. Dat is ook echt waar ik voor sta.”
Heb je ooit gedacht: ik ga zelf bedanken voor Oranje?
„Nee, dat doe je niet.”
Ik dacht: misschien vind je het ook wel moeilijk om afscheid te nemen. Bij Rotterdam hebben ze uiteindelijk ook voor jou beslist.
„Mensen vergeten weleens dat ik zelf misschien ook de keuze had gemaakt om nu te stoppen bij Rotterdam.
„Maargoed, ja, topsport komt niet meer terug. Dat is ook het mooie, het is eindig. Je moet er in een korte periode alles uithalen. Het houdt je continu een spiegel voor. De afgelopen vijf jaar vraagt iedereen me: ga je nou weer door? Maar moet ik dan stoppen alleen omdat ik oud ben? Ik vind topsport gewoon het mooiste wat er is.”
De Amerikaanse zanger Chris Brown (36) is donderdag in Manchester opgepakt en wordt aangeklaagd voor het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij een muziekproducent. Dat meldt de Britse politie. Volgens de BBC verschijnt hij vrijdag voor de rechter.
Woensdag vloog Brown naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij in juni en juli concerten gepland heeft. Donderdag werd hij in een hotel gearresteerd om een incident uit februari 2023. Toen zou hij in een nachtclub in Londen een muziekproducent meermaals met een fles hebben geslagen. In oktober 2023 klaagde de producent Brown al aan voor mishandeling en eiste hij een schadevergoeding van 15 miljoen dollar. Het incident zou zijn gefilmd door bewakingscamera’s.
Brown kent een lang verleden van beschuldigingen en veroordelingen om geweldsincidenten. In 2009 werd hij veroordeeld voor mishandeling van zangeres Rihanna, zijn ex. Ook daarna volgden veel incidenten, vaak zonder veroordeling. In 2017 kreeg hij een contactverbod opgelegd omdat hij zijn ex-vriendin Karrueche Tran had bedreigd. Ook werd hij meermaals aangeklaagd voor of beschuldigd van seksueel geweld en verkrachting. Daarvoor werd hij nooit veroordeeld.