Israël moet genocide in Gaza voorkomen en daarover snel rapporteren

Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag heeft Israël deze vrijdag bevolen alles in het werk te stellen ter voorkoming van daden van genocide in de Gazastrook. Ook droegen de zeventien rechters Israël op om meer humanitaire hulp toe te laten om te vermijden dat de mensonterende omstandigheden van de bevolking verder verslechteren. De rechters gaven Israël bovendien de enigszins vernederende opdracht mee al binnen een maand te rapporteren over de voortgang die het op deze punten had gemaakt.

Het Hof ging hierin mee met Zuid-Afrika, dat zich sterk identificeert met het lot van de Palestijnen. Zuid-Afrika heeft een zaak bij het ICJ aangespannen omdat het meent dat de Israëliërs met hun keiharde optreden in de Gazastrook na het bloedbad dat Hamas op 7 oktober in Zuid-Israël aanrichtte zich aan genocide schuldig maken. Daarmee zou Israël zijn verplichtingen onder het verdrag tegen genocide van 1948 schenden. Zowel Zuid-Afrika als Israël is partij bij dat verdrag.

De eis van Zuid-Afrika om Israël tot een onmiddellijk staakt-het-vuren te verplichten nam het Hof echter niet over. Dit laatste ongetwijfeld tot opluchting van de regering van premier Benjamin Netanyahu, die overigens vooraf al had laten weten dat ze zo’n oproep naast zich neer zou leggen. Netanyahu wil de strijd tegen Hamas vooralsnog op volle kracht voortzetten. „Israël zal zichzelf blijven verdedigen tegen Hamas, een genocidale terreurorganisatie”, kondigde hij vrijdag aan.

Ook onderstreepte het Hof dat de uitspraak van vrijdag niet wil zeggen dat het Zuid-Afrika in het gelijk stelt omtrent zijn beschuldiging dat Israël zich schuldig zou maken aan genocide. Een vonnis daarover is pas in een veel later stadium te verwachten. Maar de rechters waren het eens met Zuid-Afrika dat er wel voldoende aanwijzingen zijn dat er mogelijk van genocide sprake is en dat moet worden voorkomen dat de situatie verergert. Met het oog daarop maanden de rechters Israël ook om geen bewijsmateriaal van daden van genocide te vernietigen.

Demonstraties

Juist doordat het Israëlisch-Palestijnse conflict al decennia ook internationaal veel emoties losmaakt was er wereldwijd met spanning naar de voorlopige uitspraak van het Hof uitgekeken. Zowel Israël als de Palestijnen wisten dat er veel voor hen op het spel stond. Van beide kanten waren er ook net als bij de zitting twee weken geleden demonstraties in de buurt van het Haagse Vredespaleis georganiseerd.


Lees ook
Zuid-Afrika verzoekt rechters Internationaal Gerechtshof: stop genocide Israël in Gaza

Zuid-Afrikanen Ronald Lamola (minister van Justitie, links) en Vusimuzi Madonsela, ambassadeur in Nederland, in het Hof.

Anders dan Israël had gehoopt acht het ICJ zich wel degelijk bevoegd te oordelen over de Zuid-Afrikaanse klacht. De voorlopige uitspraak zelf vormt hoe dan ook een tegenslag voor de Israëlische regering, die de beschuldigingen steeds als onzinnig van de hand heeft gewezen, al staat niet vast dat het land daadwerkelijk genocide heeft gepleegd in de Gazastrook, het is al pijnlijk genoeg dat de rechters van het hoogste rechtscollege ter wereld voldoende aanwijzingen zien voor mogelijke genocide om de zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen voort te zetten. Juist Israël zelf werd immers in 1948 mede gesticht naar aanleiding van de genocide op de Joden in Europa.

Ook Israëlische sympathisanten meldden zich vrijdag in Den Haag bij het Internationaal Gerechtshof.
Foto Olivier Middendorp

De rechters, die wisten dat de hele wereld over hun schouders meekeek, stemden met opmerkelijke eensgezindheid in met de zes onderdelen van het rechterlijke bevel aan Israël. Zelfs de Israëlische rechter kon zich in twee van de zes punten vinden. De meest dissidente rechter was de Oegandese Julia Sebutinde, die bijna steeds van mening verschilde met haar collega’s.

Alarmkreten

„Het Hof is zich scherp bewust van de omvang van de menselijke tragedie die zich in de regio voltrekt”, aldus Joan Donoghue, voorzitter van de rechtbank, „en is diep bezorgd over het voortdurende verlies aan levens en het menselijke leed”. Net als de Zuid-Afrikanen bij de zitting in het Vredespaleis twee weken geleden citeerde ze bij het voorlezen van de uitspraak verscheidene Israëlische politici, die hadden gesproken over Palestijnen als beesten. Ook verwees ze naar alarmkreten van diverse VN-organisaties omtrent de wanhopige humanitaire situatie, die almaar verder verslechterde.

De Zuid-Afrikaanse minister van Justitie Ronald Lamola sprak vrijdag van „een overwinning van het internationaal recht”. Op zijn beurt wees de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken, Riyad al-Maliki, erop dat de ICJ-uitspraak eraan herinnerde dat „geen enkele staat boven de wet is verheven”. Hij noemde de uitspraak van het Hof „een belangrijk bevel”.

De pro-Palestijnse Nederlandse organisatie The Rights Forum stelde dat de voorlopige uitspraak van het Hof Nederland zou moeten nopen tot herbezinning omtrent de levering van onderdelen voor Israëlische F-35 gevechtsvliegtuigen. Met die vliegtuigen worden bombardementen op Gaza uitgevoerd. „Het is ondenkbaar dat Nederland nu door zou gaan met de levering van F-35 onderdelen”, aldus The Rights Forum.


Lees ook
Pleegt Israël genocide? Daarover gaan rechters in Den Haag zich buigen

Autowrak in het zuiden van de Gazastrook, vermoedelijk na een aanval van Israël