Wilders worstelt met zijn positie over Oekraïne. In het Kamerdebat van gisteren zagen we hem voorzichtig bijdraaien richting steun, terwijl de PVV juist lange tijd warme banden met Rusland onderhield. Wat betekent deze draai? Steven Derix ziet hoe dit wringt met zijn partij, achterban en coalitiepartners.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Er is veel om enthousiast over te worden in een uitverkocht Paradiso, zaterdagavond. De nieuwe band rond Sharon van Etten, The Attachment Theory, is in bloedvorm. Het ene moment spreiden ze een gothic deken van geluid, met lagen donker glitterende synthesizers a la The Cure. Dan weer schakelen ze over in een groove, en danst de Amerikaanse indierockzangeres wild en grijnzend om haar bandgenoten. In hoogtepunt ‘Somethin’ Ain’t Right’, blijkt een simpel repetitief Terry Riley-achtig orgeltje genoeg om Paradiso te laten kolken. ‘The same that it ever was!’, knipoogt ze naar Talking Heads.
En dan is er nog de bassist, misschien wel de ster van de avond. Met een handtas komt ze het podium op lopen, behangen met zilveren kettingen, om vervolgens baslijnen neer te leggen waar minstens zo veel goede melodieën en hooks in zitten als in de zang van de frontvrouw. Met zo’n groep muzikanten, een prachtig nieuw album dat in februari uitkwam (Sharon van Etten & The Attachment Theory) dat op enkele nummers na helemaal voorbijkomt, en nog een handvol greatest hits uit Van Ettens inmiddels flinke repertoire, is alles aanwezig voor zo’n avond waar alles op zijn plek valt.
Teleurstelling
Het zit er zo dicht tegen aan, en toch blijft er na 75 minuten iets van lichte teleurstelling achter. Raar, want nieuwe nummers als ‘Idiot Box’ en ‘Afterlife’ blijken live nog meer impact te maken dan op de plaat. En ‘Seventeen’, misschien wel de grootste ‘hit’ van Van Etten, blijkt ook vanavond een meebrul-anthem. Helemaal als ze op haar knieën valt en in het gezicht van een fan de woorden uitspuugt.
Maar zo goed elk instrumentaal detail klinkt, zo slecht is ze het grootste deel van de set zelf hoorbaar. In een extatisch moment schiet de band in een hogere versnelling, maar valt de zang een paar coupletten finaal weg. Het zorgt er dan wel weer voor dat als haar stem langzaam weer opduikt, het voelt als een traktatie. Op andere momenten zie je Van Etten de longen uit haar lijf schreeuwen, maar hoor je haar nauwelijks boven de muziek uitkomen. Pas als ze na een misplaatst opstootje in het publiek de show heeft stilgelegd, lijkt er ergens een schuif omgezet en valt haar zang beter in de mix. Maar dan zijn praktisch alle nummers van haar nieuwe plaat al gespeeld, die nooit hun enorme potentie hebben kunnen waarmaken. Zo maakt een klein technisch mankement opeens het verschil tussen een mooie en onvergetelijke avond.
<dmt-util-bar article="4885719" headline="Sharon van Etten lost in Paradiso de enorme potentie van haar nieuwe band net niet in” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/03/09/sharon-van-etten-lost-in-paradiso-de-enorme-potentie-van-haar-nieuwe-band-net-niet-in-a4885719″>
Marc Klein Wolt houdt veel ballen in de lucht – en in de ruimte. Als directeur van het Radboud Radio Lab in Nijmegen en als projectdirecteur van de Africa Millimetre Telescope (AMT) in Namibië speelt hij een sleutelrol in de ontwikkeling van telescopen op aarde en daarbuiten. Hij is voortrekker van een netwerk van wetenschappers dat voor ESA een radiotelescoop op de achterkant van de maan wil realiseren. Ook is hij mededirecteur van het Virtual Center for Astronomical Instrumentation – een samenwerking met de TU Eindhoven. Als bestuurslid van laboratoria CometLab en Avatar stimuleert hij nieuwe technologische initiatieven. Zijn werk reikt verder dan technologie: hij wil lokale gemeenschappen betrekken en inspireren. Dat doet hij ook dicht bij huis: hij komt net uit een overleg met Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, met wie hij als ambassadeur van Nijmegen Science Campus meer bedrijvigheid wil aantrekken.
Bent u goed in multitasken?
„Ja. Ik heb het ook nodig. Als ik één ding moet doen de hele tijd, dan gaat dat niet goed. Ik vind het leuk om meerdere dingen naast elkaar te doen. Bij mij is 1 en 1 altijd 3 of 4. Ik zie overal de vermenigvuldiging. Dat geeft mij zoveel energie dat ik al die dingen naast elkaar kan blijven doen.”
Hoe bent u als manager?
„Ik heb een hekel aan het woord manager. Ik zet dingen in gang, de uitwerking laat ik graag aan anderen over. Ik geloof niet in dwingend leiderschap; intrinsieke motivatie werkt beter. Dan gaat het vanzelf en hoef je alleen een beetje bij te sturen of af te remmen. Als ik hier ben, investeer ik liever tijd in gesprekken dan in e-mails – mijn inbox krijg ik toch nooit leeg.”
Klein Wiolt is ook projectdirecteur van de Africa Millimetre Telescope, die een essentieel onderdeel wordt van de Event Horizon Telescope, gespecialiseerd in het waarnemen van superzware zwarte gaten. „We willen meer bereiken dan alleen het neerzetten van de telescoop. In het verleden zijn observatoria soms gebouwd zonder rekening te houden met de lokale bevolking. AMT is een telescoop ín Namibië en vóór Namibië, de bedoeling is dat hij op termijn volledig lokaal wordt gemanaged en ook een plaats in de gemeenschap heeft. Vanaf het begin betrekken we de Namibiërs erbij.”
U leidt het project op afstand, de telescoop is nog niet gebouwd. Kan dat tot teleurstelling leiden?
„Uiteindelijk is het aan de lokale organisatie om het over te nemen, maar ik heb goede hoop, ze leveren uitstekend werk. De meesten van de oorspronkelijke groep studenten zijn nog steeds betrokken, sommige als promovendi. Ook brachten we het Mobiel Planetarium naar Namibië, een opblaasbare ruimtebioscoop die langs dorpen gaat om kinderen een ervaring te geven van het heelal. Dat project staat daar nu op eigen benen, al meer dan 20.000 kinderen zijn bereikt. Het planetarium geeft het AMT-project inbedding in de maatschappij, het is bijzonder en waardevol om dit te mogen doen.”
De beroemde foto van een zwart gat uit 2019 met handtekeningen van betrokkenen uit Nijmegen. Foto Jagoda Lasota
Lees ook
‘Tal van telescopen staan op inheems territorium, met een arme bevolking. Daar moeten we oog voor hebben’
Eerder vervulde Klein Wolt een andere droom: een missie naar de radiostille achterkant van de maan, een ideale plek om straling uit het jonge heelal op te vangen. Een radiotelescoop liftte in 2018 mee met een Chinese missie. De podcast De man en de maan van journalist Saar Slegers volgt Klein Wolt jarenlang bij zijn project.
In de podcast zei u: we krijgen een buitenkans om mee te liften naar de maan. Maar China kreeg zo westerse technologie in huis.
„Ze hebben het nooit in huis gehad. Ik wist goed hoe belangrijk wederkerigheid en respect zijn om iets op te bouwen, zeker in de Chinese cultuur. En hoe je dat respect soms moet afdwingen. Toen de Chinezen onze software en elektronica wilden hebben, vroeg ik om de satellietblauwdrukken – die we nodig hadden om interferentie te voorkomen. Ze weigerden, dus hield ik voet bij stuk: geen deal. Ze probeerden ons later te slim af te zijn door ons weg te sturen van het project met achterlating van de spullen in ons lab. Maar we haalden alles tijdig weg, tot hun verrassing. Ik kan misschien naïef overkomen, maar ik ben niet achterlijk.”
Veel mensen waren al vroegtijdig gestopt met dit project, denk ik.
„Dat werd mij ook continu gezegd. Maar je moet niet tegen mij zeggen: dat gaat niet werken – dan ga ik je laten zien hoe het wel kan, haha.”
Detail van een telescoop.Foto Jagoda Lasota
Wat heeft de tijd in China opgeleverd?
„Ik heb een diep respect gekregen voor de Chinese werkcultuur. In China is het belangrijk om gezichtsverlies te vermijden, zowel persoonlijk als voor je baas. Daarom bouwen Chinezen altijd flexibiliteit in projecten: gaat iets mis, dan is er direct een alternatief.
„Er zijn meerdere wegen die naar de maan leiden. Radiosterrenkunde op de achterkant van de maan is een prioriteit van de [Amerikaanse] NASA. De [Europese] ESA wil hierop inspelen en vroeg mij een team bijeen te brengen om een radiotelescoop te ontwerpen. De informele opdracht is om een diplomatieke brug te slaan tussen Europa, de VS en China. Want hoewel de VS geen technologie delen met China, bestaat er academische vrijheid voor samenwerking. Dat is gelukt, er zitten Amerikaanse maar ook enkele Chinese wetenschappers in het team.
„Eerst ontwerpen we een prototype – snel resultaat is belangrijk voor zichtbaarheid en om de apparatuur te testen. Het ontwerp is hetzelfde als de uiteindelijke grote telescoop: een lichtgewicht ‘luchtbed’ van radioantennes, dat wordt uitgerold op de achterkant van de maan.”
Hoe ziet de maan er over 20 jaar uit en wat voor rol wilt u daarin spelen?
„Er zullen veel activiteiten zijn: wetenschap, maar mogelijk ook toerisme en wellicht zelfs mijnbouw. Dat heeft grote gevolgen voor de maan en hoe we haar zien. Na een theatervoorstelling van Marjolijn van Heemstra, die zich hierom bekommert, bespraken we dat de maan vertegenwoordiging op aarde nodig heeft, net als beschermde natuurgebieden. Mijnbouw zou de maan ingrijpend veranderen, bijvoorbeeld door maanstof dat boven het oppervlak blijft zweven. We zien de volle maan nu als een heldere bal, maar ze kan veranderen in een doffe, donkergrijze plak, met stipjes kunstlicht erop. Accepteren we dat? Marjolijn en ik werken samen met Teylers Museum aan plannen voor een ambassade voor de maan. Gezien mijn betrokkenheid bij maanplannen voel ik me verantwoordelijk om voor de maan op te komen.”
Kabels die signalen geleiden op de Nijmeegse Radio Lab. Foto Jagoda Lasota
Moet u het niet ook hogerop zoeken? Zoals Elon Musk en Jeff Bezos.
„Ja, nu je het zegt… ik kan makkelijk aan hun telefoonnummer komen. Daarvan moet ik misschien gebruik maken als we de ambassade hebben.”
Wat zou u tegen Musk zeggen?
„Ik zou hem vragen of hij erkent dat de maan een belangrijke rol heeft in de belevingswereld van ons als mens, met een grote synergie tussen wetenschap, exploratie en kunst. Ik weet niet of het zin heeft, want zijn gezond verstand lijkt de afgelopen tijd een beetje weg te zijn. Maar ik zou hem niet anders benaderen dan iemand anders: enthousiast, gemotiveerd, oprecht en eerlijk. Ik blijf gewoon Marc uit Enschede.”
Eerder heeft u uw bewondering voor Musk uitgesproken.
„Soms voel ik me wel verbonden met Musk, wanneer ik merk hoe ik mensen soms meekrijg in mijn ideeën. Ik ben niet bang om een grootse visie neer te zetten en mijn team hierin de ruimte te geven om fouten te maken. Bij SpaceX hebben ze die strategie ook: ga het maar gewoon doen, loop tegen die muur, daar leer je zoveel van.”
‘Het is net een voetbalkantine!” roept een vrouw geamuseerd, terwijl de vier jonge acteurs van collectief 4MEN, hossend en willekeurige klinkers uitstotend, temidden van de cafégasten, het stereotype van mannelijkheid staan te verbeelden. Ze spelen vier criminelen, die elkaar op de dijbenen meppen, ‘bolsjes’ wegtikken, zichzelf bij de genitaliën vastgrijpen en zich onder luide bijval van de anderen opdrukken op de bar. Het is vrijdagavond. We zijn in een stampvolle kroeg in hartje Utrecht. Bezoekers staan tegen elkaar gedrukt, bij de deur worden nieuwe gasten tegengehouden omdat ze er gewoon niet meer bij passen. De voorstelling van de vier mannen, De untouchables, is onderdeel van het Café Theater Festival (CTF) in Utrecht.
Het CTF presenteert al ruim twintig jaar werk van nieuwe theatermakers, niet in theaters, maar in kroegen. Overal in de stad duiken er performances op, van intieme dansvoorstellingen tot opera, van teksttoneel tot circus. Ze duren steeds hooguit dertig minuten. Er zijn mensen die er speciaal voor naar de cafés komen, anderen worden door het optreden verrast.
De vier ‘echte mannen’ die 4MEN met veel gevoel voor ironie tot leven wekt, weten het kroegpubliek met gemak om de vinger te winden. Zonder gêne eigenen ze zich de ruimte toe. Voor je het weet sta je samen met de hele kroeg het woord ‘ballen’ te scanderen. Hoe man te zijn? is volgens het collectief de vraag die ze in deze formatie samenbracht. Wat we leren van deze vermakelijke voorstelling is vooral: hoe liever niet.
Artistieke tegenhanger van deze Andrew Tate-achtige figuren is performer Geoffrey van der Ven, die met Anders ik wel in een intieme monoloog zoekt naar woorden voor het gevoel ‘anders te zijn’ – en de schaamte die dat met zich meebrengt. Hij weet niet meer wanneer dat gevoel bij hem heeft postgevat, vertelt hij, en zoekt het antwoord op die vraag in de mythe over Nyctimene, een mythologische Griekse prinses die zich ook schaamde. Van der Ven vertelt met nadruk en maakt indringend oogcontact, terwijl hij zich gracieus van de ene naar de andere kant van het café beweegt.
Met het slot van de mythe (de prinses verandert in een uil) kan Van der Ven niet zoveel („jezelf vermommen is geen oplossing”), dus verzint hij er een complete mythe achteraan, vol ingewikkelde metamorfoses. Uiteindelijk weet zijn prinses in de vorm van een eend haar schaamte af te leggen, nadat ze is geadopteerd door een groep zwanen. Wat precies de moraal van het verhaal is blijft een beetje schimmig, maar de cafébezoekers hangen aan Van der Vens lippen, mede omdat hij zich, zonder microfoonversterking, met die rare lange fabel, zo kwetsbaar opstelt. Geen vermommingen hier.
Voorstellingen tijdens het Café Theater Festival in Utrecht. Foto’s Rob Timmerman
Spanning
Het format van het CTF is vrolijk, laagdrempelig en inclusief, maar brengt ook spanning met zich mee. Voor de performers zelf, die zich soms zichtbaar over wat schroom heen moeten zetten om in een openbare gelegenheid de aandacht voor zichzelf op te eisen. Maar ook voor de bezoeker, omdat de ontmoeting tussen toeschouwer en performer door het gebrek aan codes veel onvoorspelbaarder verloopt dan in een theaterzaal.
In eetcafé Hofman speelt collectief Oopsie Daisy de voorstelling Broadway Baby, over twee serveersters in een koffietentje (actrices Andrea Vass en Paulien Foest), meisjes uit de provincie, die heimelijk fantaseren over een groots en meeslepend leven in de grote stad. Een flyer met een auditie-oproep voor een off-off-Broadwaymusical maakt dromen in ze wakker waarvan ze niet wisten dat ze ze hadden. Langzaamaan ontwikkelen de twee zich in hun gedachten (we zien het gebeuren) tot de extravagante musicalsterren die ze hopen te zijn. Die onaangename klant, die hen geen blik waardig gunt, zo fluisteren ze elkaar in, die moest eens wéten welke superster hij zo aanmatigend terug naar de keuken stuurt, omdat hij zijn ‘flat white’ toch liever met havermelk gemaakt zag.
Aan een tafel midden in het eetcafé zit een groep mannen, veertigers, duidelijk niet zo gecharmeerd van het theatrale intermezzo. Boven het geluidsniveau van de microfoons van de actrices uit hervatten ze hun gesprek, met een aura die wel wat doet denken aan die van de personages van 4MEN. Ze maken zich breed, werpen af en toe een laatdunkende blik op de actrices. Als verschillende medegasten hen tot stilte hebben gemaand, verlaten de mannen verongelijkt het pand. Misschien komt het door de vorige voorstellingen dat de vraag zich opdringt: had deze vriendengroep zich anders gedragen als de performers niet twee jonge vrouwen, maar twee witte, hetero cis-mannen waren geweest?
„Zij is gewoon bang hoor,” zegt actrice Katelijne Beukema over haar tegenspeelster Eileen Graham. Beukema staat bovenop de bar in een afgeladen Café Voortuin. „Om te praten. Om te uiten wat je voelt. Om ergens voor te gaan staan. Eigenlijk om je stem te laten horen, ja, om ruimte in te nemen.” Onder de naam Coupdeboule maakte het getalenteerde makersduo de leuke, prettig-gestoorde voorstelling Verkeerde gesprekstechnieken, over allerlei herkenbare vormen van miscommunicatie. „Ja, ik vind wel dat iedereen zich gehoord en gezien moet voelen,” zegt ze. „En dat je ruimte moet bieden aan iedereen.”
Quasi-improviserend („ik kan wel even iets vertellen”) komt ‘kayfabe’ ter sprake, een begrip uit de showworstelwereld dat aantoont dat iets gespeeld is, nep. „Mensen kijken liever naar showworstelen dan naar echt worstelen,” zegt Beukema, „want men herkent zich makkelijker in illusie dan in de realiteit.”
Op de terugweg naar Utrecht Centraal klinken er vanaf terrassen, boven al het geroezemoes uit, lage mannenstemmen op, zingend, scanderend, willekeurige klinkers uitstotend. Het verschilt werkelijk in niets van de parodie erop door 4MEN. „De realiteit blijft vaak op afstand,” zo galmt in mijn hoofd de tekst van Coupdeboule na. „Wat raar is, want we zitten er middenin. Misschien omdat-ie soms gewoon te absurd is.”