Is klimaatbeleid een nationale plicht? Rechters in duizenden klimaatzaken kijken naar het oordeel van Straatsburg

Worden Portugese jongeren in hun voortbestaan bedreigd door de klimaatverandering die Europese landen veroorzaken? Zijn Zwitserse oudere vrouwen zo kwetsbaar voor hittegolven, dat hun regering meer zou moeten doen tegen de opwarming van de aarde? Doet Frankrijk genoeg aan het voorkomen van klimaatverandering om het recht op een gezinsleven te waarborgen?

Het zijn drie grote vragen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg deze dinsdag moet beantwoorden. Het is voor het eerst dat het Hof zich diepgaand buigt over klimaat en mensenrechten, reden voor de rechters om de drie zaken te laten behandelen door de ‘Grote Kamer’ van het Hof, bestaande uit zeventien rechters, en om uitspraak te doen in één gezamenlijke zitting. Het Hof besloot in afwachting van deze uitspraak zes andere klimaatzaken op te schorten – waaronder twee tegen nieuwe vergunningen van Noorwegen om olie te winnen.

De gevolgen van de uitspraak kunnen verstrekkend zijn. De Amerikaanse Columbia Climate School telde in augustus 2023 wereldwijd 2.180 rechtszaken over klimaatbeleid in 55 landen. In al die zaken zullen de rechters uitkijken naar het oordeel van Straatsburg. Ook in het hoger beroep van Milieudefensie tegen olieconcern Shell, dat vorige week diende bij het gerechtshof in Den Haag en waarin over een paar maanden een uitspraak wordt verwacht, spelen mensenrechten een fundamentele rol.

Volgens Ruth Delbaere van de activistische mensenrechtenorganisatie Avaaz, die de Portugese jongeren bijstaat in hun zaak, zou een succesvolle uitspraak „de belangrijkste gebeurtenis voor het Europese klimaatbeleid zijn sinds het Klimaatakkoord van Parijs” uit 2015. „Het zou een soort regionaal Europees verdrag” opleveren dat landen dwingt om hun beleid aan te scherpen.

Dat is precies waartegen de gedagvaarde landen zich verzetten: rechters moeten zich niet met hun klimaatbeleid bemoeien. Ze zijn het met de klagers eens dat klimaatverandering ernstige gevolgen heeft, ze verzetten zich niet tegen beleid dat gevaarlijke klimaatverandering moet voorkomen. Maar de opwarming van de planeet is een mondiale kwestie, die vraagt om een wereldwijde aanpak. Door via de rechter een parallelle zaak te creëren, worden internationale onderhandelingen ondermijnd. Het Hof zou zichzelf in feite in de rol van wetgever plaatsen, vinden de landen, als de klagers in het gelijk stelt.

Zwitserse vrouwen

In de Zwitserse zaak, aangespannen door een groep die zich KlimaSeniorinnen noemt, draait het om de kwetsbaarheid van ouderen, en vooral vrouwen, voor extreme hitte. Al in 2016 diende hun zaak bij het Zwitserse Hooggerechtshof. Maar dat vond dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat de rechten van vrouwen werden aangetast door laks klimaatbeleid van Zwitserland. Daarop stapten de vrouwen naar het Europese Hof in Straatsburg.

Recent onderzoek lijkt de vrouwen in het gelijk te stellen. Volgens het wetenschappelijk tijdschrift Nature Medicine zijn in de hete zomer van 2022 in Europa 61.000 mensen vroegtijdig gestorven. De Universiteit van Bern becijferde dat 60 procent van de Zwitserse sterfgevallen in die zomer het gevolg was van hittegolven. De meeste slachtoffers waren ouder dan 65, en binnen die groep meer vrouwen dan mannen.

In Straatsburg stelde de Zwitserse regering dat er geen sprake is van laks beleid. Het land doet er alles aan om te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt met meer dan anderhalve graad, precies zoals in 2015 in Parijs is afgesproken. Dat de bevolking in 2021 in een referendum een strengere klimaatwet wegstemde, laat juist de goede bedoelingen van de regering zien. Bovendien zijn de meeste klagers zo oud, dat ze een mogelijke overschrijding van die anderhalve graad zelf niet meer zullen meemaken.

Portugese jongeren

Dat pijnlijke argument geldt niet voor de zes jongeren uit Portugal, die niet alleen hun eigen land aanklaagden, maar de hele EU en een aantal grote uitstoters die lid zijn van de Raad van Europa (waaronder Turkije, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen). De jongste was elf jaar op het moment dat ze in 2020 naar het Hof in Straatsburg stapten. Naast het gevaar van toenemende hittegolven wijzen de jongeren ook op de vele bosbranden die hun land teisteren en die worden aangewakkerd door droogte en stijgende temperaturen.

Als er niet veel meer wordt gedaan om klimaatverandering te voorkomen, zal dat in de toekomst ten koste gaan van onze fysieke en psychische gezondheid, zei de 15-jarige Andre Oliveira, een van de jongeren, vorig jaar tegen persbureau Reuters. „We willen gewoon dat [regeringen] zich aan de verdragen houden en doen wat ze beloofd hebben.”

Franse huiseigenaar

In de derde zaak die morgen aan de orde is, eist Damien Carême, oud-burgemeester van Grand-Synthe, in de buurt van Calais, van de Franse regering dat die meer doet om klimaatverandering te voorkomen. Anders vreest hij dat zijn huis vóór 2030 door overstromingen verdwenen is. Een Franse rechtbank gaf hem in 2021 deels gelijk en eiste van de regering „alle noodzakelijke extra stappen” om de klimaatdoelen te halen. Maar dat Carême zichzelf een slachtoffer noemde van falend Frans klimaatbeleid, ging de rechtbank te ver. Dat laatste heeft Carême daarom nu voorgelegd aan het Hof in Straatsburg.