Een evacuatiebevel, aanhoudende luchtaanvallen en de inname van de Rafah-grensovergang. Deze week lijkt Israël begonnen te zijn aan een grondoffensief in Rafah, ondanks internationale druk en een onderhandeling over een staakt-het-vuren. Voor de 1,4 miljoen mensen in Rafah is het nergens veilig, ziet correspondent Lucia Admiraal.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De jarenlange juridische strijd van klokkenluider Julian Assange (52) tegen zijn uitlevering aan de Verenigde Staten is nog niet voorbij. Het Hoge Hof in Londen besloot maandag dat hij in beroep mag gaan tegen het besluit om hem uit te leveren aan de Verenigde Staten, waar hij vervolgd wordt voor spionage.
Het Britse gerechtshof besloot dat de VS niet voldoende garanties hebben gegeven dat de Australiër aanspraak kan maken op het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting is verankerd.
Het is een grote overwinning voor Assange die al ruim tien jaar strijdt tegen zijn uitlevering. Na de uitspraak sprak zijn vrouw en grootste pleitbezorger Stella Assange honderden aanhangers toe buiten het High Court in Londen. „Deze uitspraak markeert een keerpunt. Iedereen ziet dat de Amerikaanse zaak tegen Assange in strijd is met onze democratische principes, ons recht op informatie en de vrijheid van meningsuiting. De vervolging is een aanval op journalisten overal ter wereld”, zei ze tegen een juichende menigte, zoals dat via een livestream van de krant The Independent te volgen was.
Publieke belang
De zaak-Assange krijgt internationale aandacht omdat het volgens velen voor veel meer staat dan slechts het lot van één man. Volgens zijn aanhangers is Assange een journalist en uitgever en heeft hij overheidsgeheimen onthuld die in het publieke belang zijn. Een vonnis tegen die praktijk schaadt volgens hen de internationale persvrijheid. Onder zijn aanhangers die zich bij het High Court hadden verzameld was onder meer de Britse oud-oppositieleider Jeremy Corbyn. „Ik ben hier met een heel belangrijke boodschap: journalistiek is geen misdaad”, zei hij.
Dat betoogde ook Alan Rusbridger, voormalig hoofdredacteur van de Britse krant The Guardian die nauw met Assange en Wikileaks samenwerkte. In een opiniestuk voor de Amerikaanse zender CNN schreef hij dat Julian Assange een journalist is en als zodanig behandeld moet worden. „Zijn vervolging lijkt op een poging om klokkenluiders te straffen en te voorkomen dat journalisten hun neus in zaken steken waar ze niet welkom zijn”, aldus Rusbridger.
Al sinds 2010 is Assange verwikkeld in een juridisch gevecht vanwege de publicatie van Amerikaanse staatsgeheimen. In 2010 en 2011 publiceerde WikiLeaks meer dan een kwart miljoen diplomatieke documenten en video’s waaruit onder meer bleek dat de VS wandaden hadden gepleegd tijdens de oorlogen in Afghanistan en Irak.
Vooral de video ‘Collateral Murder’ schokte de wereld. Te zien was hoe Amerikaanse militairen in 2007 tijdens de oorlog in Irak vanuit een helikopter zeker twaalf ongewapende burgers doodschoten, onder wie twee journalisten van persbureau Reuters. Volgens de VS bracht Assange met zijn onthullingen de levens van Amerikaanse militairen in gevaar. Assanges aanhangers spreken echter van een ‘politiek proces’.
Lees ook In Australië vinden ze dat Julian Assange naar huis moet kunnen komen
Bij de publicatie werkte Assange onder meer samen met de Amerikaanse ex-militair Chelsea Manning, die geheime informatie doorspeelde die vervolgens werd gepubliceerd op de WikiLeaks-website. Voor het lekken van de informatie werd Manning veroordeeld tot 35 jaar cel. Ze kwam na zeven jaar vrij toen oud-president Obama haar in 2017 gratie verleende.
Maar de zaak tegen Assange werd alleen maar uitgebreid. Naast een aanklacht wegens computermisbruik, omdat hij Manning zou hebben geholpen met het hacken van een overheidscomputer, kwamen er nog 17 aanklachten wegens spionage bij. Amerikaanse aanklagers haalden een stokoude Spionagewet uit 1917 van stal. Als Assange schuldig wordt bevonden kan hij een gevangenisstraf tot 175 jaar krijgen, hoewel de Amerikaanse autoriteiten hebben gezegd dat de straf waarschijnlijk veel korter zal zijn.
Gezondheid
Assange was niet in de rechtbank vanwege gezondheidsredenen. Tijdens de afgelopen vijf jaar die hij in de beruchte Belmarsh-gevangenis in Londen heeft doorgebracht is zijn mentale en fysieke gezondheid hard achteruit gegaan. Eind 2021 kreeg hij een TIA (een kort herseninfarct) en volgens deskundigen is hij depressief en suïcidaal. Zijn naasten zijn bang dat hij nog langere opsluiting niet gaat overleven.
Toch lijkt de zaak voorlopig nog niet ten einde. Een datum voor het hoger beroep is nog niet vastgesteld. Als hij dat beroep verliest, zeggen zijn advocaten naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen.
Tegelijkertijd is de hoop op een diplomatieke oplossing nog niet vervlogen. De Australische regering van premier Anthony Albanese heeft al meerdere keren bij de Amerikaanse regering aangedrongen op Assanges vrijlating. WikiLeaks-hoofdredacteur Kristinn Hrafnsson richtte zich maandag tijdens een toespraak bij het High Court direct tot de Amerikaanse president Joe Biden. „Dit is een teken dat je aan het verliezen bent. Als je verder gezichtsverlies wilt voorkomen, laat de zaak tegen Assange dan meteen vallen. Het is de enige juiste beslissing, en het zal de toekomst van de journalistiek veiligstellen.”
Lees ook Biden overweegt zaak tegen Julian Assange te laten vallen – dit is wat er op het spel staat
Uitgerekend de enige die de hele voorstelling op het podium staat, heeft geen woord tekst. In de seizoensafsluiter van Opera Zuid wordt de show niet gestolen door de zangers, maar door de kok die tweeënhalf uur lang in stilte Italiaanse gerechten staat klaar te maken. Zijn grote open keuken vormt het decor voor twee komische eenakters van Rossini: La scala di seta en Il signor Bruschino, waarin listige minnaars onder een gedwongen huwelijk proberen uit te komen.
In beide opera’s komt oorspronkelijk kok noch keuken voor, maar zo gek is het concept van regisseur Marcos Darbyshire nog niet bedacht. Componist Gioachino Rossini stond bekend als ware bourgondiër en was goed bevriend met de beroemde chef-kok Marie-Antoine Carême (naar verluidt de bedenker van, jawel, het gerecht ‘Tournedos Rossini’). Rossini componeerde eens speciaal voor hem een korte aria, in ruil voor een recept voor wildpaté.
La scala di seta (de zijden ladder) gaat over de jonge Giulia, die wordt uitgehuwelijkt aan de blaaskaak Blansac, maar in het grootste geheim al getrouwd is met haar minnaar Dorvil – die ze ’s nachts stiekem binnenlaat via een geknoopte zijden doek uit haar raam. Een reeks verstoppartijtjes en komische misverstanden is het gevolg.
Lees ook Verfrissend: ‘Il trittico’ van De Nationale Opera wil niets meer of minder zijn dan gewoon heel mooi
Échte maaltijd
De functionele witte keuken van decorontwerper Agnes Hasun leent zich uitstekend als setting voor het verhaal. De personages kunnen zich verstoppen in de ijskast en onder het kookeiland, terwijl de kok (Roderik Povel) intussen onverstoorbaar een échte maaltijd bereidt. Hij snijdt een krop sla op de maat van de ouverture, giet zijn pasta af, zet een kippetje in de oven. Vooral het contrast tussen rust en chaos werkt geestig: terwijl de kok secuur in de weer is met een truffelschaafje, duikt Dorvil aan de andere kant van het aanrecht onder Giulia’s rok, met zijn broek op de enkels.
Toch wil het verhaal als lachtheater maar gedeeltelijk slagen. Tenor Manuel Nuñez Camelino (Dorvil) worstelt te veel met zijn vocale partij en mist daardoor natuurlijkheid in zijn spel. Michael Wilmering weet met zijn overtuigende portrettering van Blansac als slijmerige kakker wat gegrinnik los te maken, maar echte slapstick wordt het pas bij de onhandige opkomst in glitterjurk van Giulia’s knappe nichtje Lucilla (Chelsea Bonagura) – die ook met haar heldere, virtuoze sopraanstem het meest op haar gemak is in Rossini.
Het leukst zijn de momentjes waarop muziek en regie even samenvallen en de kok kortstondig de aandacht opeist – de rinkelende kookwekker, een bakblik dat van het aanrecht klettert, of het lawaai van de blender dat een gesprek verstoort. Dirigent Sander Teepen zet de muziek daar even handig stil, waardoor je als toeschouwer wakkerschrikt en het kluchtige verhaal weer met frisse ogen kunt bekijken.
Tintelfris
De orkestmusici van Philzuid doen hun best om Rossini tintelfris te laten klinken, al spelen ze hoorbaar een uitwedstrijd in de droge zaalakoestiek van Theater Heerlen. Dat de recitatieven worden begeleid op een digitale piano is uit financiële overwegingen wel begrijpelijk – Opera Zuid luidde vorig jaar de noodklok om hun nijpende situatie – maar het komt de muziek niet ten goede: in de zaal klinkt het als een vreemde kruising tussen fortepiano en klavecimbel.
Na de pauze zien we in Il signor Bruschino dezelfde kok, in dezelfde keuken met goeddeels dezelfde zangers. Met andere verhoudingen, maar ook kleine knipoogjes naar de eerste helft – de lanterfantende zoon van Bruschino hebben we eerder al even gezien als puber die in zijn boxershort in de keuken een pak melk komt leegdrinken. Dat Darbyshire het verhaal op die manier laat aanvoelen als een déjà vu is onderhuids grappig, én passend – want niet alleen vader Bruschino (krachtig gezongen en geacteerd door bariton Edwin Fardini), maar ook het publiek wordt steeds meer aan het twijfelen gebracht over zijn geheugen.
Jutka Halberstadt zit in een koffiezaakje bij de Vrije Universiteit in Amsterdam en gebaart naar de vitrine. Voordat je überhaupt aan het bestellen van koffie toekomt, heb je al allerlei zoetigheid moeten weerstaan. Zoals overal de hele dag vet en zoet eten lonkt. Halberstadt: „Iedereen met een pinpas kan 24 uur per dag een zak snoep aan huis laten brengen.”
Halberstadt is psycholoog en docent aan de VU, en als deskundige op het gebied van kinderobesitas betrokken bij de richtlijnen voor de behandeling van kinderen met overgewicht en obesitas. Ze werkt nog één dag als universitair docent en vier dagen als zelfstandig adviseur. Toevallig heeft ze nét de cijfers weer eens op een rijtje gezet, voor een college dat ze geeft.
En? Worden kinderen nu wel of niet steeds zwaarder?
„De cijfers zijn ambigu. Onder kinderen van 4 tot 12 jaar lijken overgewicht en obesitas sinds 1990 iets gedaald, tussen de 12 en 18 nam het toe. Circa één op de acht kinderen heeft overgewicht of obesitas. En dit is waarschijnlijk een onderschatting. De cijfers komen vaak uit kleine steekproeven, op basis van zelfrapportage. En wat mensen zelf opgeven, is notoir onbetrouwbaar, helemaal bij een hoger gewicht.
„Je hoeft geen statisticus te zijn om te zien dat overgewicht in de hele bevolking is gegroeid. Het stabiliseert misschien bij kinderen, maar op een te hoog niveau. Kijk naar klassenfoto’s van nu en veertig jaar geleden, dan zie je de verschillen. We zien genoeg om te weten: het gaat niet goed.”
Waarom is dat een probleem?
„Overgewicht kan uitmonden in obesitas, dat is een ziekte, met ook weer een hoger risico op andere ziektes. En het heeft grote mentale en sociale gevolgen, denk bijvoorbeeld aan pesten. Maar kinderen hebben soms ook moeite met bewegen of schamen zich voor hun lichaam. De kwaliteit van leven van kinderen met obesitas is slechter dan die van kinderen met kanker, blijkt uit onderzoek. We moeten er dus iets mee.”
Met het gewicht of met het pesten? Is het de schuld van het kind?
„Het is nooit de schuld van het kind, ook niet van ouders. Maar je hebt kind en ouders wel nodig om er als hulpverlener iets aan te doen. Heb compassie, heb empathie, probeer te begrijpen hoe het leven van kinderen eruitziet en waar ze wel of niet hulp bij willen. Niet oordelen maar steunen. Dat doe je niet door alleen te zeggen: eet gezond en beweeg wat meer.
„De kern van alles is dat je kijkt naar het kind in zijn omgeving. Overgewicht, zeker obesitas, hangt sterk samen met bestaansonzekerheid. Niet alleen armoede, ook slechte huisvesting, psychiatrische problemen, een vechtscheiding – het is vaak een clustering van rottigheid. Je moet dus op al die terreinen ingrijpen, zowel preventief door de omgeving gezonder te maken als bij de hulp aan individuele kinderen.”
Het voelt soms als twee stappen terug zonder vooruit te gaan
Ik hoor u niets over cultuur zeggen. Speelt migratieachtergrond een rol?
„Ik denk dat opleiding en inkomen bepalender zijn. Armoede, ongezond leven en obesitas treffen dezelfde kinderen en versterken elkaar.”
Halberstadt schreef er pas nog een rapport over voor JOGG, een organisatie die gemeenten helpt de omgeving voor kinderen gezonder te maken. Daarin haalt zij zelf ook weer een lange lijst rapporten en studies aan. „Zoveel fantastische rapporten, met zoveel goede adviezen. Ja! Ja! Ja! Allemaal ja! We weten wat we moeten doen. Laten gewoon beginnen en niet wachten tot we precies weten hoe. ”
Er zijn zoveel oorzaken, je kunt toch niet alles tegelijk aanpakken?
„Niet bij een individu, dat is te overweldigend. Maar als een kind bij de dokter komt, moet je wel kijken: wat verhindert gezond gedrag? Soms moet je eerst iets anders oplossen voordat je obesitas kunt behandelen. Een dak boven het hoofd, of een depressieve moeder behandelen, voordat je een kind kan laten meedoen aan een leefstijlinterventie. Je kunt niet alles oplossen, maar je moet wel ruimte creëren om obesitas aan te pakken. Ook door te versterken wat goed gaat.
„Dat idee is niet nieuw. Vijftien jaar geleden hadden we in Amsterdam al ‘één gezin, één plan’ en ‘kind in context’. Maar de vergoeding voor een ‘centrale zorgverlener’, die een plan maakt en alle hulp voor kinderen met obesitas coördineert, is er pas sinds 1 januari. En nu zijn er te weinig centrale zorgverleners omdát het eerst niet vergoed werd. Dat komt met horten en stoten op gang. Het voelt soms als twee stappen terug zonder vooruit te gaan. Maar er is nu tenminste iets.”
Lees ook Hoe meet je overgewicht en obesitas?
Ook de Gecombineerde Leefstijl Interventie, een intensief programma om gezonder te leren leven, wordt nu voor kinderen vergoed. Maar de resultaten vallen nog niet mee.
„Die aanpak is bewezen effectief. Maar wat níét werkt is na zo’n intensieve begeleiding niets meer doen. Gedragsverandering is supermoeilijk en het is nog moeilijker om dat vol te houden in een omgeving die tegenwerkt. De kans op terugval is groot, nazorg is dus noodzakelijk.”
Ik vind het best bijzonder dat we eerst een dikmakende omgeving creëren en als kinderen daar ziek van worden gaan we in ze snijden
Maagoperaties en bepaalde medicijnen zijn wél heel effectief. Moet je die routes niet sneller inzetten?
„Artsen die daarvoor pleiten, zien kinderen die al heel ziek zijn, die soms zelfs al diabetes type 2 hebben. Dan begrijp ik het. Tegelijk moet je nog steeds eerst aan leefstijlverandering werken om in aanmerking te komen, anders werkt het ook niet.
„Als je alles geprobeerd hebt, kun je medicatie of een operatie overwegen. Maar ik heb ooit onderzoek gedaan in een kliniek waar kinderen met obesitas intern werden behandeld – dat zou ook de laatste optie zijn. In de praktijk hadden die kinderen vaak nog geen enkele behandeling gehad. Helemaal niets. Er zijn nu meer hulpverleners en programma’s, maar ik vind het best bijzonder dat we eerst een dikmakende omgeving creëren en als kinderen daar ziek van worden gaan we in ze snijden of geven we medicatie die je levenslang moet slikken, anders kom je weer aan.”
U werkt binnen en buiten de universiteit. Hoe kijkt u naar de wetenschap?
„Universiteiten hebben drie wettelijke taken: onderwijs, onderzoek en valorisatie, ofwel maatschappelijke impact. Dat laatste is veel meer dan een interview geven of een factsheet maken. Het gaat om het hele proces: vragen ophalen bij mensen uit de praktijk, met de samenleving onderzoeksvragen formuleren, je onderzoek samen uitvoeren, resultaten delen en toepasbaar maken. En dan weer terug naar het begin: kunnen mensen en instanties er iets mee? Wat moeten we nog meer onderzoeken?”
Schuilt er in u een activist?
„Ik vind van niet. De wetenschap is onderdeel van de echte wereld, met echte mensen die echte problemen hebben. Kennis uitwisselen met de samenleving ten bate van de samenleving hoort bij je werk. Daar moet je als wetenschapper niet bang voor zijn.”