N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Energie De oorlog in Oekraïne heeft het energieverbruik veranderd: duurzamer, zuiniger, minder gas uit Rusland. Maar nu de prijzen weer bijna op het oude niveau zitten, is het de vraag hoeveel van die verandering blijvend is.
De Russische invasie in Oekraïne heeft het Europese gassysteem op zijn kop gezet. Aardgas stroomde decennialang van oost naar west door de Europese pijpleidingen. Na de inval is dat beeld volledig gekanteld.
Gasexpert René Peters van TNO: „Het hele systeem was erop gericht gas vanuit Rusland naar het westen van Europa te krijgen. Nu gaat het gas juist van links naar rechts om het oosten van Europa te bedienen.”
Dat zie je goed aan de BBL-leiding tussen Nederland en Engeland, zegt Peters. „Russisch gas ging daar van Balgzand bij Den Helder naar Bacton, maar sinds vorig jaar stroomt er gas uit bijvoorbeeld de VS van Engeland naar Nederland, en dat gaat vervolgens naar Duitsland.” Dat land had, anders dan Engeland, vorig jaar nog geen faciliteiten voor overslag van lng, vloeibaar gemaakt gas.
Dat het gas twee kanten op kan stromen, is te danken aan Europees beleid dat uit 2015 dateert. Bij de 235 kilometer lange BBL-leiding is het pas vier jaar mogelijk dat gas van west naar oost gaat. „Tot die tijd waren de compressorstations maar voor één richting afgesteld.”
Nu de prijzen weer bijna op het oude niveau zitten, is het de vraag of het met die zuinigheid is gedaan
De verandering van de stroomrichting van het Europese aardgas illustreert de impact van ‘Oekraïne’ op het gebied van energie en klimaat. Toch is ook veel niet veranderd. „Tot en met 2021 leverde Rusland bijna 15 procent van de Nederlandse gasbehoefte. Nu is dat nog altijd zo’n 10 procent”, zegt Peters. „Sinds de oorlog gaat het alleen om vloeibaar gemaakt gas dat per schip vooral naar het westen van Europa gaat. Op dat lng rust geen embargo van de Europese Unie. Dat heeft ook niet zoveel zin, omdat vloeibaar gas de hele wereld over kan.”
Uit cijfers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat blijkt dat in het eerste kwartaal 7,5 procent van de lng die in Rotterdam werd overgeslagen uit Rusland kwam. De rest van het Russische gas komt via pijpleidingen, onder meer uit België.
Veel minder vraag
Een ander direct gevolg van de oorlog op het Europese continent is de veel lagere vraag naar gas. De Nederlandse gasvraag was vorig jaar ruim 20 procent lager dan in 2021. In plaats van bijna 40 miljard kubieke meter werd ruim 31 miljard kuub verbruikt. Nu de prijzen weer bijna op het oude niveau zitten, is het de vraag of het met die zuinigheid is gedaan.
„Het is moeilijk om te beoordelen wat echt blijvende besparingen zijn”, zegt voorzitter Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). „Nederland heeft vorig jaar voor 11 miljard euro zijn huizen geïsoleerd, wat 40 procent meer is dan in 2021. Dat zorgt voor een structurele besparing.”
Tegelijkertijd hebben sommige grote bedrijven hun productie tijdelijk op een laag pitje moeten zetten. Bij kunstmestproducent Yara, met een jaarlijks verbruik van 2 miljard kuub, maakt dat direct een groot verschil. „Bij huishoudens is natuurlijk een verschil tussen zuinig aan doen of niet meer de rekening kunnen betalen. Dat laatste is geen besparing waar je blij van wordt”, zegt Van der Gaag.
Dictator
Het bewustzijn is volgens hem wel degelijk veranderd. Dat merk je niet alleen op feestjes, waar energieverbruik opeens een normaal gespreksthema is geworden. „Duurzame energie werd opeens goedkoper en betrouwbaarder dan fossiel, en dat heeft ook de industrie veranderd”, zegt Van der Gaag. „Ik zat kort na de inval in een taskforce over leveringszekerheid. Vertegenwoordigers van de olie- en gassector waren ervan overtuigd dat de energieleverantie uit Rusland gewoon door zou gaan. Nu realiseren ze zich daar ook dat een dictator de gastoevoer kan blokkeren, maar zon en wind niet uit kan zetten.”
Het gasverbruik mag flink zijn gedaald, voor olie geldt dat nauwelijks. Vorig jaar bedroeg de daling van het gebruik in Nederland zo’n 4 procent. „Het grote verschil is natuurlijk dat de prijzen wel zijn gestegen, maar niet zo sterk als bij gas”, zegt Hans van Cleef, energie-expert van adviesbureau Publieke Zaken. „Olie wordt echt op een wereldmarkt verhandeld en dan is de impact van zo’n oorlog minder groot.”
Lees ook: Is het een groot probleem als de toevoer van Russisch gas vermindert?
Voordeel van olie is dat de transportkosten lager zijn dan van vloeibaar gemaakt gas. „Olie is ook minder gemakkelijk te vervangen dan gas. Als gas heel duur wordt voor een elektriciteitscentrale, kan je in plaats daarvan gemakkelijk een kolencentrale inzetten. Dat scheelt direct heel veel.”
Groningenveld
Maar laten we niet doen alsof de gasmarkt geen bedreigingen meer kent, zegt Van Cleef. Een strenge winter kan het weer flink spannend maken. Een situatie als die van vorig jaar is dan niet uit te sluiten. „Grootste uitdaging wordt zorgen voor voldoende laag-calorisch gas, zoals dat uit de Groningse bodem kwam. Huishoudens gebruiken dat.”
Aan ander gas, zoals geïmporteerde lng, moet stikstof worden toegevoegd om het geschikt te maken voor de cv-ketel in woningen. Maar de fabriek die daarvoor werd gebouwd, is door allerhande problemen nog steeds niet operationeel. Van Cleef: „Dat is ook de reden, denk ik, dat het Groningenveld op 1 oktober wel dichtgaat, maar niet echt wordt verzegeld. In geval van nood kunnen we daar deze winter nog een beroep op doen.”
Structurele gevolgen voor de internationale energiemarkt zijn er volgens hem wel. „Door het Europese embargo wordt nauwelijks nog geïnvesteerd in Rusland. Internationale energiebedrijven zijn weg, en daarmee veel kennis. Kijk naar wat er met Venezuela is gebeurd: daar krijgen ze de ingestorte productie niet meer omhoog.”
Prijsexplosie
De gasprijzen mogen weer bijna op het oude niveau zijn, volgens hoogleraar energie-economie Machiel Mulder heeft de prijsexplosie van vorig jaar een blijvend effect. „Dat prijzen zo hoog kunnen worden, dat dit risico bestaat – ik denk niet dat dit besef verdwijnt. Het gevoel van afhankelijkheid is groter geworden. Dat zie je terug bij huishoudens, en ook bij bedrijven. Wie zegt dat het volgend jaar of over vijf jaar nog rustig is?”
De prijzen zijn voor de fossiele industrie een prikkel zich nog meer te richten op olie- en gaswinning
Olof van der Gaag voorzitter NVDE
Bewezen is nu volgens de Groningse econoom dat zelfs bij ‘onmisbare’ energie de prijs ertoe doet. „Daar heb je dan wel hele hoge prijzen voor nodig. De vraag naar gas is met 20 procent afgenomen, maar daar was wel een enorme prijsstijging voor nodig.”
Mulder ziet dat de investeringen in verduurzaming sneller stijgen, maar tekent aan dat de recente ‘fossiele’ prijsstijging ook gevolgen heeft. „Die prijzen zijn voor de fossiele industrie een prikkel zich nog meer te richten op olie- en gaswinning. Want dat is toch veel lonender: kijk naar de winsten van bijvoorbeeld Shell.”
Vorige maand maakte het concern bekend dat de olieproductie in elk geval tot 2030 niet daalt. „Je hebt daarom aanvullend beleid van de regering nodig”, zegt Mulder. „Want je wil toch niet dat er meer in fossiel wordt geïnvesteerd. Dan moet je als kabinet minder vergunningen uit gaan geven en extra winstbelastingen heffen.”
Energiebesparingsplicht
Door de recente energiecrisis is het kabinet al met extra maatregelen gekomen. Zo wordt het na 2025 voor huishoudens verplicht een (hybride) warmtepomp aan te schaffen. Voor bedrijven is de energiebesparingsplicht aangescherpt. Duurzame investeringen die zichzelf binnen vijf jaar terugverdienen – dat wordt zeven jaar – móéten gedaan worden.
Jarenlang was die plicht een dode letter, maar nu komt er handhaving. „Je ziet dat het ministerie ingaat tegen de lobby van bedrijven”, zegt Van der Gaag van de NVDE. „Ik heb zelf bij overleggen gezeten waarbij de oude industrie de langspeelplaat afspeelde dat lonende investeringen vanzelf wel worden genomen. Dat is gewoon niet waar. Je merkt dat dit soort argumenten bij het ministerie steeds slechter landt.”
Als energie weer goedkoop wordt, voelt iedereen die in ‘duurzaam’ heeft geïnvesteerd zich benadeeld
Marjolein Demmers directeur Natuur & Milieu
Directeur Marjolein Demmers van milieuorganisatie Natuur & Milieu ziet gunstige effecten van de recente crisis, maar vindt ook dat het kabinet een kans heeft laten liggen. „De vraag is of die effecten blijvend zijn, want dat is voor de energietransitie echt van belang. Waarom niet een minimumprijs voor energie instellen? Als energie weer goedkoop wordt, voelt iedereen die in ‘duurzaam’ heeft geïnvesteerd zich benadeeld.”
Zij vreest dat vooral de industrie snel weer op de oude voet verdergaat. „Bedrijven die veel energie gebruiken, hebben hun productie teruggeschakeld toen de gasprijzen zo stegen. Dat zijn natuurlijk geen structurele aanpassingen. De serieuze investeringen die nu in de industrie worden gedaan, komen grotendeels voort uit de afspraken van het Klimaatakkoord uit 2019.”
Kansen
Volgens Demmers moet Nederland zich dan ook afvragen of die energie-intensieve industrie niet naar landen moet vertrekken waar duurzame energie goedkoper is. „We waren in het verleden de goedkoopste met gas, maar dat zullen we in de toekomst niet zijn.”
Een crisis biedt altijd kansen en die mag een regering niet laten lopen, vindt de directeur van Natuur & Milieu. „Den Haag deed er alles aan om onafhankelijk van energieproducent Rusland te worden. Maar een koppeling met het klimaatprobleem werd nauwelijks gelegd.”
Wellicht was het kabinet huiverig om die koppeling te maken, denkt Demmers. „Deze oorlog is vreselijk, maar je kan wel de positieve gevolgen voor de lange termijn laten zien, en stimuleren. Hetzelfde speelde bij de coronacrisis; toen had je veel meer moeten benadrukken dat thuiswerken ook zijn voordelen heeft voor het klimaat.”