Is een flitsbezorger een winkel of niet?

Een bedrijfspand waarvan de deur openstaat, met binnen stellingkasten vol producten. Zakken chips, pakken toiletpapier, trossen bananen, sixpacks bier, dozen ontbijtgranen. Producten die je bij een supermarkt verwacht. Het verschil is dat er geen gewone klanten rondlopen, maar medewerkers van het bedrijf die de producten verzamelen en in papieren tasjes meegeven aan fietskoeriers, die ze bij mensen thuis bezorgen.

Is dit een winkel? Het antwoord op die vraag is de inzet in een reeks rechtszaken die flitsbezorgerbedrijven als Getir, Gorillas en Flink de afgelopen jaren gevoerd hebben. Gemeenten kregen sinds de opkomst van flitsbezorgers begin 2021 steeds meer kritiek op deze nieuwe bedrijfsvorm en de bijbehorende overlast. Daarom maakten ze het moeilijker nieuwe ‘darkstores’ te openen, de kleine distributiecentra waar fietskoeriers bestellingen ophalen.

Ook de afgelopen week speelde die vraag weer een rol in de rechtbank van Utrecht. Dit keer trokken de flitsbezorgers op met onlinesupermarkt Picnic, om te horen of ze wel of niet onder de supermarkt-cao vallen. Het opmerkelijke was dat de flitsbezorgerbedrijven ineens een heel ander antwoord gaven op de vraag of ze een winkel zijn of niet.

Wij zijn wel een winkel

Rond 2021 en 2022 groeiden de flitsbezorgers flink. Ze breidden hun activiteiten uit naar nieuwe steden en openden steeds meer filialen. De flitsers vestigden zich veelal in stadscentra en in stedelijke woongebieden om dichtbij hun klanten te wonen. Zo konden ze hun belofte waarmaken boodschappen binnen een paar minuten na de bestelling te bezorgen.

Omwonenden waren daar minder blij mee, omdat het komen en gaan van fietskoeriers en de bevoorrading van de darkstore overlast veroorzaakte. Diverse gemeenten zochten daarom naar manieren de bedrijfstak aan banden te leggen. Ze grepen daarvoor veelal naar het bestemmingsplan: de activiteiten van flitsbezorgers zouden daar niet in passen, en werden gesommeerd de filialen te sluiten.

Het leidde tot ruim een dozijn rechtszaken in 2022. Getir vocht een besluit van de gemeente Oegstgeest aan, Flink betwistte de uitleg van de gemeente Utrecht en Gorillas was het oneens met de gemeente Amsterdam.

Al die zaken draaiden om hetzelfde: de panden waarin de appsupermarkten zich wilden vestigen, waren volgens het bestemmingsplan bedoeld voor detailhandel. Darkstores vielen daar volgens de gemeenten niet onder omdat klanten er niet naar binnen konden om producten te kopen. Het zouden distributiecentra zijn, wat het bestemmingsplan niet toeliet.

Getir, Gorillas en Flink beweerden juist wel winkels te zijn. Ze pasten ze een deel van hun vestigingen aan met balies, zodat klanten ook ter plekke producten konden kopen. Verder voegden ze click & collect-mogelijkheden toe aan hun apps.

In de uitspraken die de rechtbanken online hebben gepubliceerd, kregen de gemeenten echter steeds gelijk. Bij een bedrijf dat met name producten thuisbezorgt is sprake van een distributiecentrum en niet van een winkel, vond de rechter. Dat er mondjesmaat afgehaald kon worden, deed er niets aan af.

Die redenering hebben de flitsbezorgerbedrijven inmiddels volledig overgenomen, leek het donderdag in de rechtbank in Utrecht. Ze betoogden er niet onder de supermarkt-cao te vallen omdat ze zich vooral bezighouden met het „inpakken en bezorgen” van boodschappen en niet met het uitbaten van een winkel. De bezorgdiensten trekken daarbij samen op met Picnic en hun branchevereniging E-commerce Nederland.

Online supermarkten hebben een heel andere opzet dan traditionele supermarkten, stelden de advocaten van de boodschappenbezorgers. „De producten zijn grotendeels hetzelfde, maar de dienst die wordt verleend is anders.” De advocaten maakten een vergelijking met bioscopen en Netflix: je ziet dezelfde films, maar het product en de werkzaamheden die het bedrijf verricht zijn anders.

Er is de virtuele supermarkten veel aan gelegen om niet onder de supermarkt-cao te vallen. Daar staat bijvoorbeeld in dat medewerkers toeslagen van 50 procent op hun salaris krijgen als ze ’s avonds of op zondag werken. Voor een fysieke supermarkt waar veel scholieren met een laag salaris werken, scheelt dat niet zoveel, maar bezorgmedewerkers zijn vaak wat ouder en daarmee duurder.

De tegenpartij in deze zaak, vakbonden FNV, CNV en branchorganisatie voor zelfstandig retailondernemers Vakcentrum, zeggen dat deze situatie juist het oneerlijke concurrentievoordeel van de online supermarkten laat zien. „Dat het toepassen van de cao tot hogere loonkosten leidt, is niet relevant. Het doel van een cao is het voorkomen van oneerlijke concurrentie op arbeidsvlak. Ook andere supermarkten doen aan e-commerce.”

Wie geen winkels heeft, kan ook niet onder de cao voor supermarkten vallen, stellen de onlineverkopers. Op de vraag van de rechter hoe het dan zit met click & collect-mogelijkheden, zeiden de advocaten dat Getir en Gorillas die niet meer aanbieden.

De vakbonden vinden juist wel dat de flitsbezorgers winkels hebben. „De kernactiviteit is niet het bezorgen maar de virtuele winkel”, zegt een van de advocaten van de bonden. En de cao maakt geen onderscheid tussen virtuele en fysieke winkels.

Getir: rechtszaken zijn anders

In een reactie zegt Getir, dat eind 2022 Gorillas overnam, dat de eerdere zaken rond de bestemmingsplannen „fundamenteel anders zijn dan de zaak rondom de supermarkt-cao”. „Onze city stores passen goed in gemengde stedelijke gebieden. Wij willen daar in deze gebieden, waar meer functies dan een winkel of supermarkt passen, worden toegestaan. Die rechtszaken lopen nog.”

In de cao-zaak doet de rechter uitspraak op 28 februari.