Is de PVV economisch links? Dat valt wel mee, laat het stemgedrag zien

Het is een claim die als vanzelf opduikt in iedere discussie over de PVV: de partij van Geert Wilders is cultureel rechts en sociaal-economisch links. Zo onversneden conservatief als Wilders is over immigratie en de islam, zo klassiek links zou de PVV zijn als het gaat om economische thema’s.

Het is een populaire analyse die met regelmaat wordt geuit om de verkiezingswinst van de PVV en het grote verlies van de linkse partijen te verklaren. Zijn succes bij de laatste Kamerverkiezingen, zo luidt het argument, had Wilders niet te danken aan zijn teksten over de islam, maar aan zijn focus op bestaanszekerheid, de kosten van de zorg en betaalbare woningen. Kortom, op linkse thema’s.

Wordt dat gestaafd door het stemgedrag van de PVV? Om dat vast te stellen, analyseerde NRC het stemgedrag van Geert Wilders sinds zijn vertrek uit de VVD, bijna twintig jaar geleden, op basis van de Dutch Parliamentary Behaviour Dataset van politicoloog Tom Louwerse (Universiteit Leiden). Daarin wordt iedere stem in de Tweede Kamer geregistreerd, en vergeleken met het stemgedrag van andere partijen.

Wat je dan ziet? Ten eerste valt op hoe Wilders na zijn vertrek uit de VVD, in 2004, met zijn stemgedrag gestaag steeds verder van zijn oude partij is opgeschoven.

Ten tweede: hoewel de PVV op sociaal-economische thema’s zoals zorg en sociale zekerheid inmiddels vaak meestemt als met de SP, past de partij niet in het klassieke plaatje van linkse partijen. De PVV wil wel geld uitgeven aan de armen, maar haalt het nooit op bij de rijken.

Met een knal scheidde Geert Wilders zich in 2004 af van de VVD, de partij waarvoor hij in 1998 in de Tweede Kamer was gekomen.

Bij de stemmingen in de Tweede Kamer was in de eerste jaren daarna weinig te merken van een waterscheiding tussen Wilders’ eenmansfractie en zijn oude VVD. Tussen het ontstaan van de Groep Wilders en de verkiezingen in 2006 stemde hij in 80 tot 95 procent van de gevallen met de VVD mee.

De verandering zet in nadat de PVV in 2006 als negenkoppige fractie in de Kamer komt. De gelijkenis met de VVD zakt dan naar ongeveer 70 procent en er is geen enkele partij meer die in stemgedrag écht lijkt op de PVV. Die eigen koers is de partij alleen maar sterker gaan varen, met één uitzondering: de jaren 2010-2012, waarin de PVV als gedoogpartner een kabinet van VVD en CDA aan een meerderheid in de Tweede Kamer helpt. Op onderwerpen waarover de PVV gedoogafspraken had gemaakt, stemde de partij loyaal mee, zegt Louwerse. „Maar bij onderwerpen die daarbuiten vielen, zag je afwijkend stemgedrag. Buitenlandbeleid, bijvoorbeeld.”

Vanaf de val van Rutte I is de PVV in stemgedrag een duidelijke oppositiepartij, rechts van de regering. In grote lijnen blijft de partij in die hoek van het spectrum zitten.

Links, maar niet echt

Een rechtse partij dus? Dat is niet het hele verhaal: op sociaal-economische thema’s als sociale zekerheid, huisvesting en zorg schuift de partij in stemgedrag wél op naar links.

Stemde de PVV tussen 2012 en 2017 nog bij vijf van de tien stemmingen hetzelfde als de SP op het gebied van zorg, is dat in de afgelopen kabinetsperiode gestegen tot ongeveer acht van de tien gevallen. Ook op de onderwerpen huisvesting en sociale zekerheid is de overeenkomst in stemgedrag gestegen tot ongeveer 70 procent van de stemmingen.

In zorg- en woondebatten, en recenter bij inkomensbeleid, zegt Louwerse, hoor je van de PVV plannen die je normaal bij linkse partijen verwacht. De partij steunt het verlagen van de sociale huren, wil de huurtoeslag verhogen en het eigen risico in de zorg afschaffen. Andere radicaal-rechtse partijen steunen dat zelden. „Maar dat combineren ze wel met plannen die links juist níét wil, zoals het afschaffen of verlagen van de milieubelasting”, zegt Louwerse.

Het grootste verschil met de linkse partijen is het gebrek aan herverdeling. De partij wil dat álles betaalbaar blijft, voor lage, midden- én hoge inkomens. In feite is het program een eclectisch geheel. De PVV wil bijvoorbeeld wel een hoger minimumloon, maar zelden hogere belastingen. De partij steunt doorgaans genereuzer armoede- en schuldenbeleid, maar stemde tegen toen een deel van de Kamer na het Toeslagenschandaal wilde dat de toegang tot de rechtsbijstand minder streng zou worden gemaakt.

Dat de PVV economisch links zou zijn, noemt Tom Louwerse daarom te plat. „Ja, op sociaal-economische thema’s stemmen ze vaker mee met linkse oppositiepartijen dan bij andere thema’s. Maar daarmee bén je niet automatisch links.”

Migratie en integratiePVV staat in flink wat ideeën over migratie bijna alleen

Het wekt geen verbazing dat de voorstellen van de PVV over migratie vergaand zijn. Flink wat moties die de PVV indient, krijgen geen of nauwelijks steun in de Kamer, bijvoorbeeld om de grenzen helemaal te sluiten voor migranten uit islamitische landen.

Er zijn ook moties die meer steun in de Kamer krijgen, met name op de uiterst rechtse flank. Denk aan voorstellen om de asielopvanglocaties ‘sober’ in te richten om ze onaantrekkelijk te maken voor migranten, of om het VN-vluchtelingenverdrag op te zeggen. Hier botst de PVV met Pieter Omtzigt – die stemde als onafhankelijk Kamerlid – en BBB, de partijen waar Wilders graag mee wil onderhandelen. In tegenstelling tot de PVV waren Omtzigt en BBB ook tegen de verplichting voor gemeenten om statushouders een woning te geven.

Op andere gebieden kunnen die partijen elkaar wel vinden. Alle drie willen bijvoorbeeld een opt-out voor Europese richtlijnen over asielopvang en gezinshereniging. De partijen stemden ook voor een voorstel om het ‘eenstatusstelsel’ af te schaffen, waardoor er onderscheid gemaakt kan worden tussen vluchtelingen die permanent en vluchtelingen die tijdelijk bescherming nodig hebben. Ook zijn de partijen voor het ‘strikt’ naleven van de Dublinverordening, waarin staat dat vluchtelingen asiel moeten aanvragen in het eerste veilige land waar ze doorheen komen.

InternationaalEen Nexit, maar toch niet helemaal

Het is één van de prominentste standpunten van de PVV: een Nexit. De partij dient in de Tweede Kamer daar met enige regelmaat een motie over in, voor het laatst in mei van dit jaar. De partij steunt veel moties in die lijn: tegen uitbreiding van de EU, van de eurozone en van Schengen, tegen „EU-bemoeienis” met onder meer sociaal beleid.

Er zijn een paar uitzonderingen. De PVV steunde een voorstel om de ‘beoordelingscapaciteit’ voor pesticiden van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid uit te breiden. Ook moet er wat de PVV betreft Europese wetgeving komen om microplastics in producten tegen te gaan.

Het stempatroon op het gebied van Oekraïne is verdeeld. De PVV wil bijvoorbeeld wel bevroren tegoeden van Russische oligarchen inzetten voor de wederopbouw van Oekraïne en steunde ook een voorstel om huurlingenorganisatie Wagner op de Europese lijst van terroristische organisaties te zetten. Maar de partij is tegen wapenleveranties aan Oekraïne en stemde voor de neutraliteit van Nederland. Ook stemde Wilders in juni 2022 voor een motie om de sancties tegen Rusland af te schaffen, omdat die geen effect zouden hebben.

Werk en inkomenSociaal, maar niet voor iedereen

Hoe terecht is het sociale imago van de PVV? De PVV is voor het fors verlagen van de standaardboete bij de Sociale Verzekeringsbank. De partij wil de jonggehandicaptenkorting, een belastingkorting, niet halveren en steunt bovendien een motie die oproept tot een kerstbonus van 500 euro voor elke gepensioneerde. Op armoede- en schuldenbeleid mag van de PVV niet bezuinigd worden en de PVV wil het minimumloon verhogen naar 15 euro per uur met behoud van de koppeling aan alle uitkeringen.

Maar de PVV was níét voor het wegnemen van strenge regels in de Wet op de rechtsbijstand. De partij stemde ook niet voor een motie waarin werd opgeroepen te stoppen met het gebruik van risicoprofielen bij fraudesignalering. En de PVV was tegen een voorstel om overheidsinstanties etniciteit niet meer te laten gebruiken om fraude te bestrijden.

De partij is ook tegen een verdere toestroom van arbeidsmigranten en stemde voor verschillende moties om de recent aangenomen pensioenwet in te trekken.

BestuurStemmen als een oppositiepartij

Gaat PVV-Kamerlid Martin Bosma eindelijk Tweede Kamervoorzitter worden? Hij deed al veel ervaring op als ondervoorzitter en solliciteerde verschillende keren, maar kreeg de functie nooit. Nu de PVV veruit de grootste is lijkt de weg naar de hamer open. Alleen, de PVV stemde september vorig jaar voor een amendement van Gideon van Meijeren (FvD) dat een Kamervoorzitter áltijd uit de gelederen van de oppositie afkomstig moet zijn.

Het lijkt bij meer stemmingen alsof de PVV zelf ook niet verwachtte ooit een potentiële coalitiepartij te worden. PVV steunde een motie van Sylvana Simons (BIJ1) dat iemand maximaal twee termijnen of acht achtereenvolgende jaren premier mag zijn. Debatten die de voltallige oppositie aanvraagt, moeten worden behandeld als meerderheidsdebat. Het coalitieakkoord uit 2021 moest wat PVV betreft worden doorgerekend door het Nibud. Doelen uit het akkoord moesten jaarlijks kunnen worden gemonitord door het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. En dat terwijl de PVV haar eigen programma níét laat doorrekenen. De PVV wil een hoorzitting van kandidaat-bewindspersonen.