Het heeft even geduurd, maar vorige week kwam er antwoord op een vraag die op 8 maart 2011 in de Tweede Kamer is gesteld. „Gelukkig zijn er altijd vasthoudende Kamerleden die blijven doorvragen”, lacht Paul Ulenbelt vanuit Leiden aan de telefoon als hij de laatste ontwikkelingen hoort. Hij was het die als toenmalig parlementariër namens de SP de minister verzocht een advies over pensioenen met de Tweede Kamer te delen. Op dat moment studeerden kabinet en polder verwoed op een nieuw pensioenstelsel. De landsadvocaat zou tegen de minister hebben gezegd dat het vrijwel onmogelijk is om de opgebouwde rechten van deelnemers in pensioenfondsen te verlagen als ze overgaan naar een nieuw stelsel.
Ulenbelt wilde weten of de landsadvocaat dat echt had gezegd. Maar hij kreeg het advies van de landsadvocaat aan toenmalig minister Henk Kamp (Sociale Zaken, VVD) niet te zien. Het was geheim en is het altijd gebleven. Senator Martin van Rooijen (50PLUS) vroeg er de afgelopen jaren vergeefs om. En Pieter Omtzigt vroeg er om in augustus, waardoor de minister nu stukken deelt die licht op het advies van destijds werpen.
De volksvertegenwoordigers vermoeden dat de huidige pensioenhervorming op juridisch drijfzand is gebouwd. Afgelopen week kwam een deel van het antwoord op straat te liggen in een pak documenten, waarin kwistig met zwarte lak was omgesprongen. Wat blijkt: in 2011 kreeg het kabinet inderdaad de waarschuwing dat het heel moeilijk is aan de rechten van pensioendeelnemers te tornen. Zeven vragen over de betekenis hiervan en of het gevolgen heeft voor het nieuwe pensioenstelsel.
1 Waarom is dat oude advies nu van belang?
Vlak voordat de Eerste Kamer dit jaar van samenstelling veranderde, heeft de senaat een nieuwe pensioenwet behandeld. Jarenlang was er aan de wet gesleuteld die het stelsel ingrijpend wijzigt, met grote gevolgen voor alle werkenden en gepensioneerden die bij een pensioenfonds zijn aangesloten (mensen in loondienst zijn dat veelal automatisch).
De verkiezingen veranderden de samenstelling van de volksvertegenwoordiging. Tegenstanders van de nieuwe pensioenwet als PVV, NSC en BBB kijken nu wat ze nog kunnen voorkomen aan de introductie van een nieuw stelsel. Hun twijfels over de geplande veranderingen worden gesterkt door het advies dat de landsadvocaat bijna dertien jaar geleden gaf.
Er staat wat op het spel. Circa 1.500 miljard euro aan opgespaard pensioenvermogen verhuist naar miljoenen individuele geldpotjes. Dat bedrag is bijna even hoog als de waarde van het totale huizenbezit in Nederland. „Dit gaat om misschien een van de laatste grote privatiseringen van Nederland, voordat uiteindelijk het neoliberalisme tegen de muur knalt”, zei Pieter Omtzigt vorig jaar bij de behandeling van de wet in de Tweede Kamer.
2 Waarom gebruiken critici van de nieuwe pensioenwet zulke grote woorden?
Terugkerend twistpunt in de discussie over pensioenen is van wie het pensioen nu eigenlijk is. Werknemers dragen premie af en dit uitgestelde loon kunnen ze ontvangen als ze te oud zijn geworden om te werken. Maar niemand kan zijn eigen pensioenfonds kiezen, mensen in loondienst dragen hun pensioenpremie verplicht af, werkgevers en werknemers besturen de pensioenfondsen en dit is altijd verdedigd op basis van de onderlinge solidariteit. Zolang zoveel mogelijk mensen semi-gedwongen meedoen heb je een prachtig stelsel, zeggen de voorstanders.
Omdat pensioenfondsen de laatste decennia steeds meer problemen hadden om hun beloftes na te komen, werd er gezocht naar een manier om de toezeggingen minder hard te maken. Uit de vrijgegeven documenten blijkt dat de landsadvocaat in 2011 al „aanzienlijke juridische risico’s” zag als in een nieuw systeem in één keer alle rechten zouden worden vervangen. Die sprak van een „inbreuk op het individuele eigendomsrecht”.
Dat blijkt uit de nota’s die zijn vrijgegeven, waarin ambtenaren conclusies trekken over het advies van de landsadvocaat; het advies zelf is nog steeds geheim. Zij sommen de voorwaarden op die de huisjuristen stellen aan zo’n stelsel.
Tegenstanders van de wet voelen zich gesterkt in hun overtuiging. Hoogleraar Europees pensioenrecht Hans van Meerten betoogt al jaren dat de pensioenwet haaks staat op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, waar het eigendomsrecht in is vastgelegd. Hij spreekt daarom van onteigening, en wel van 1.500 miljard aan privaat vermogen waarvoor deelnemers een aanspraak terug krijgen op een belegd bedrag – waarbij alle beleggingsrisico’s bij hen terechtkomen, terwijl ze weinig over hun geldpot te zeggen hebben. Voorstanders spreken veel liever van ‘invaren’: deelnemers varen hun pensioenrechten een nieuw systeem in.
Lees ook
Het nieuwe pensioenstelsel is beter dan het oude, maar zal zich in de praktijk moeten bewijzen
3 Wat betekent dat: invaren van pensioenrechten?
Invaren is jargon en daar zijn ze in de pensioenwereld dol op, al was het maar om via verbloemend taalgebruik pijnlijke boodschappen te verzachten. Invaren betekent niets anders dan dat de deelnemers van een pensioenfonds hun oude overeenkomst verscheuren en die vervangen door een nieuw contract. Het grootste verschil tussen de oude en nieuwe overeenkomst is dat reeds opgebouwde ‘harde’ pensioenrechten worden ingewisseld voor zachtere aanspraken. Toezeggingen als ‘je hebt recht op een bepaald, vastgelegd percentage van je loon als pensioen’ zijn niet meer mogelijk onder de nieuwe wet.
4 Waarom willen vakbonden, werkgevers en kabinet het stelsel hervormen?
Het huidige stelsel kent vele problemen. De vergrijzing slaat de pensioenfondsen uit het lood. Een slinkende groep werkenden – de jongeren – moet de pensioenen voor een groeiende groep ouderen financieren. Doordat mensen langer leven dan verwacht, is dat probleem groter geworden.
De jarenlange lage rente was funest voor de rijkdom van pensioenfondsen. Die moeten hun toekomstige verplichtingen berekenen aan de hand van de rente. Die daalde vanaf 2008 gestaag van een kleine 5 procent naar negatieve rente in 2019, 2020 en 2021. Papieren rijkdom sloeg om in tekorten: veel pensioenfondsen hadden meer verplichtingen dan ze aan bezittingen hadden. Volgens de schoolboekjes waren ze technisch failliet.
Dit vertaalde zich in almaar stijgende premies voor de werknemers, en nog waren die niet kostendekkend. Gepensioneerden werden bovendien jarenlang niet gecompenseerd voor de inflatie, als gevolg van omstreden toezichtsregels.
Eigenlijk was de situatie nog ernstiger. Telkens verlegden politici de grenzen en lasten ze adempauzes in om bestaande pensioenuitkeringen niet te hoeven verlagen – dat had volgens de toen geldende regels moeten gebeuren. Daardoor werden jongeren benadeeld ten opzichte van de ouderen.
In de praktijk konden fondsen hun beloftes niet meer nakomen. Om het toekomstbestendig te maken moet je de aanspraken versoberen, was de gedachte. „De regels veranderen omdat we willen dat iedereen ook in de toekomst pensioen kan krijgen”, luidt de boodschap van tv-commercials, die de pensioensector, overigens met het geld van zijn achterban, heeft gelanceerd.
5 Wat willen de tegenstanders van de pensioenwet?
Dat is niet helemaal duidelijk. Ze willen sowieso meer rechten voor de deelnemers. Er zal in de coalitieonderhandelingen van een nieuw kabinet uitgebreid over gesproken worden. Een aangenomen wet kun je immers niet zomaar intrekken. Ondertussen groeien de aanwijzingen dat pensioenfondsen grote moeite hebben de complexe invaaroperatie fatsoenlijk uit te voeren. De Raad voor de Rechtspraak vreest een tsunami aan rechtszaken als deelnemers over een paar jaar horen wat er in hun nieuwe pensioenpotje zit. Het NSC, de partij van Pieter Omtzigt, wil daarom meer inspraak voor hen. Waarom wel de lasten, niet de lusten? Kunnen deelnemers geen stem krijgen, bijvoorbeeld door per pensioenfonds via een referendum te toetsen of de meerderheid de volksverhuizing van kapitaal steunt?
6 Wat betekent die wet nu voor de deelnemers?
Iedereen gaat er op vooruit, zei FNV-voorzitter Tuur Elzinga toen de wet nog door het parlement moest worden behandeld. Zulke valse beloftes maken tegenstanders razend, want er bestaat niet zoiets als een free lunch.
De waarde van een pensioenpotje van een deelnemer zal harder meedeinen op de golven van de financiële markten, want het potje is een directere resultante van de dagkoersen op de beurs.
En er is gekozen om als pensioenfonds minder buffers op te bouwen, wat een hoger risico met zich meebrengt. Critici vragen om iets meer demping voor onfortuinlijke deelnemers. In het nieuwe stelsel is het mogelijk meer risico te nemen met beleggingen, waardoor hogere rendementen kunnen worden behaald. Maar dat kan ook verkeerd uitpakken. Bij jongeren wordt het mogelijk dat het pensioenfonds met geleend geld gaat beleggen. Daardoor kunnen hun individuele potjes als het tegenzit zelfs veranderen in een schuld. Afgesproken is dat het fonds dit dan aanzuivert tot nul. In zo’n somber scenario heeft het fonds geld van de deelnemer vergokt zonder dat deze er iets over te zeggen heeft. Vandaar dat tegenstanders graag van een ‘casinopensioen’ spreken.
Het toeval wil dat de rente de laatste twee jaar sterk is gaan stijgen, waardoor vele pensioenfondsen in een sneltreinvaart uit de financiële problemen zijn gekomen. Je bent eigenlijk aan het hervormen in de achteruitkijkspiegel, zegt pensioenadvocaat Hans van Meerten.
Lees ook
Ons pensioen was altijd al onzeker
7 Wordt het landsadvocaatadvies nu openbaar?
Daar dringen Kamerleden wel op aan. De strekking ervan is nu bekend, maar de details niet. Het opmerkelijke is dat vertegenwoordigers van vakbonden en werkgeversorganisaties het advies destijds wel hebben kunnen lezen, maar het parlement nooit.
De minister kreeg op dit dossier vele juridische adviezen, waarvan de meeste niet openbaar zijn. Tegelijkertijd verwijst de toelichting op de wet regelmatig naar jurisprudentie en betogen in vakbladen – die dikwijls achter een betaalmuur zitten – die de ingeslagen route ondersteunden.
Sommige volksvertegenwoordigers zijn daar wantrouwig van geworden. Werd hier niet selectief gewinkeld? Zijn niet alleen adviezen genoemd die goed uitkwamen? Volgens hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens was het advies van destijds in een heel andere context gegeven dan die er tien jaar later was. Hij stelt dat er sindsdien veel uitspraken zijn geweest van rechters in Europa die erop wijzen dat het nieuwe stelsel helemaal niet in strijd is met het eigendomsrecht. Er zijn voldoende waarborgen ingebouwd die dat beschermen, vindt Lutjens. Omdat de deskundigen het niet met elkaar eens zijn over het stelsel, zou het de wetgevende macht dan ook helpen als alle deskundigenadviezen op tafel kwamen.
Leeslijst