Is ‘fossiele subsidies’ afschaffen nodig? Experts zijn het er niet over eens

Klimaatmaatregelen Volgens een groep energie-experts maakt het afschaffen van ‘fossiele subsidies’ niet uit voor het behalen van de klimaatdoelen.

Leden van Extinction Rebellion juichen als de motie over het afschaffen van fossiele subsidies wordt aangenomen.
Leden van Extinction Rebellion juichen als de motie over het afschaffen van fossiele subsidies wordt aangenomen. Foto Remko de Waal/ANP

De timing kon bijna niet beter. Een dag voordat de Tweede Kamer onder luid gejuich van de publieke tribune voor een motie stemde waarin het kabinet wordt verzocht te onderzoeken hoe de omstreden ‘fossiele subsidies’ af te schaffen, betoogt een groep vooraanstaande energie-experts in het economenvakblad ESB dat het afschaffen van die subsidies eigenlijk helemaal niets uitmaakt voor het behalen van de klimaatdoelen.

Die doelen – 55 procent minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 – worden ook mét de fossiele subsidies heus gehaald. En met het afschaffen van de belastingvoordelen voor Nederlandse bedrijven die veel fossiele brandstoffen gebruiken, schaad je ondertussen juist die bedrijven enorm, en daarmee de concurrentiepositie van Nederland. Dat kun je dus maar beter niet doen, aldus de auteurs – of in elk geval heel terughoudend en niet als andere Europese landen hun fossiele belastingvoordelen in stand houden. Onder de auteurs bevinden zich hoogleraar energie-economie Machiel Mulder, emissiehandelexpert Jos Cozijnsen en directeur Frans Rooijers van onderzoeksbureau CE Delft.

Verhit debat

De belastingvoordelen voor bedrijven die veel fossiele brandstoffen verbruiken, zijn al weken inzet van een verhit debat. Critici zien ze als een perverse prikkel die de strijd tegen klimaatverandering ondermijnt. De bedrijven die ze ontvangen willen juist niet dat ze te snel worden afgebouwd, ook omdat andere landen dat niet doen. Over de precieze hoogte ervan was de afgelopen drie jaar veel te doen. Er deden steeds weer nieuwe, hogere sommen de ronde, die dan weer werden betwist.

Klimaatminister Rob Jetten (D66) probeerde de discussie twee weken geleden definitief te beslechten met een eigen inventarisatie, die neerkwam op 39 tot 46 miljard euro aan belastingkortingen en vrijstellingen. Daarmee erkende ook het kabinet dat ze in elk geval zeer hoog waren. Maar ook Jetten zei dat Nederland niet al te voortvarend moest zijn met het afschaffen van deze belastingvoordelen. Dat zou de werkgelegenheid kunnen schaden.

Lees ook: Bijna de helft van de fossiele subsidies is niet snel af te schaffen

De motie van D66 en GroenLinks werd dinsdag met een meerderheid aangenomen. Het demissionaire kabinet moet nu scenario’s maken om de belastingvoordelen binnen 2 tot 7 jaar af te schaffen. Ook CDA en VVD stemden voor, zij het met dezelfde kanttekening als Jetten maakte. VVD-Kamerlid Silvio Erkens verklaarde niet akkoord te zijn met een abrupte afbouw. Dat zou bedrijven namelijk de grens over jagen. „Daarmee zouden we ons eigen straatje schoonvegen en het klimaat niet helpen.” Maar het onderzoek zou wel kunnen helpen om een „meer gerichte discussie” te voeren welke belastingvoordelen verduurzaming wel in de weg staan.

In reactie kondigde de grootste criticus van de fossiele subsidies, de actiegroep Extinction Rebellion, aan voorlopig te stoppen met de dagelijkse bezetting van de A12 in Den Haag. Met de motie komt afschaffing in hun ogen dichterbij en dan is dagelijks demonstreren niet meer nodig.

Buiten het gebouw van de Tweede Kamer hielden klimaatactivisten een sit-in tijdens de stemming over de motie.
Foto Remko de Waal/ANP

Emissieplafond

Maar als het aan de energie-experts ligt, is het juist te simpel gesteld dat afschaffen van de belastingvoordelen het klimaat helpt. Grote industrie- en energiebedrijven worden namelijk nu al gedwongen om hun uitstoot van broeikasgassen te verlagen tot nul in 2040. En dat is dankzij een essentieel onderdeel van het Europese klimaatbeleid dat vaak wordt vergeten in de discussie, menen zij: het Europese emissiehandelssysteem, ofwel ETS.

Het ETS stelt een maximum aan hoeveel bepaalde bedrijfstakken mogen uitstoten binnen de Europese Unie. Dat emissieplafond daalt gestaag, totdat er in 2040 geen nieuwe rechten worden uitgegeven. „Dat zorgt ervoor dat we de CO2-doelen al voor 2040 halen”, schrijven de energiedeskundigen.

Als Nederland op eigen houtje strenger beleid gaat voeren, bijvoorbeeld door fossiele belastingvoordelen af te schaffen, blijft het totaal aan toegestane emissies in Europa gelijk. Als bedrijven in Nederland daardoor minder CO2 uitstoten, betekent dat meer emissieruimte voor bedrijven elders in Europa. Dan gaat een raffinaderij in België bijvoorbeeld meer produceren.

„Als je de energietransitie wil versnellen dan doe je dat via het ETS, niet via het afschaffen van fossiele subsidies”, zegt Frans Rooijers in een toelichting. „Ga niet maatregelen stapelen op de Nederlandse industrie. Dan zet je die op achterstand. Voor het verminderen van de CO2-uitstoot is het niet nodig”, zegt mede-auteur Jos Cozijnsen van Climate Neutral Group.

Klimaatminister Rob Jetten (D66) zei eerder ook al iets soortgelijks. In het onderzoek naar de hoogte van de subsidies merkte hij op dat onder andere het ETS „op zichzelf al een afdoende prijsprikkel geeft aan bedrijven om hun emissies te reduceren”.

Kanttekening

Andere experts plaatsen weer kanttekeningen bij het standpunt van de energie-experts in ESB. Daan van Soest bijvoorbeeld, hoogleraar milieu-economie aan de Tilburg University. Hij is een van de 21 auteurs van een opiniestuk dat in september in Het Financieele Dagblad verscheen, waarin juist werd opgeroepen om zo snel mogelijk een eind te maken aan de fossiele subsidies. Want die ondermijnen het klimaatbeleid. „Alsof je tegelijkertijd de airco en de verwarming aanzet”, zegt hij. Onder de ondertekenaars zitten veel hoogleraren economie, zoals Reyer Gerlagh, Rick van der Ploeg, Wendy Janssens, Arnoud Boot, Bas Jacobs en Sweder van Wijnbergen.

Van Soest wijst er onder meer op dat er nog een hoop sectoren niet vallen onder het emissiehandelssysteem, terwijl die wel subsidies krijgen. Daar is de vermeende prikkel om de uitstoot te reduceren dus sowieso afwezig.

Hij noemt onder andere de landbouw. „Hier maken die subsidies dus echt wel uit, in negatieve zin.” Nu valt ongeveer 40 procent van alle CO2-uitstoot onder het ETS. Dat wordt op termijn meer dan 60 procent, schrijven de energiedeskundigen in ESB.

Maar belangrijker, zegt hij: zonder fossiele subsidies zou de afbouw ook binnen het emissiehandelssysteem sneller gaan. „Er is nu een basispad, waarbij tot 2040 het aantal beschikbare emissierechten wordt afgebouwd tot nul. Maar er is ook een mogelijkheid ingebouwd om dat pad te versnellen, als de Europese Commissie ziet dat rechten ongebruikt blijven. Dan geeft de Commissie het jaar erop minder rechten uit dan gepland. Fossiele subsidies jagen de vraag naar rechten juist aan.”

Bovendien gelooft hij niet in het waterbedeffect: als een fabriek in Nederland minder CO2 uitstoot, kan niet zomaar een fabriek elders in Europa harder gaan draaien. „Neem een hoogoven waarin staal wordt gemaakt. Die staat in de regel aan of uit. Je kan niet even 20 procent extra gas geven bij zo’n oven.”