N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Strengere regels Sinds de protestgolf na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini dragen veel vrouwen in Iran geen hoofddoek meer. Nu proberen de geestelijk leiders in Teheran dit weer af te dwingen.
Hoe voer je strengere regels in voor het dragen van de hijab, de hoofddoek, zonder direct een nieuwe verzetsgolf te ontketenen in de samenleving? Met dit dilemma worstelden Irans politieke leiders, goeddeels bejaarde mannen. Na rijp beraad kozen ze vorige week voor een opmerkelijke oplossing: een geheim debat over een wet van deze strekking in de majlis, het parlement.
Irans geestelijk leiders, die naleving van het hoofddoekgebod altijd als een fundament van hun regime hebben beschouwd, hebben vooral in Teheran en andere grote steden met lede ogen steeds meer vrouwen zonder hoofddoek over straat zien gaan. Volgens schattingen van het parlement zelf lapt zeker een kwart van de vrouwen de regels aan hun laars.
Lees ook: Leger Iran dreigt met actie tegen golf van demonstraties
Dit is het gevolg van de massale protesten die vorig najaar uitbraken na de dood van Mahsa Amini (22). De jonge Koerdische stierf nadat ze door de politie was opgepakt en geslagen omdat ze haar hijab niet correct zou hebben gedragen. Daarop volgde een protestgolf, waaraan ook veel vrouwen – vaak zonder hijab – deelnamen. Met keiharde repressie onderdrukten de autoriteiten de protesten. Daarbij vielen honderden doden.
Gehaat symbool
De laatste maanden heeft het regime op verschillende manieren gepoogd de hoofddoek, voor miljoenen Iraniërs een gehaat symbool van het islamitische regime, weer op te leggen aan vrouwen. Zo dreigden ze winkels en bedrijven met forse boetes en sluiting als ze vrouwen zonder hoofddoek bleven toelaten tot hun zaken. In dit kader werden ook enige hightechbedrijven waar veel jonge hoog opgeleide vrouwen met onbedekte haren werkten, gesloten. Ook werden drie actrices die zonder hoofddoek in het openbaar waren verschenen, geestesziek verklaard en bestraft.
Ook kondigden de autoriteiten vorige maand aan dat de gevreesde zedenpolitie, die na de protesten bijna volledig van de straat was verdwenen, weer zou gaan patrouilleren. „Als er niet naar de politie wordt geluisterd, worden de vrouwen naar justitie doorverwezen”, dreigde een politiewoordvoerder.
Volgens schattingen van het parlement lapt zeker een kwart van de vrouwen de regels aan hun laars
Intussen werd er in het parlement een nieuwe, aangescherpte zedelijkheids- en hijabwet voorbereid. Een eerste versie werd eind juli goedgekeurd. Op grond van de nieuwe regels riskeren vrouwen zonder hijab een boete van omgerekend zo’n 660 euro, een fors bedrag naar Iraanse maatstaven. De wet beoogt ook, onder meer op universiteiten, de seksen meer van elkaar te scheiden.
Zulke maatregelen gaan de 70-jarige ayatollah Ali Moalemi, lid van de machtige Raad van de Hoeders van de Grondwet, niet ver genoeg. Hij bepleit zweepslagen voor hoofddoekloze vrouwen. Ook de Raad moet instemmen met de nieuwe wetgeving.
Mogelijk mede met het oog op de naderende datum van de dood van Mahsa Amini (16 september), die nieuwe protesten zou kunnen uitlokken, geven de autoriteiten liefst zo min mogelijk ruchtbaarheid aan de nieuwe regels. Daarom hebben de parlementariërs een bepaling uit de Grondwet, artikel 85, ingeroepen die het mogelijk maakt wetgeving achter gesloten deuren te bespreken en op voorlopige basis in te voeren.
Of de geestelijk leiders daarmee de hoofddoek weer op de hoofden van alle Iraanse vrouwen krijgen, is de vraag. Een vrouw in een stoffenwinkel in Teheran liet zich onlangs tegen de Financial Times ontvallen: „De Islamitische Republiek weet dat het deze oorlog niet kan winnen, en vrouwen zijn niet bang voor hen.”