Investeren in de wapenindustrie raakt weer in zwang. Hoe ethisch is dat?

Wapenhandel Beleggen in de wapenindustrie kan weer sinds de oorlog in Oekraïne. In de overweging te investeren botst ratio soms met emotie. „Het voelt eerst toch een beetje alsof je misbruik wil maken van de situatie.”

Een bezoeker van een wapenbeurs in Parijs probeert een Coded Target Aquisition Marker uit van de Franse producent Safran. Dit apparaat kan met lasers een doelwit lokaliseren.
Een bezoeker van een wapenbeurs in Parijs probeert een Coded Target Aquisition Marker uit van de Franse producent Safran. Dit apparaat kan met lasers een doelwit lokaliseren.

Foto Nathan Laine

Het taboe op investeren in wapens verdwijnt. VanEck, aanbieder van beleggingsproducten, waagt zich daarom op de Europese markt met een fonds dat belegt in aandelen van defensiebedrijven.

„Ik heb nooit eerder een introductie gedaan waar op voorhand al zoveel vraag naar was”, zegt directeur Europa Martijn Rozemuller. „En tegelijkertijd is het mijn eerste beleggingsproduct waar emotie en ratio elkaar zo tegenspreken.”

Zo rond de zomer werd beleggen in de defensie-industrie een thema op vergaderingen in het VanEck-kantoor aan de Amsterdamse Zuidas. VanEck is een van oorsprong Amerikaans bedrijf, met Nederlandse wortels en een grote afdeling voor de Europese markt in Amsterdam. Het beheert ongeveer 6,5 miljard euro aan vermogen in Europa.

De oorlog in Oekraïne was een paar maanden gaande. Het was duidelijk dat landen hun defensiebestedingen flink verhoogden. De marktwaarde van defensiebedrijven wereldwijd steeg fors en is ten opzichte van 2019 inmiddels verdubbeld. Rozemuller, die ooit begon als fanatiek beleggende student, kreeg in zaaltjes waar hij over beleggen spreekt vaker vragen over de mogelijkheden om als particulier geld in defensie te steken.

Het team bij VanEck dat nieuwe producten ontwikkelt, was verdeeld over het idee een Defensie-ETF te ontwikkelen, een verhandelbaar ‘mandje’ met beursgenoteerde defensiebedrijven. „We waren er niet gelijk van overtuigd dat we dit moesten gaan doen”, vertelt hij. „Het voelt eerst toch een beetje alsof je misbruik wil maken van de situatie.”

Bovendien was de trend de afgelopen vijf à tien jaar tegengesteld. „We hebben in de financiële wereld enorm te maken gehad met ESG [environmental, social en governance].” Dat zijn criteria voor duurzaam beleggen op het gebied van klimaat, arbeidsomstandigheden en goed bestuur, om te meten hoe verantwoord een bedrijf wordt gerund. En dan halen wapenfabrikanten de lat vaak niet. Omdat ze omstreden producten maken, zoals clusterbommen, landmijnen of biologische en chemische wapens. Of omdat ze leveren aan regimes waarvan de kans aanzienlijk is dat ze mensenrechten schenden door die wapens in te zetten.

Huiverig

Europese beleggers en pensioenfondsen zijn daardoor huiverig geworden voor wapenproducenten. De Nederlandse beleggingen in de wapenindustrie namen afgelopen jaar af tot 1,26 miljard euro, het laagste niveau sinds 2009, het eerste jaar waarvoor dit is bijgehouden. Op het hoogtepunt, in 2016, ging het nog om 4,7 miljard euro, becijferde econoom Martijn Boermans van toezichthouder De Nederlandsche Bank vorige maand. Ondanks de hoge rendementen zijn Nederlandse pensioenfondsen, de grootste beleggers, zich afgelopen jaar blijven terugtrekken uit de defensie-industrie.

Rozemuller bespeurt een kentering, die hij vooral baseert op contact met vermogensbeheerders en particulieren. Hij pakt er grafieken bij met opiniepeilingen over investeren in defensie om te onderbouwen dat het maatschappelijk debat verandert. Daarnaast heeft hij uitspraken van Europese politici genoteerd, over de noodzaak om wél te investeren.

Ook de Nederlandse minister van Defensie, Kajsa Ollongren (D66), moedigde in september vorig jaar onder meer pensioenfondsen nadrukkelijk aan minder terughoudend te worden. Want met alle steun aan de Oekraïense strijdkrachten raken voorraden razendsnel uitgeput. De oorlogseconomie moet sneller op stoom komen. Maandag nog maakte het ministerie bekend de komende jaren voor 3,5 tot 6 miljard euro te investeren in nieuwe raketsystemen en twee marineschepen.

De reactie van pensioenfondsen op de oproep van Ollongren is afwachtend en in sommige gevallen afhoudend. Pensioenfonds ABP bijvoorbeeld belegt nog wel in defensiebedrijven, zoals andere fondsen ook doen, maar is terughoudend. „We schroeven onze criteria als het gaat om duurzaamheid en mensenrechten op”, schrijft een woordvoerder in een reactie. De oproep van de minister, ondersteund door de defensietop, verandert daar vooralsnog weinig aan en wekte zelfs verbazing bij het ABP. De logische volgorde zou volgens het pensioenfonds zijn dat de regering orders plaatst bij bedrijven en die vervolgens kapitaal ophalen. Op dat moment kunnen fondsen besluiten of obligaties of aandelen van die bedrijven passen bij hun beleid. Niet andersom.

VanEck weegt anders. De verdediging van Europa is een legitiem belang en draait ook om opkomen voor mensenrechten, betoogt Rozemuller. Toen de inval in Oekraïne begon, werd bijvoorbeeld het Duitse leger geconfronteerd met gebrek aan onderdelen. „Hoe zorgen we ervoor dat de Europese strijdkrachten weer op niveau komen?” Categorisch ‘nee’ zeggen tegen wapenfabrikanten is hem dan te gemakkelijk.

De vraag is vooral welke bedrijven je wel en niet wil financieren. Rozemuller benadrukt dat is geprobeerd alleen bedrijven te selecteren die geen wapens produceren die volgens internationale verdragen uitgebannen zouden moeten worden, zoals clustermunitie, antipersoonsmijnen en chemische wapens.

VanEck kijkt daarvoor hoe bedrijven scoren bij data-analist ISS. Dat is een van de grootste bedrijven ter wereld op het gebied van duurzaamheidsanalyse. Het beoordeelt onderneingen onder meer op medeplichtigheid bij schending van mensenrechten door derden, inclusief het gebruik van militaire goederen waarbij mensenrechten worden geschonden.

Afnemers van de data bepalen zelf hoe ze die gebruiken. Scoren defensiebedrijven slecht op de ISS-index, dan komen ze niet in het mandje, zegt Rozemuller. Gaan ze zich slechter gedragen, dan vallen ze er bij de kwartaalevaluaties uit. „Dat een bedrijf deze week voldoet, wil niet zeggen dat dit volgende week ook zo is.”

Productie van kernwapens

In het mandje van VanEck, vanaf 5 april te koop, zitten ook bedrijven die er bij een selectie door kritische ngo’s niet doorheen zouden komen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Franse Safran en de Italiaanse producent Leonardo. Beide hebben via dochterbedrijven een rol in de productie van kernwapens, die volgens een – niet door Nederland ondertekend – VN-verdrag uit 2017 uitgebannen zouden moeten worden.

Ook staat een deel van de gekozen bedrijven bij ngo’s op ‘de verkeerde lijstjes’ vanwege de landen waaraan die bedrijven producten leveren. Hun wapens gaan bijvoorbeeld naar de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië, ondanks de gerede kans dat ze worden ingezet in de oorlog in Jemen. Dat geldt voor het Franse bedrijf Thales, dat in 1990 Hollandse Signaalapparaten uit Hengelo overnam dat radarsystemen maakt. Volgens onderzoeksjournalisten leverde Thales ondanks een EU-verbod nog wapens aan Rusland na de inname van de Krim in 2014, wat het bedrijf ontkent.

Vredesorganisatie Pax is daarom niet enthousiast over de nieuwe defensie-ETF. Die kan ertoe leiden dat een nieuwe geldstroom wordt aangeboord voor de 25 defensiebedrijven in het mandje, zonder dat die allemaal voldoen aan de strengste eisen.

Bij ETF’s is de betrokkenheid van de aandeelhouder vaak veel minder groot, zegt Cor Oudes, de verantwoordbeleggendeskundige bij Pax. „Beleggers zijn bij een ETF geneigd minder naar de individuele bedrijven te kijken en meer te kiezen voor het hele mandje.” Dat geldt ook voor pensioenfondsen die passief beleggen. „Met ETF’s kun je vrij anoniem veel geld genereren.”

De introductie van de defensie-ETF is voor VanEck „de spannendste die we ooit hebben uitgebracht”. Roze muller: „Bij de eerste reactie spreken ratio en emotie elkaar tegen.” Maar dat heeft hij bij zichzelf „afgepeld”. „Toen bleef de ratio over. En die zei: ‘doen’.”