Nu de opwarming van de aarde mensen steeds vaker raakt in hun persoonlijke levenssfeer, wordt de vraag relevanter wie verantwoordelijk is voor de schade die daardoor ontstaat. In verschillende klimaatzaken hebben rechters zich hier al over gebogen. Deze woensdag volgt een van de belangrijkste juridische oordelen tot nu toe. Dan spreekt het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag zich uit in een zaak die is aangespannen door Vanuatu, een eilandengroep in de Stille Oceaan, over de verantwoordelijkheid voor klimaatverandering.
„De uitkomst van deze zaak zal generaties lang doorwerken”, zei Margaretha Wewerinke-Singh, expert duurzaamheidsrecht en een van de twee hoofdadvocaten in het juridische team van Vanuatu, tijdens de twee weken durende hoorzittingen in december vorig jaar. Volgens haar zal de uitspraak niet alleen het lot bepalen van Vanuatu, dat slechts een meter boven de zeespiegel uitsteekt en verzwolgen dreigt te worden als de uitstoot van broeikasgassen niet snel stopt, maar hangt „de toekomst van de planeet” ervan af.
1
Wat is precies de vraag waarover het ICJ uitspraak doet?
Vanuatu heeft de vijftien rechters van het Gerechtshof gevraagd een oordeel te geven over de verplichting van staten tegenover andere staten om het mondiale klimaatsysteem te beschermen. Ook wil Vanuatu weten hoe ver een eventuele verplichting reikt en welke juridische consequenties daaraan verbonden zijn.
De rechters geven een zogeheten advisory opinion, een gezaghebbende, maar niet bindende uitspraak. Zo’n advies heeft over het algemeen grote invloed op de ontwikkeling van het internationaal recht en op vraagstukken die direct te maken hebben met internationaal beleid, in dit geval dus het mondiale klimaatbeleid waarover op klimaatconferenties wordt onderhandeld.
Mochten de rechters oordelen dat landen die veel broeikasgassen uitstoten – zoals China, de Verenigde Staten en de landen van de Europese Unie – onvoldoende doen om hun emissies terug te dringen, dan zou dat klimaatonderhandelingen in een stroomversnelling kunnen brengen. Kwetsbare landen beschikken daarmee over een extra argument om aan te dringen op meer actie.
Dat is wat Vanuatu met de uitspraak hoopt te bereiken. In een verklaring voorafgaand aan de zaak zei Jotham Napat, premier van Vanuatu: „We hebben ons tot het hof gewend om meer duidelijkheid te krijgen over wat het internationaal recht van staten verlangt.” Veel vertrouwen in de klimaatonderhandelingen heeft Napat namelijk niet. „Het klimaatakkoord van Parijs zorgt niet snel genoeg voor het beleid dat de wereld dringend nodig heeft.”
2
Welke argumenten gebruikte Vanuatu in de hoorzittingen?
Vanuatu is deze zaak niet begonnen uit angst, maar vanuit het principe „dat rechtvaardigheid moet zegevieren en dat de wet degenen moet dienen die het grootste risico lopen”, aldus Napat. Kleine eilandstaten luiden al lang de noodklok, volgens de premier, „zeker nu de zeeën om ons heen stijgen, de stormen heviger worden en de kosten van het gebrek aan maatregelen met de dag toenemen”.
Grote, geïndustrialiseerde landen schaden met hun enorme uitstoot van broeikasgassen volgens jurist Wewerinke-Singh de fundamentele rechten van eilandstaatjes en andere kwetsbare ontwikkelingslanden. Die hebben daarom „een inherent recht op herstel”, zei ze in een interview met NRC.
Rijke landen ontkennen dat niet, maar ze beargumenteerden vorig jaar tijdens de hoorzittingen dat de vraag over schadeherstel thuishoort in de klimaatonderhandelingen en niet in de rechtszaal. Een juridische uitspraak doorkruist volgens hen het onderhandelingsproces, dat gaat over politieke keuzes. Daar is Wewerinke-Singh het niet mee eens. Dat zou alleen zo zijn als die onderhandelingen goed werken. Klimaatverdragen hebben tot doel de concentraties van broeikasgassen te stabiliseren op een niveau dat gevaarlijke, door de mens veroorzaakte verstoring van het klimaatsysteem voorkomt. Maar, zei Wewerinke-Singh in NRC, „dat doel wordt al decennialang genegeerd”.
3
Is de ICJ-zaak anders dan andere klimaatzaken en waar gaan die over?
Alleen al in 2023 werden wereldwijd ten minste 230 nieuwe klimaatrechtszaken aangespannen, zowel tegen staten als tegen bedrijven. Dit keer is de klager zelf een staat die andere staten ter verantwoording probeert te roepen.
Die andere rechtszaken gaan over een waaier aan onderwerpen. Klagers proberen bijvoorbeeld schade door klimaatverandering te voorkomen, ze eisen dat landen zich houden aan hun eigen beloftes, ze proberen een verbod op fossiele subsidies af te dwingen of een veroordeling van bedrijven die zich ‘groener’ voordoen dan ze zijn.
In lang niet alle rechtszaken krijgen de klagers gelijk. Zo wees de rechter vorig jaar in hoger beroep de eis van Milieudefensie af dat Shell zijn uitstoot in lijn moet brengen met het klimaatakkoord van Parijs. In Duitsland verloor een Peruaanse boer eerder dit jaar een zaak tegen energieproducent RWE, die hij mede verantwoordelijk achtte voor het smelten van een gletsjer die zijn huis bedreigde. En vorige week wees een Australische rechter de zorgplicht van de regering af voor de klimaatschade van laaggelegen eilanden in de Straat Torres.
Maar klagers krijgen ook vaak gelijk. Een van de eerste grote rechtszaken, met sterke internationale repercussies, was de winst van duurzaamheidsorganisatie Urgenda in 2015 (en in hoger beroep in 2018), waarin de Nederlandse staat met een beroep op de zorgplicht werd gedwongen de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Vorig jaar concludeerde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, in een zaak die was aangespannen door een groep Zwitserse ouderen (de zogeheten KlimaSeniorinnen), dat de Zwitserse regering haar burgers onvoldoende beschermt tegen de gevolgen van klimaatverandering.
De Inter-Amerikaanse tegenhanger van het Europese Hof, het Inter-American Court of Human Rights (IACHR), kwam begin deze maand tot een vergelijkbare conclusie. Landen hebben volgens dit hof de wettelijke verplichting om mensen die nu leven en toekomstige generaties te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Ze moeten „snelle en effectieve maatregelen” nemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke kennis.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135022503-a017e7.jpg|https://images.nrc.nl/QjYjBJPtb0ACX_v5aQQZB3It2Lc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135022503-a017e7.jpg|https://images.nrc.nl/MVyPQE0P6ra-K1AzVKN5Edvu-2Y=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135022503-a017e7.jpg)
Vertegenwoordigers van de ontwikkelingsorganistatie Pacific Community en toehoorders tijdens de laatste dag van hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof. Foto Sem van der Wal/ANP
4
Wat kan de uitspraak van het ICJ betekenen?
Als het Internationaal Gerechtshof oordeelt dat staten een zorgplicht hebben op het gebied van klimaatverandering, zou het bijvoorbeeld voor de Australische rechter lastiger zijn geweest om de verantwoordelijkheid van de regering voor de klimaatschade op de Straat Torres-eilanden af te wijzen. Daarnaast kunnen geïndustrialiseerde landen in klimaatonderhandelingen moeilijker volhouden dat ze niet hoeven te betalen voor klimaatschade in ontwikkelingslanden.
Wat de uitspraak van het ICJ ook wordt, het zal een keerpunt zijn in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid
De uitspraak van het ICJ gaat over een fundamentele regel van het internationaal recht, zei André Nollkaemper, hoogleraar internationaal recht, in NRC. Volgens die regel moet een staat bij alles wat die doet rekening houden met schadelijke effecten in andere staten. De vraag is hoe ver de rechters durven te gaan. Als ze hun verantwoordelijkheid nemen, zouden ze volgens Nollkaemper erkennen dat staten decennialang in strijd hebben gehandeld met een basisregel van het internationaal recht en verplicht zijn om aan „rechtsherstel” bij te dragen. „Daarmee legt het ICJ een normatieve basis onder wat nu te veel een politiek debat is over klimaatfinanciering.”
Ook als de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof minder vergaand zal zijn, heeft de zaak volgens premier Jotham Napat van Vanuatu grote betekenis gehad. „Wat de uitspraak van het ICJ ook wordt, het zal een keerpunt zijn in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid”, aldus Napat. „Dit proces heeft de stem van klimaatgevoelige landen versterkt, het wereldwijde bewustzijn vergroot en de weg vrijgemaakt voor krachtiger klimaatactie.”
