Interesse bij boeren voor uitkoopregelingen is nog te laag


Aanpak stikstof Tot nu toe hebben zich duizend veehouders gemeld voor eerste gesprekken over verkoop of verplaatsing van hun bedrijf. Dat is nog niet de helft van het aantal dat de regering hoopt uit te kopen.

Lege stallen bij rundveehouders Gert en Rianne Krol in Weert, die in november een vrijwillig uitkoopcontract tekenden.
Lege stallen bij rundveehouders Gert en Rianne Krol in Weert, die in november een vrijwillig uitkoopcontract tekenden.

Foto Rob Engelaar/ANP

Een groot succes zijn ze nog niet, de uitkoopregelingen van het Rijk voor stoppende boeren. In november maakte het kabinet bekend dat in 2023 twee- tot drieduizend bedrijven die veel stikstof uitstoten moeten worden uitgekocht, maar tot nu toe hebben niet meer dan duizend bedrijven zich gemeld bij de provincies voor een eerste gesprek. Dit zegt het Interprovinciaal Overleg (IPO), de koepelorganisatie van provincies, na vragen van NRC.

De duizend bedrijven, benadrukt het IPO, willen niet uitsluitend praten over de verkoop van hun bedrijf. Maar ook over de mogelijkheden het bedrijf te verplaatsen, over minder dieren op meer grond laten grazen (extensiveren genoemd) en het beperken van de uitstoot in de stallen via technische ingrepen.

In november maakte het kabinet bekend te werken aan verschillende uitkoopregelingen, waaronder één die boeren zeer ruimhartig compenseert. De aankondiging van deze regeling, die tot mogelijk 120 procent van de bedrijfswaarde vergoedt, leidde nog niet tot een stormloop aan boeren die willen stoppen. Eind dit jaar maakt het kabinet de balans op van deze regeling: als die tegenvalt, volgt dwang.


Lees ook: Kabinet gaat grote stikstofuitstoters actief benaderen om te stoppen of te verduurzamen

Het IPO plaatst een kanttekening bij het lage aantal (boeren)bedrijven dat zich meldde. Volgens de koepelorganisatie is het een „korte snelle inventarisatie” en niet meer dan „een signaal voor dit moment”. Dat het er minder zijn dan gehoopt, komt doordat er momenteel geen regeling is voor boeren, zegt het IPO. Hierdoor kunnen provincies niet „concreet in gesprek” over de opkoop van een bedrijf.

De uitkoopregelingen die het Rijk nu ontwikkelt, moeten in april worden opengesteld, maar of dat lukt is de vraag. Voordat boeren zich ervoor kunnen inschrijven, moet de Europese Commissie ze hebben goedgekeurd en moeten ze ‘staatssteunproof’ zijn. Zo mag het kabinet stoppende boeren niet zomaar een zak geld geven omdat ze daarmee elders een nieuwe bedrijf kunnen starten en andere boeren uit de markt kunnen concurreren. Afgelopen zomer kreeg het kabinet al kritiek uit Brussel omdat een concept van een uitkoopregeling niet aan Europese regelgeving voldeed en een vorm van ongeoorloofde staatssteun zou zijn.

Landbouwakkoord

Een andere reden voor de lage interesse is dat bedrijven zich niet alleen bij de provincies kunnen aanmelden maar ook bij de gemeenten. Deze groep komt niet in beeld bij de provincies, zegt het IPO. Ook zouden bedrijven afwachtend zijn omdat het kabinet vaag is over hoe zij de verduurzaming van de agrarische sector voor zich ziet. Dat moet naar voren komen uit het landbouwakkoord van Landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie), aldus het IPO. Eind februari hoopt Adema zo’n akkoord te sluiten met boerenorganisaties, supermarkten, banken en milieuorganisaties.

Als het landbouwakkoord er ligt, is dit volgens het IPO een „logisch moment waarop bedrijven zich (weer) melden” voor een gesprek over het verkopen van hun bedrijf.

Grootste kostenpost

Het vrijwillig uitkopen van boeren is één van de belangrijkste manieren (én de grootste kostenpost) voor het kabinet om de stikstofuitstoot uiterlijk in 2030 wil halveren. Het kabinet trekt ruim 24 miljard euro uit om de stikstofproblematiek op te lossen, waarvan 7,5 miljard gereserveerd is voor het uitkopen van boeren.


Lees ook: Kabinet komt met uitkoopbod voor veel meer piekbelasters

Uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van oktober 2022 blijkt dat het Rijk veel te veel verwacht van het uitkopen van boeren. Het PBL analyseerde 25 jaar uitkoopregelingen: hieruit blijkt dat er na een regeling slechts „enkele procenten” minder dieren zijn. Oftewel: „De hoge verwachtingen over het beëindigen van veehouderijen lijken niet gestoeld op een systematisch inzicht in de effecten van beëindigingsregelingen”.

Een woordvoerder minister Van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof) zegt niet teleurgesteld te zijn in het aantal boeren dat zich tot nu toe heeft aanmeld. Hij verwacht dat dit aantal oploopt zodra de regelingen in april worden opengesteld. Op verder vragen over de uitkoopregelingen, onder meer of deze de staatssteuntoets doorstaan, wil hij niet ingaan. De ruimhartige regeling „ligt ter consultatie” voor in Brussel, waardoor het te vroeg zou zijn voor „gedetailleerde vragen”.