‘Instituties in Turkije zijn uitgehold, en dan val je bij zo’n ramp door de mand’

Rampenbestrijding Op papier zag de Turkse hulpverlening bij rampen er degelijk uit. Maar in de eerste cruciale dagen na de aardbevingen schitterde de overheid door afwezigheid.

Kinderen wachten buiten op straat in het Turkse Hatay op nieuws over hun familieleden. De zoektocht naar overlevenden wordt – ruim een week na de beving – afgebouwd.
Kinderen wachten buiten op straat in het Turkse Hatay op nieuws over hun familieleden. De zoektocht naar overlevenden wordt – ruim een week na de beving – afgebouwd.

Foto Bulent Kilic/AFP

Bij duizenden verlaten gedesillusioneerde inwoners de puinhopen van de verwoeste steden en dorpen in Zuid-Turkije en zetten koers naar de grote steden elders in Turkije. Ze zijn het wachten in de kou op hulpgoederen en het tergend langzame bergingswerk op de troosteloze puinhopen beu. Vertrouwen in de vage belofte van president Erdogan dat hun huizen binnen een jaar weer zullen zijn opgebouwd hebben ze al helemaal niet.

Ook de meeste achterblijvers zijn woedend op de regering. Jarenlang betaalden ze aardbevingsbelasting in de verwachting dat ze op het uur U konden rekenen op de steun van de staat. Maar toen zich vorige week twee zware aardbevingen voordeden, schitterde de Turkse overheid vrijwel overal dagenlang door afwezigheid. Dat gold ook voor AFAD, de grote centrale rampenorganisatie, die na de vorige grote aardbeving van 1999 was opgetuigd om de bevolking in geval van nood te hulp te komen.


Lees ook: Na het trillen van de aarde: hoe zoek je naar slachtoffers?

„De eerste 24 tot 48 uur na de ramp, die juist kritiek zijn als je mensenlevens wilt redden, was AFAD maar op weinig plaatsen present”, zegt de Turkse professor Alpaslan Özerdem, die aan de Amerikaanse George Mason universiteit is verbonden en zich veel met rampenmanagement heeft beziggehouden. „In de hele getroffen provincie Adiyaman was AFAD bij voorbeeld tot drie dagen na de aardbevingen nergens te bekennen.”

Pronken met andermans veren

Om haar eigen falen te verbergen probeerde AFAD bovendien herhaaldelijk met andermans veren te pronken. Özerdem: „Als andere hulporganisaties op het punt stonden een redding te verrichten, verschenen er plotseling televisiecamera’s en vroegen mensen van AFAD die andere reddingswerkers te vertrekken en deden zij het laatste beetje werk.” Ook waren er berichten over etiketten met de namen van AFAD en Erdogans AK-partij die op buitenlandse hulpgoederen zouden zijn geplakt.

AFAD werd ook geacht de inspanningen van andere civiele organisaties en van buitenlandse hulpteams te coördineren. Maar die zwierven vaak maar wat verloren rond in het rampgebied. „Het was een geval van de blinde die door de blinde werd geleid”, aldus Özerdem. Artsen zonder Grenzen wachtte dinsdag nog op het groene licht om ook in Turkije medische bijstand te mogen verlenen, ruim een week nadat het daarvoor een aanvraag had ingediend.

AFAD distribueerde betrekkelijk dunne tenten zonder iets erin, ook geen dekens. Daarin slapen op de ijzige ondergrond is voor de meeste daklozen die geen warme kleren hebben een kwelling. „Zonder meerdere lagen dekens op de grond slaag ook ik er nooit in warm genoeg te worden om te slapen”, bekende zelfs een AFAD-vrijwilliger die met het tentenbeheer was belast bij de stad Malatya aan het Franse dagblad Le Monde. Er zijn bovendien veel te weinig tenten.

Turkse soldaten laden hulpgoederen uit een Japans toestel op een luchtmachtbasis bij de stad Adana.

Foto Emrah Gurel/AP

Ook aan mobiele toiletten, vooral in grotere steden, is een schrijnend tekort. Daarnaast ontbreken op veel plaatsen de stroom- en watervoorziening. Bij het dorp Celikhan zouden al verscheidene keren wolven zijn gesignaleerd omdat er nog lijken onder het puin liggen. Artsen waarschuwen dat door het gebrek aan hygiëne gemakkelijk besmettelijke ziekten kunnen uitbreken.

218.000 hulpverleners

Dit alles wil niet zeggen dat er niet met man en macht wordt gewerkt om de getroffen gebieden te helpen. In totaal houden zich volgens de autoriteiten inmiddels 218.000 hulpverleners op in het Turkse gebied, dat in totaal zo’n dertien miljoen inwoners telt. Veel Turken doen wat ze kunnen om hun landgenoten te helpen, van wie er nog naar schatting 1,2 miljoen dakloos zijn. Ook het leger is hierbij op grote schaal ingezet.

President Erdogan verweert zich met het feit dat de schaal van de ramp ongekend groot is. „We worden geconfronteerd met een van de grootste natuurrampen in ons land maar ook in de geschiedenis van de mensheid”, sprak hij dinsdag. Erg sterk vinden deskundigen dat argument niet. „Ik leer mijn studenten altijd af het over natuurrampen te hebben”, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar rampenmanagement aan de Erasmus Universiteit. „Dat suggereert dat je er niets tegen kunt doen, maar het hangt er juist van af hoe mensen op zo’n ramp reageren en zich daar op voorbereiden.”

Tegelijk erkent ook zij dat de Turkse autoriteiten voor een enorme opgave staan. „Het gaat om een gebied dat twee keer zo groot is als Nederland, Dan valt het niet mee iedereen te bereiken, dat is een enorme logistieke uitdaging. In een week is dat niet te doen.” Hilhorst wijst er ook op dat de ervaring bij andere bevingen leert dat de verwachtingen van bewoners in het gebied vrijwel altijd te hoog gespannen zijn.


Lees ook: Woede op Turkse bouwsector groeit

Özerdem constateert eveneens dat het om een ongekend grote ramp gaat, die hulpverleners voor gigantische problemen stelt. Maar volgens hem treft de regering wel degelijk blaam. Zo is een deel van de ellende ontstaan door het niet naleven van strenge bouwvoorschriften. „Zo werden er allemaal gebouwen opgetrokken die al bij voorbaat waren gedoemd in dodenakkers te veranderen.” Hij wijst tevens op het vliegveld van de zwaar getroffen provincie Hatay, waar deskundigen enkele jaren geleden met het oog op de geologische breuklijnen en eventuele aardbevingen uitdrukkelijk afraadden dit op een bepaalde plaats aan te leggen. Dit advies werd genegeerd. Na de aardbeving kon het vliegveld dagenlang niet worden gebruikt.

Politieke vriendjes

Daarnaast hekelt de Turkse hoogleraar de manier waarop de regering-Erdogan allerlei belangrijke openbare functies vulde met zijn politieke vriendjes, veelal zonder noemenswaardige kwalificaties. „Bij AFAD werd de afdeling voor het zoeken en redden van slachtoffers geleid door een man die was gepromoveerd op een theologisch onderwerp. Hij had geen enkele ervaring met rampenmanagement.”

Mensen die door de aardbeving dakloos zijn geraakt, staan in de rij voor hulpgoederen in een tentenkamp bij de stad Iskenderun.

Foto Hussein Malla/AP

Een jaar of zes geleden werd AFAD nog tamelijk professioneel geleid maar daarna is de klad erin gekomen. De organisatie raakte hoe langer hoe meer gepolitiseerd. Ook met een evaluatie van de hulp na een relatief zwakke beving bij de plaats Düzce afgelopen herfst, toen allerlei tekortkomingen aan het licht kwamen, gebeurde niets.

Özerdem gnuift door de telefoon. „Wanneer een organisatie zo slecht wordt bestuurd, wordt de rationaliteit al snel het raam uit gekieperd. President Erdogan heeft allerlei instituties jarenlang uitgehold en mensen met goede kwalificaties verwijderd. Bij een ramp als deze loop je dan tegen de lamp.”