Een zwaan, daar begon het mee. Zo’n grote witte, lief koppie, oranje snavel, waar je met z’n tweeën riant op kunt drijven. Precies zo eentje als op de strandfoto – die waarvoor Effe uit Turkije op z’n handdoek poseert.
De eerste die ermee op de foto ging was zangeres Taylor Swift. In een zwembad, samen met haar vriend. Dat was in de zomer van 2015, voor het oog van haar ruim honderd miljoen volgers op Instagram. Daarna ging het los. De opblaaszwaan was overal uitverkocht, een nieuwe markt voor ‘inflatables’ geboren.
Lange tijd was het opblaasspul vooral bedoeld om te blijven drijven. Opblaasboten hadden nut voor militairen, met opblaasbandjes leerden kinderen zwemmen. De eerste opblaasbedden en -boten voor de vrije tijd verschenen in de jaren 50. In de decennia erna poogden meubelfabrikanten ook van opblaasbanken en -stoelen een succes te maken, maar dat mislukte. En sinds de jaren 80 zijn inflatables – van opblaasdier tot palmboom, springkussen en glijbaan – niet meer weg te denken uit het openbare leven. Je vindt ze op stranden en in winkelcentra, op festivals, bruiloften en kinderfeestjes.
Maar nog voordat Taylor Swift haar iconische zwanenfoto postte, hadden bedrijven al goed door dat voor de inflatable – ook wel ‘floatie’ – een nieuw, gouden tijdperk was aangebroken. „Instagrammability”, zegt Goof Lukken, vrijetijdsonderzoeker bij Breda University. „Daar draait het om.”
Want vrije tijd is onderdeel geworden van onze lifestyle, zegt Lukken. „Laten zien wat je in je vrije tijd doet, bepaalt mede je identiteit.” En de westerling hééft steeds meer vrije tijd, en wil daar méér mee doen. „We besteden ons geld liever aan belevenissen dan aan een nieuwe auto of keuken, blijkt uit onderzoeken. We willen unieke momenten meemaken.”
Die ook nog eens aantrekkelijk zijn voor de foto. Daarvoor kun je op vakantie naar Bali of Thailand. Op de foto in een infinity pool, met een kameel of krokodil. Maar wat is er goedkoper dan een opblaaskrokodil? Lukken: „Met opvallende opblaasartikelen kun je ervaringen dichter bij huis in beeld markeren als iets unieks”. Betaalbaar voor iedereen.
De floatie is wereldwijd een miljardenmarkt. .Populair zijn de unicorn, de donut, de roze flamingo. Maar je vindt ze ook als alpaca, ijsje, pinguïn, palmboom, eend, schildpad, waterscooter, vliegtuigboot, kameel, dolfijn, watermeloen et cetera. En zelfs als een opblaasbaar party-eiland met ingebouwde koelbox. De fabrikant kan ze in platte dozen in bulk per container vanuit China verschepen, waardoor ze via sites als Temu en Alibaba nóg goedkoper zijn.
Alleen, zie ze na gebruik maar weer eens in die doos terug te krijgen. En dat is wel een punt, zegt Lukken. Bij sommige stranden vind je inmiddels speciale afvalbakken waar je het opblaasplastic in kwijt kunt, want nadat ze het één keer gebruikt hebben, gooien velen hun floatie weer weg. „Het gaat om gemak, zichtbaarheid. Maar duurzaam is het niet.”
‘Neemt ze ook cadeaus aan?” vraagt een fan in gele trui zacht aan de organisatie van Asian Pride. Hij wacht deze donderdag op zijn beurt om Nymphia Wind (echte naam Leo Tsao) te ontmoeten. In een neongele pruik torent zij, winnares van het zestiende seizoen van het populaire tv-programma RuPaul’s Drag Race, in The Social Hub dankzij haar megahakken boven iedereen uit.
Tijdens de Canal Parade deze zaterdag staat Wind op de boot van Asian Pride. Die bestaat sinds 2022, zegt John Tjong Tjin Joe, een van de organisatoren. „We begonnen ermee om de zichtbaarheid van de Aziatische gemeenschap in Nederland te vergroten.” De boot is volgens hem bedoeld voor bewustwording van de problemen van lhbti’ers in Azië, maar ook van anti-Aziatisch racisme in Nederland en binnen de queergemeenschap zelf. Een op de drie Aziatische Nederlanders ervaart weleens discriminatie, bleek vorig jaar uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en Fontys Hogeschool in Tilburg.
Na een jaar moeite doen, heeft Asian Pride Nymphia Wind (30) weten te strikken. Ze sluit perfect aan bij de doelstelling van de organisatie. Als eerste Oost-Aziatische winnares van RuPaul’s Drag Race levert ze een belangrijke bijdrage aan de zichtbaarheid van Aziatische lhbti’ers in het Westen. Ze werd geboren in de Verenigde Staten, groeide op in Taiwan, en verhuisde in 2022 voor haar deelname aan de show naar New York.
Taiwan staat bekend als lhbti-vriendelijk, het land legaliseerde in 2019 als eerste in de regio huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. Wind kon naar Pride Amsterdam komen dankzij geld van de Taiwanese overheid. Haar aanwezigheid is dan ook in het voordeel van Taiwan, volgens organisator Tjong Tjin Joe. Hij noemt Wind „een ware ambassadeur” voor het land.
Terwijl de vrijwilligers druk bezig zijn met de voorbereidingen voor de meet-and-greet – bananengoodiebags op de juiste plek, bekers bubble tea in nette rijen – beantwoordt Wind wat vragen.
Je hebt van geel jouw themakleur gemaakt en gebruikt bananen als symbool in je act. Twee dingen die soms negatief worden gekoppeld aan Aziatische mensen, maar tegenwoordig ook door hen weer tot iets positiefs worden gemaakt. Wat betekent het voor jou?
„Het begon vooral als grapje. Rond 2020 besloot ik uit te gaan volledig gekleed in geel en mezelf ‘banana’ te noemen, en dat bleef hangen. Het is leuk om zo een soort cult om je heen te verzamelen, in een thema. Zo ben ik ‘banana buddha’ geworden: het is dus zeker ook een verwijzing naar mijn Aziatische wortels.”
Je gebruikt daarnaast veel Aziatische elementen in je kostuums en optredens. Waarom doe je dat?
„Ik denk dat Taiwanezen het Westen kunnen verheerlijken, omdat we het gelijkstellen aan vrij, en Aziatische cultuur als onderdrukt. Maar dat is niet het hele verhaal. Taiwanezen neigen over het hoofd te zien wat we zelf hebben.
„Daarom verwerk ik Taiwanese natuurlijke en culturele elementen in mijn outfits. Ik haal inspiratie uit Peking-opera, of inheemse invloeden. In een aflevering van Drag Race presenteerde ik mezelf als een wolkengodin, met elementen van Taiwanese inheemse diersoorten, zoals het Formosaanse luipaard en de Mikado-fazant.
Je begon met drag in het Verenigd Koninkrijk, toen je daar de mode-academie deed.
„ Ik groeide op in Taiwan en Hongkong. Ik deed wel al aan cross-dressing, die transformatie had voor mij iets magisch. In het VK leerde ik door het Britse uitgaansleven drag zoals dat in het Westen wordt gedaan pas echt kennen. Ik begon de vrijheid te waarderen die zware make-up je kan bieden, je kunt een nieuwe identiteit creëren.”
Was die mogelijkheid er niet in Taiwan?
„De scene in Taipei [de hoofdstad] was toen ik met drag begon nog heel klein. Dat terwijl Azië wel vormen van drag kent: Japanse geisha’s doen eigenlijk ook aan drag. Inmiddels is de scene in Taiwan heel levendig, maar wel met een duidelijke invloed vanuit de Verenigde Staten, met nadruk op het uitgaansleven.
Waarom vind je het belangrijk dat er juist in het Westen meer representatie van Aziatische culturen komt?
„Toen ik jong was, vond ik het niet leuk om er Aziatisch uit te zien. Ik kreeg in Taiwan veel van Amerikaanse media mee, en daarmee de boodschap dat wit beter is, met al die westerse gezichten. Ik heb dat nog steeds een beetje, in mijn privéleven. Daar werk ik nog steeds aan die zelfacceptatie.
„We houden ons stil omdat onze culturen meer de nadruk leggen op terughoudendheid, verlegenheid. Maar zo kunnen we niets veranderen aan het gebrek aan representatie in het Westen. Daarom is het belangrijk dat we uit onze schulp kruipen en de kanten van Aziatische culturen laten zien waar we trots op zijn.”
In The Social Hub staat inmiddels een dj te draaien voor een groep dansende mensen in cowboyhoeden. Maar de documentaires die Asian Pride vandaag vertonen, zijn net zo goed drukbezocht.
Hoe vind je het dat er tijdens Pride dingen georganiseerd worden die niet alleen om feesten draaien?
„Ik denk dat het heel goed is als er meer ruimte komt voor verlegen mensen om ook aan Pride mee te doen, mensen die misschien niet zo van clubben houden. Mijn drag-persona vertegenwoordigt mijn extraverte kant, maar ik ben zelf ook meer een combinatie van introvert en extravert.
„Het is bovendien goed om meer te doen dan feesten tijdens Pride. In een van de documentaires deze screening, Sotong, zag ik dat in Maleisië cross-dressing illegaal is en gay zijn strafbaar. Dat maakt me des te dankbaarder dat ik drag kan doen, maar het doet me ook beseffen dat de strijd nog niet voorbij is.”
Het thema van Amsterdam Pride is LOVE. Asian Pride gebruikt het als gelegenheid om aandacht te vragen voor de openstelling van het huwelijk; in veel Aziatische landen kunnen mensen van hetzelfde geslacht niet trouwen. De 22 vrijwilligers van Asian Pride gaan tijdens de Canal Parade in trouwkleding passend bij hun eigen culturele achtergrond de boot op, met bijvoorbeeld Chinese, Maleisische of Indonesische gewaden. Nymphia Wind staat er zaterdag verkleed als bruidsboeket.
Lees ook
Taiwan viert pride op grote schaal, maar niet zonder weerstand
Een zwaan, daar begon het mee. Zo’n grote witte, lief koppie, oranje snavel, waar je met z’n tweeën riant op kunt drijven. Precies zo eentje als op de strandfoto – die waarvoor Effe uit Turkije op z’n handdoek poseert.
De eerste die ermee op de foto ging was zangeres Taylor Swift. In een zwembad, samen met haar vriend. Dat was in de zomer van 2015, voor het oog van haar ruim honderd miljoen volgers op Instagram. Daarna ging het los. De opblaaszwaan was overal uitverkocht, een nieuwe markt voor ‘inflatables’ geboren.
Lange tijd was het opblaasspul vooral bedoeld om te blijven drijven. Opblaasboten hadden nut voor militairen, met opblaasbandjes leerden kinderen zwemmen. De eerste opblaasbedden en -boten voor de vrije tijd verschenen in de jaren 50. In de decennia erna poogden meubelfabrikanten ook van opblaasbanken en -stoelen een succes te maken, maar dat mislukte. En sinds de jaren 80 zijn inflatables – van opblaasdier tot palmboom, springkussen en glijbaan – niet meer weg te denken uit het openbare leven. Je vindt ze op stranden en in winkelcentra, op festivals, bruiloften en kinderfeestjes.
Maar nog voordat Taylor Swift haar iconische zwanenfoto postte, hadden bedrijven al goed door dat voor de inflatable – ook wel ‘floatie’ – een nieuw, gouden tijdperk was aangebroken. „Instagrammability”, zegt Goof Lukken, vrijetijdsonderzoeker bij Breda University. „Daar draait het om.”
Want vrije tijd is onderdeel geworden van onze lifestyle, zegt Lukken. „Laten zien wat je in je vrije tijd doet, bepaalt mede je identiteit.” En de westerling hééft steeds meer vrije tijd, en wil daar méér mee doen. „We besteden ons geld liever aan belevenissen dan aan een nieuwe auto of keuken, blijkt uit onderzoeken. We willen unieke momenten meemaken.”
Die ook nog eens aantrekkelijk zijn voor de foto. Daarvoor kun je op vakantie naar Bali of Thailand. Op de foto in een infinity pool, met een kameel of krokodil. Maar wat is er goedkoper dan een opblaaskrokodil? Lukken: „Met opvallende opblaasartikelen kun je ervaringen dichter bij huis in beeld markeren als iets unieks”. Betaalbaar voor iedereen.
De floatie is wereldwijd een miljardenmarkt. .Populair zijn de unicorn, de donut, de roze flamingo. Maar je vindt ze ook als alpaca, ijsje, pinguïn, palmboom, eend, schildpad, waterscooter, vliegtuigboot, kameel, dolfijn, watermeloen et cetera. En zelfs als een opblaasbaar party-eiland met ingebouwde koelbox. De fabrikant kan ze in platte dozen in bulk per container vanuit China verschepen, waardoor ze via sites als Temu en Alibaba nóg goedkoper zijn.
Alleen, zie ze na gebruik maar weer eens in die doos terug te krijgen. En dat is wel een punt, zegt Lukken. Bij sommige stranden vind je inmiddels speciale afvalbakken waar je het opblaasplastic in kwijt kunt, want nadat ze het één keer gebruikt hebben, gooien velen hun floatie weer weg. „Het gaat om gemak, zichtbaarheid. Maar duurzaam is het niet.”
Krijgen we wel voldoende mensen op de boot? Die vraag schoot al snel door het hoofd van Sharan Bala (39) toen het idee opkwam om met een boot speciaal voor intersekse personen mee te varen bij de botenoptocht tijdens Pride in Amsterdam. „Er zijn maar weinig mensen die volledig open zijn over dat ze intersekse zijn”, zegt Bala.
Voor het eerst varen intersekse personen op zaterdag met hun eigen boot mee met de Canal Parade, het grootste evenement tijdens Pride in Amsterdam. Bala, filmmaker en kunstenaar, richtte ‘Spread the Word’ op, een collectief voor intersekse mensen, dat de organisatie van de boot op zich nam. Ongeveer de helft van de negentig mensen op de boot zijn intersekse personen, de rest zijn allies– bondgenoten. Bala: „Ik denk dat er niet eerder zoveel intersekse mensen openlijk bij elkaar zijn gekomen in Nederland.”
In Nederland zijn naar schatting zo’n 190.000 mensen wiens hormonen, geslachtsorganen of chromosomen niet passen binnen het hokje man of vrouw. Voor veel van hen is het heel spannend om naar buiten te treden, merkt Bala. „Ik heb veel berichten ontvangen van mensen die wel mee willen op de boot, maar niet durven. Dat is echt totaal begrijpelijk. Als je je hele leven wordt verteld dat je er beter niet over kunt praten, is het een hele grote stap om ineens op een boot te gaan staan. Op live televisie.”
Ook Sharan Bala deelde het met niemand, zelfs niet met vrienden en familieleden buiten het gezin. Dat veranderde vijf jaar geleden, toen die lotgenoot Marieke Schoutsen ontmoette, nadat hun therapeut hen aan elkaar had voorgesteld. „Zo belangrijk is het dus om mensen te ontmoeten met dezelfde ervaringen, om iemand te hebben die je begrijpt.” Ze besluiten samen een documentaire te maken, Kiezen, snijden, zwijgen, die vorig jaar werd uitgezonden door de VPRO en waarin ze onder andere hun geheim vertellen aan vrienden en medische dossiers doornemen.
Geheimhouding
Jarenlang was het protocol om bij baby’s van wie het geslacht niet kon worden vastgesteld, één geslacht te kiezen, ze op jonge leeftijd te opereren en er daarna niet meer over te praten. „Die geheimhouding, of die nu werd opgelegd zoals dat vroeger gebeurde, of meer impliciet bestaat zoals tegenwoordig, is funest voor mensen”, zegt Miriam van der Have, directeur van het NNID, Expertisecentrum seksediversiteit.
Van der Have richtte het NNID op in 2013 met als doel belangenbehartiging en het vergroten van de zichtbaarheid van intersekse personen. De organisatie wil alle niet-noodzakelijke medische behandeling voor intersekse kinderen onder de twaalf jaar verbieden – vanaf die leeftijd mogen kinderen pas zelf beslissen.
In 2017 stelde de Raad van Europa vast dat het onnodig medische ingrijpen bij intersekse kinderen zonder hun toestemming in strijd is met de mensenrechten. Maar tot nu toe ging het Nederlandse kabinet nog niet over tot een wettelijk verbod op non-consensuele en niet-noodzakelijke medische behandelingen. Afgelopen maand maakten demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend onderwijs en emancipatie, VVD) en minister van Volksgezondheid Eddy van Hijum (NSC) in een kamerbrief bekend een onderzoek uit te voeren naar de voor- en nadelen van regulering.
Paars-geel
Tijdens Pride in Utrecht, waar het NNID al enkele jaren meevaart met een boot, zag Van der Have hoe belangrijk zo’n botenparade kan zijn. „Ik zat met een groep mensen op het terras die zeiden: ik wil wel komen, maar ik wil niet dat mensen zien dat ik intersekse ben. Door de juichende mensen aan de kades durfden ze uiteindelijk toch een paars-geel shirt aan te trekken, de kleuren van de vlag voor intersekse mensen. En dus uit te komen voor wie ze zijn. Dat is minstens zo belangrijk als politieke verandering.”
Zaterdag vaart het NNID ook mee op de intersekse-boot, te herkennen aan de gele vlaggen met daarin een paars hart en de banners met de leus: Love every body.
Ik heb veel berichten ontvangen van mensen die wel mee willen op de boot, maar niet durven
De paars-gele boot vaart als tweede door de grachten, na de boot van de organisatie met daarop bijna alle Pride-ambassadeurs. Bijna alle, want ambassadeur Marleen Hendrickx (34), theatermaker en intersekse activist, koos ervoor op de intersekse-boot mee te varen. „Ik kan gelukkig wel zwaaien naar mijn mede-ambassadeurs.”
Niet eerder vroeg de Pride-organisatie een intersekse persoon als ambassadeur. „Dat is denk ik omdat de emancipatie van intersekse mensen de meest recente is, na die van de andere letters van de lhbti-gemeenschap”, zegt Hendrickx. Ze heeft vergeleken met de andere ambassadeurs een relatief rustige week. „Als ambassadeur word je vooral voor ‘jouw’ letter ingezet. En er zijn niet zoveel activiteiten voor intersekse personen.”
Queergemeenschap
Niet ieder intersekse persoon voelt zich onderdeel van de queergemeenschap, zegt Hendrickx. „Maar de manier waarop intersekse mensen behandeld worden komt voort uit dezelfde heteronormatieve gedachte waar lhbt’ers tegen strijden: je hebt een man en een vrouw en die kunnen geslachtsgemeenschap met elkaar hebben. Daarom ben ik geopereerd.”
Vanaf haar tiende werd Hendrickx ingelicht door de artsen dat ze intersekse is. Ze vertelden haar dat mensen om haar heen het niet zouden begrijpen, haar misschien zouden pesten of het contact zouden verbreken. Toen ze 22 was en het na jaren van zwijgen aan haar omgeving vertelde, haalden mensen hun schouders op. „Ze zeiden: o wat kut voor je, en dat was het. De discrepantie tussen wat artsen me vertelden en de werkelijkheid was zó groot. Ik dacht: alle intersekse mensen moeten dit weten, dat die hele geheimhouding onzin is.”
Toen Hendrickx voor het eerst meevaarde op de prideboot van het NNID in Utrecht, in 2023, vond ze het de eerste tien minuten ongemakkelijk. „Waarom klappen jullie voor mij? Ik doe helemaal niks.” Dat gevoel maakte plaats voor trots. „Ik voelde echt: we zijn er en we gaan nooit meer weg. Alsof ik aan het vliegen was. Dat gevoel gun ik ieder intersekse persoon.”