Als het rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv in november vorig jaar uit de hand zou lopen, dan volgens scenario’s die de politie kende. Hooligans zouden elkaar in groepen te lijf kunnen gaan. De Kristallnachtherdenking diezelfde avond zou door demonstranten verstoord kunnen worden, op vergelijkbare wijze als bij de opening van het Holocaustmuseum.
Dat ongeregeldheden ook heel anders zouden kunnen verlopen stond niet bij de politie op het netvlies. Dus toen kleine groepjes relschoppers gerichte aanvallen gingen uitvoeren op Israëlische Maccabi-supporters én op „mensen die voor Joods werden aangezien”, werd de politie verrast.
Lees ook
Lees ook de reconstructie: Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Dat blijkt uit een rapport dat de Inspectie Justitie en Veiligheid maandagochtend heeft gepubliceerd. De inspectie, die binnen het ministerie toezicht houdt op uitvoeringsorganisaties, onderzocht hoe de politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zich voorbereidden op de wedstrijd en de herdenking, en hoe de politie daadwerkelijk handelde. Beelden van mishandelingen en andere ongeregeldheden gingen begin november de hele wereld over, leidden tot diplomatieke spanningen en verdere onrust tussen groepen in Amsterdam.
Met klassieke scenario’s heeft de politie ervaring, zegt hoofdinspecteur Peter Neuteboom. „En nu deed zich een situatie voor waarin relschoppers achter individuele supporters aan gingen. Daar had de politie geen antwoord op.”
Het rapport heeft lof voor de wijze waarop de Amsterdamse politie haar werkwijze op straat wist aan te passen toen de situatie zo anders bleek dan verwacht. De Amsterdamse politie, zegt Neuteboom, „bleef binnen bestaande concepten doorwerken, totdat ze rond middernacht zagen dat er iets anders aan de hand was dan voorzien. Toen besloten ze om niet achter relschoppers aan te gaan, maar om de belaagden te beschermen.” Bijvoorbeeld door een grote groep Maccabi-fans in te sluiten en met bussen naar hotels te brengen. Door snel te schakelen, handelde de politie „professioneel en slagvaardig”, zegt hij.
Het rapport roept tegelijkertijd de vraag op of de politie die verrassing ook niet over zichzelf afriep. Bleef het niet te lang in klassieke scenario’s denken, toen de situatie in appgroepen en in de stad ook op iets heel anders kon wijzen? „Helemaal tevreden zijn we niet”, zegt Neuteboom
Het gaat voor het eerst mis in de nacht voor de wedstrijd. In Amsterdamse appgroepen is dan al een paar dagen gesproken over het aanvallen van Israëliërs – ook de politie las die berichten, meldde Het Parool in december. Op de avond zelf trekken Maccabi-fans door de binnenstad. Zij trekken een Palestijnse vlag van een gevel, belagen een taxichauffeur en – die informatie uit het rapport is nieuw – vallen met „hangsloten scooterrijders” aan. Daarna mobiliseren onder meer taxichauffeurs zich, met name rond een casino waar veel Maccabi-fans samengekomen zijn. Dat is zoals de politie het verwachtte: groepen die elkaar belagen.
Maar diezelfde nacht worden op meerdere plekken in Amsterdam ook al individuele Israëliërs belaagd, waarna de daders snel vluchten – precies het type aanval dat zich de avond erna in veelvoud zal herhalen. Ook donderdagmiddag, op klaarlichte dag, vindt zo’n ‘flitsactie’ plaats, op het Spui. Toch worden die acties niet herkend als afwijking van de voorbereide scenario’s. Ook appberichten die, met name op donderdag overdag en ’s avonds, al oproepen om „losse groepen” en „zionisten overal waar je ze ziet” aan te vallen, worden door de politie gezien als bevestiging van hun scenario.
Hoe kan dat? Neuteboom gaat „een beetje voor de politie zitten praten”, en zegt: „Die mishandeling op het Spui was op dat moment een unieke actie. De politie maakt de afweging dat het een op zichzelf staand iets is. Achteraf beschouwd was het dat niet.” En „achteraf was het misschien ongelukkig” dat dreigende appberichten door de politie werden geïnterpreteerd binnen het klassieke scenario.
Tegelijkertijd zag Neuteboom in de appberichten die hij kon lezen geen aankondigingen voor wat er donderdagnacht daadwerkelijk gebeurde: razendsnelle aanvallen door jongens op fatbikes en scooters. Er was daarom „geen aanleiding om andere scenario’s” te ontwikkelen dan die binnen de klassieke kaders pasten. Het was „business as usual”. Daar, zegt Neuteboom, „moet je het hogere niveau niet mee belasten”: de driehoek van burgemeester Femke Halsema, de politiechef en het Openbaar Ministerie.
Mishandeld
De aanvallen van donderdagnacht waren uiteindelijk niet alleen tegen Maccabi-fans gericht, concludeert het rapport. Er werd ook expliciet gezocht naar Joden en mensen „van wie relschoppers dachten dat ze Joods waren”, aldus Neuteboom. Meerdere mensen zijn om die reden daadwerkelijk mishandeld, terwijl ze Joods noch Israëlisch waren, zo blijkt uit verklaringen van agenten, berichten op sociale media en verklaringen van slachtoffers.
Had het allemaal anders kunnen verlopen? Antwoorden hebben op vragen die je niet kent, kan niet, zegt Neuteboom. „Wie dat kan, verdient de hoofdprijs.” Tegelijkertijd is de klassieke inzet van de mobiele eenheid bij flitsacties als die na de wedstrijd „te statisch”. De politie moet volgens de inspectie daarom „flexibele en adaptieve” manieren van inzet gaan ontwikkelen. Neuteboom: „De politie moet sneller kunnen schakelen naar het onbekende, zodat ze eerder tot actie kunnen overgaan.”
De inspectie heeft haar oorspronkelijke vraagstelling – samengevat: over welke informatie beschikten de politie en de NCTV voor en tijdens de rellen? – uitgebreid naar de uitvoering. Daarbij kijkt het rapport niet alleen naar de politie, maar ook naar de NCTV.
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam had persoonlijk met het hoofd ervan gebeld op 29 oktober – „vanwege zorgen over de bijzondere omstandigheden en context waarin de wedstrijd plaatsvindt”, zoals de Amsterdamse driehoek na de rellen schreef. De burgemeester zei later dat ze nadrukkelijk had gevraagd naar de dreiging rond de aanwezigheid van de supporters. De NCTV zag, volgens het rapport van de inspectie, „geen aanleiding om aanvullende maatregelen te adviseren”.
Achteraf leidde dit tot enige wrevel tussen gemeente en NCTV, waarbij elk een andere uitleg gaf van wat was gevraagd en wat was geadviseerd. Het is reden voor de inspectie om de NCTV te adviseren: maak duidelijker wat gemeenten wel en niet van de veiligheidscoördinator kunnen verwachten.
Als het rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv in november vorig jaar uit de hand zou lopen, dan volgens scenario’s die de politie kende. Hooligans zouden elkaar in groepen te lijf kunnen gaan. De Kristallnachtherdenking diezelfde avond zou door demonstranten verstoord kunnen worden, op vergelijkbare wijze als bij de opening van het Holocaustmuseum.
Dat ongeregeldheden ook heel anders zouden kunnen verlopen stond niet bij de politie op het netvlies. Dus toen kleine groepjes relschoppers gerichte aanvallen gingen uitvoeren op Israëlische Maccabi-supporters én op „mensen die voor Joods werden aangezien”, werd de politie verrast.
Lees ook
Lees ook de reconstructie: Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Dat blijkt uit een rapport dat de Inspectie Justitie en Veiligheid maandagochtend heeft gepubliceerd. De inspectie, die binnen het ministerie toezicht houdt op uitvoeringsorganisaties, onderzocht hoe de politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zich voorbereidden op de wedstrijd en de herdenking, en hoe de politie daadwerkelijk handelde. Beelden van mishandelingen en andere ongeregeldheden gingen begin november de hele wereld over, leidden tot diplomatieke spanningen en verdere onrust tussen groepen in Amsterdam.
Met klassieke scenario’s heeft de politie ervaring, zegt hoofdinspecteur Peter Neuteboom. „En nu deed zich een situatie voor waarin relschoppers achter individuele supporters aan gingen. Daar had de politie geen antwoord op.”
Het rapport heeft lof voor de wijze waarop de Amsterdamse politie haar werkwijze op straat wist aan te passen toen de situatie zo anders bleek dan verwacht. De Amsterdamse politie, zegt Neuteboom, „bleef binnen bestaande concepten doorwerken, totdat ze rond middernacht zagen dat er iets anders aan de hand was dan voorzien. Toen besloten ze om niet achter relschoppers aan te gaan, maar om de belaagden te beschermen.” Bijvoorbeeld door een grote groep Maccabi-fans in te sluiten en met bussen naar hotels te brengen. Door snel te schakelen, handelde de politie „professioneel en slagvaardig”, zegt hij.
Het rapport roept tegelijkertijd de vraag op of de politie die verrassing ook niet over zichzelf afriep. Bleef het niet te lang in klassieke scenario’s denken, toen de situatie in appgroepen en in de stad ook op iets heel anders kon wijzen? „Helemaal tevreden zijn we niet”, zegt Neuteboom
Het gaat voor het eerst mis in de nacht voor de wedstrijd. In Amsterdamse appgroepen is dan al een paar dagen gesproken over het aanvallen van Israëliërs – ook de politie las die berichten, meldde Het Parool in december. Op de avond zelf trekken Maccabi-fans door de binnenstad. Zij trekken een Palestijnse vlag van een gevel, belagen een taxichauffeur en – die informatie uit het rapport is nieuw – vallen met „hangsloten scooterrijders” aan. Daarna mobiliseren onder meer taxichauffeurs zich, met name rond een casino waar veel Maccabi-fans samengekomen zijn. Dat is zoals de politie het verwachtte: groepen die elkaar belagen.
Maar diezelfde nacht worden op meerdere plekken in Amsterdam ook al individuele Israëliërs belaagd, waarna de daders snel vluchten – precies het type aanval dat zich de avond erna in veelvoud zal herhalen. Ook donderdagmiddag, op klaarlichte dag, vindt zo’n ‘flitsactie’ plaats, op het Spui. Toch worden die acties niet herkend als afwijking van de voorbereide scenario’s. Ook appberichten die, met name op donderdag overdag en ’s avonds, al oproepen om „losse groepen” en „zionisten overal waar je ze ziet” aan te vallen, worden door de politie gezien als bevestiging van hun scenario.
Hoe kan dat? Neuteboom gaat „een beetje voor de politie zitten praten”, en zegt: „Die mishandeling op het Spui was op dat moment een unieke actie. De politie maakt de afweging dat het een op zichzelf staand iets is. Achteraf beschouwd was het dat niet.” En „achteraf was het misschien ongelukkig” dat dreigende appberichten door de politie werden geïnterpreteerd binnen het klassieke scenario.
Tegelijkertijd zag Neuteboom in de appberichten die hij kon lezen geen aankondigingen voor wat er donderdagnacht daadwerkelijk gebeurde: razendsnelle aanvallen door jongens op fatbikes en scooters. Er was daarom „geen aanleiding om andere scenario’s” te ontwikkelen dan die binnen de klassieke kaders pasten. Het was „business as usual”. Daar, zegt Neuteboom, „moet je het hogere niveau niet mee belasten”: de driehoek van burgemeester Femke Halsema, de politiechef en het Openbaar Ministerie.
Mishandeld
De aanvallen van donderdagnacht waren uiteindelijk niet alleen tegen Maccabi-fans gericht, concludeert het rapport. Er werd ook expliciet gezocht naar Joden en mensen „van wie relschoppers dachten dat ze Joods waren”, aldus Neuteboom. Meerdere mensen zijn om die reden daadwerkelijk mishandeld, terwijl ze Joods noch Israëlisch waren, zo blijkt uit verklaringen van agenten, berichten op sociale media en verklaringen van slachtoffers.
Had het allemaal anders kunnen verlopen? Antwoorden hebben op vragen die je niet kent, kan niet, zegt Neuteboom. „Wie dat kan, verdient de hoofdprijs.” Tegelijkertijd is de klassieke inzet van de mobiele eenheid bij flitsacties als die na de wedstrijd „te statisch”. De politie moet volgens de inspectie daarom „flexibele en adaptieve” manieren van inzet gaan ontwikkelen. Neuteboom: „De politie moet sneller kunnen schakelen naar het onbekende, zodat ze eerder tot actie kunnen overgaan.”
De inspectie heeft haar oorspronkelijke vraagstelling – samengevat: over welke informatie beschikten de politie en de NCTV voor en tijdens de rellen? – uitgebreid naar de uitvoering. Daarbij kijkt het rapport niet alleen naar de politie, maar ook naar de NCTV.
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam had persoonlijk met het hoofd ervan gebeld op 29 oktober – „vanwege zorgen over de bijzondere omstandigheden en context waarin de wedstrijd plaatsvindt”, zoals de Amsterdamse driehoek na de rellen schreef. De burgemeester zei later dat ze nadrukkelijk had gevraagd naar de dreiging rond de aanwezigheid van de supporters. De NCTV zag, volgens het rapport van de inspectie, „geen aanleiding om aanvullende maatregelen te adviseren”.
Achteraf leidde dit tot enige wrevel tussen gemeente en NCTV, waarbij elk een andere uitleg gaf van wat was gevraagd en wat was geadviseerd. Het is reden voor de inspectie om de NCTV te adviseren: maak duidelijker wat gemeenten wel en niet van de veiligheidscoördinator kunnen verwachten.
Op een telefoon wordt een playlist ‘rustgevende muziek voor gestreste katten’ aangezet, met een spuitbusje worden kalmerende feromonen verneveld. „Allemaal om het doneren zo katvriendelijk mogelijk te maken”, zegt een medewerker van Animal Bloodbank Benelux. Op de behandeltafel ligt Georgia, een grijze poes, opgerold in twee dekentjes, klaar om bloed te doneren. Zachtjes laat ze zich een miauw ontvallen.
Het Medisch Centrum voor Dieren (MCD) in Amsterdam distribueert sinds zo’n twee jaar namens de ABB donorbloed voor honden en katten. Voor honden had het MCD altijd al wel een zakje liggen. Maar Marrit Meester (51), dierenarts op de spoedeisende hulp, heeft „meermaals” meegemaakt dat ze katten binnenkreeg die niet vier uur konden wachten op de koerier met bloed, die vanuit de bloedbank in Nijverdal of zelfs van verder moest komen. „Verschrikkelijk als je weet dat je een dier misschien had kunnen redden.”
In het kader van Bloeddonordag op 14 juni, waarbij aandacht gevraagd wordt voor het belang van bloeddonaties bij mensen, heeft het ABB in samenwerking met verschillende klinieken van AniCura ook een dag voor dierenbloed in het leven geroepen. Dat het nodig is liefdevol gehouden huisdieren bloot te stellen aan zulk ongerief, blijkt uit de lijst aandoeningen die ze opnoemt waarvoor donorbloed of -plasma noodzakelijk is. Van rattengif of een ongeluk tot een auto-immuunziekte en meer. „Omdat we steeds verder gaan in het behandelen van onze huisdieren, hebben we ook steeds vaker en meer bloed nodig”, zegt Meesters. In Nederland is de vraag naar donorbloed afgelopen jaar met 90 procent gestegen, „bovenop een explosieve groei van 600 procent het jaar ervoor”, laat de woordvoerder van het MCD weten.
Hoeveel bloed een hond of kat geeft, hangt af van de grootte van het beestje.
Foto Saskia van den Boom
De dag blijkt een mediamagneet. In de behandelkamer staan rondom poes Georgia twee fotografen en twee verslaggevers. Op de gang, waar op een brancard een witte golden retriever met knalrood gips om de linkerachterpoot wordt langsgereden, moet stilte zijn, vanwege opnames voor de NOS.
Voorpoot
Dat een dier niet zelf kan kiezen om bloed te doneren, is evident. „De enige andere optie om donorbloed te krijgen, is door proefdieren te houden”, zegt Meesters. „Maar dat willen we juist niet.”
„Dag lieve burrito”, zegt baasje Angelica May tegen Georgia, terwijl ze tussen haar oren kriebelt. May werkt zelf bij het MCD als dierenarts en besloot in te gaan op de oproep van de ABB om een huisdier te laten doneren, om ándere dieren te kunnen redden. Ze heeft Georgia zelf ook gered, van de straten van een stad in Brazilië. „Toen was ze nog niet zo knap hoor, meer Sméagol [Gollum] uit Lord of the Rings”, zegt ze. „Ze was half kaal en had overal schimmel – en toen wij en onze andere katten ook.”
In Nederland is de vraag naar donorbloed voor dieren afgelopen jaar met 90 procent gestegen
Na het scheren begint het zoeken van de ader in de linker voorpoot. In eerste instantie tapt Meesters maar een heel klein beetje bloed af. Dat bloed wordt in twee vakjes van een tester gedruppeld. Dat is om te kijken of Georgia geen FIV (kattenaids) of FeLV (kattenleukemie) heeft. Voor baasjes is uitgebreid gratis bloedonderzoek een voordeel voor het donorschap.
Georgia test negatief. Ze mag doneren. Ze krijgt een beetje verdoving – „een drupje ketamine, een beetje diazepam” – toegediend, waarop haar pupillen zich vergroten. „Gaat goed hè liefje”, zegt Meesters. De dekentjes worden afgewikkeld, waarna de tondeuse langs haar hals gaat. Het bloed uit haar nek vloeit in een „uit de pediatrie afkomstig” plastic zakje. „Dat scheiden we in rode bloedcellen en plasma.”
Pleister en klaar. Het duurde een kwartiertje, na tien minuten zal de verdoving ook uitgewerkt zijn. Ze krijgen in het dierenhuis geen roze koek, zoals mensen, maar wel een beetje glucose, dat werkt hetzelfde. „Viel mee hè”, zegt Meesters.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De vraag naar donorbloed voor dieren is hard gestegen.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De vraag naar donorbloed voor dieren is hard gestegen.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12162646/data133567946-eca93e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Hgqu32STF1qL5U5puZ2k5jaT0FM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12162646/data133567946-eca93e.jpg 1920w”>De vraag naar donorbloed voor dieren is hard gestegen.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een pootje wordt geprikt omwille van een bloeddonatie. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een pootje wordt geprikt omwille van een bloeddonatie. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12162651/data133567974-68deda.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/bloed-doneren-is-voor-huisdieren-geen-pretje-maar-ze-redden-er-wel-levens-mee-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/4uvHkTkgg1HJJeBIDYeU7xPh3jM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12162651/data133567974-68deda.jpg 1920w”>Een pootje wordt geprikt omwille van een bloeddonatie.
Foto’s Saskia van den Boom
Doneren hoeft dus geen drama te zijn. Maar „natuurlijk”, zegt de woordvoerder, was precies op het moment dat de NOS er was een kat aan de beurt die „vreselijk krijste”. Vanaf het moment dat hij uit zijn mandje werd getild. „Ik zei nog tegen die journalist, dit kun je niet uitzenden hoor”, zegt de woordvoerder van het MCD. „Zelfs het baasje noemde haar eendramaqueen.”
Bloedgroepen
Kan een Maine Coon bloed aan een Britse korthaar geven en een Deense dog aan een pomeriaan? Ja. Alle kattenrassen kunnen aan elkaar doneren en alle hondenrassen ook, wel is er sprake van verschillende bloedgroepen. Bij katten A, B en AB – de verkeerde bloedgroep toedienen heeft een dodelijke afloop. Bij honden ligt het net iets gecompliceerder. „Het enige nadeel is dat ze een sommige bloedgroepen sneller afbreken.”
Om te kunnen doneren worden wel eisen gesteld aan de dieren. Katten moeten op zijn minst drieënhalve kilo wegen, honden meer dan twintig. Van een chihuahua valt gewoon niet zoveel te halen. „Terwijl greyhounds juist héél veel rode bloedcellen hebben”, weet May.
Kan een Maine Coon aan een Britse korthaar bloed geven en een Deense dog aan een pomeriaan?
Toen ze nog op de „eerstelijns hulp” werkte, kwam er eens „op een zondag” een baasje met een klein Maltezertje die heel hard bloed nodig had. Ze wisten dat ze een greyhound in het systeem hadden. „We hebben zijn baasje gebeld, of hij het goed zou vinden om zijn hond te brengen en bloeddonor te laten zijn. Dat heeft hij gedaan. Dat was zo ontroerend.” De Maltezer werd gered. „We hebben een medaille gemaakt voor die hond waar Superhero op stond.”
Op flyers die overal in het MCD liggen staat: ‘Uw dier kan een leven redden’. Peanut, een zwartwitte kat met één oog, krijgt na een vrij moeizame donatie een rood sjaaltje omgehangen met ‘I am a blooddonor, I am a lifesaver’. Hij is „best wel high”, zegt Meesters. Hij heeft een beetje extra sedatie gekregen. Uiteindelijk is een ader gevonden in zijn achterpoot. Klein leed voor een groot belang vindt zijn baasje, ook werkzaam in het MCD. Die is niet zo onder de indruk van de ingreep. „Ik heb hem zelf gecastreerd”, zegt ze schouderophalend.
Lees ook
Meer huisdieren en hun baasjes doorverwezen naar het dure ‘dierenziekenhuis’? Dan krijgen dierenartsen van investeerder Evidensia een bonus
Woensdagmiddag in Scheveningen: overal kleine prinsesjes. Ze druppelen uit de tram, uit de parkeergarage, uitgedost in lichtblauw satijn, al dan niet met wapperende cape. Drie geluksvogels worden afgezet door een knalroze limousine. De prinsessen (m/v) stromen richting het Circustheater, of klauteren nog even in de grote letters op het plein. Ouders trekken hun telefoons tevoorschijn.
„1, 2, 3, Elsaaa!”
Frozen de musical is een ideaal gezinsuitje, dat hoef je Daan Oomen niet te vertellen. Hij is bekend in showbizzland, werkt als lichtontwerper aan internationale producties. Alysee, zijn jongste dochter, kreeg voor haar verjaardag kaartjes voor het hele gezin. Oomen geeft haar een bemoedigend duwtje. „Ga hier maar staan, doen we even een fotootje, is dat meteen geregeld.”
Daar komt nog een vader: Alejandro Parada Casaleiro (45), met zoons Manu (9) en Xavi (12). De jongste (3) is thuis. Alejandro en zijn vrouw Carmen hebben samen al veel musicals gezien, Frozen stond nog op hun verlanglijst. Hij kon een middag gemist worden op zijn werk in het ziekenhuis, zij is ’s woensdags altijd vrij. Ook Jan van der Veen (43) hoefde niet op kantoor te verschijnen, vertelt hij terwijl dochter Nina (4) zich verstopt achter zijn benen. „Ik heb twee maanden vitaliteitsverlof. We dachten: wat gaan we doen vandaag? Toen vertelde mama over de Elsa-musical. Dat leek ons wel wat, toch Nien?”
Verlofregelingen
De vaders in Scheveningen zijn eensgezind: ze vinden dat ze genoeg tijd doorbrengen met hun kinderen. Bijna allemaal werken ze minder dan 38 uur per week. Ze hebben flexibele werkgevers of een eigen bedrijf. Ze zijn van de generatie die kon profiteren van verlofregelingen die sinds 2018 stapsgewijs zijn uitgebreid. Lange tijd hadden partners na de geboorte van hun kind recht op twee vrije dagen – een om bij de bevalling te zijn en een om het kind aan te geven bij de gemeente. Tegenwoordig kan een jonge vader in loondienst bijna vier maanden betaald vrij nemen.
„Als je kiest voor kinderen, dan moet je het samen doen”, vindt Alejandro Parada Casaleiro. Hij doet deels het huishouden, kookt en doet boodschappen. „Alleen de was, daar bemoei ik me niet mee.” Hij onderneemt bewust veel met zijn zoons, zoals laatst een bezoekje aan een autobeurs. „Je kunt het niet meer inhalen.”
Alejandro Parada Casaleiro gaat met zijn zoons Xavi (12) en Manu (9) naar ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Dat beaamt Daan Oomen, die soms eenzaam was nadat zijn ouders uit elkaar gingen, al groeide hij op in een groot gezin. Nog niet zo lang geleden reisde hij voor zijn werk de halve wereld over, maar sinds hij vader is ging hij anders denken over wat belangrijk is. Met zijn dochters (4 en 7) doet hij het liefst creatieve dingen: „Tekenen, muziek maken, op avontuur. Omdat ik ondernemer ben, heb ik daarin veel vrijheid. Ik moedig hen aan vrij te denken, een open blik te hebben. Hoe is het om méns te zijn? Dat soort dingen leer je niet zo snel op school.”
Hoeveel tijd ouders in Nederland spenderen in gezelschap van hun kinderen, werd in 2016 voor het laatst gemeten. Voor het Sociaal en Cultureel Planbureau hielden 1.893 respondenten een week lang een dagboek bij. De uitkomst: bij heterostellen brachten vaders gemiddeld dertig uur met hun kinderen door, moeders veertig uur. Een ding is zeker: ook bijna tien jaar later is de verdeling van arbeid en zorg bij veel man-vrouw koppels niet gelijk. Vaders doen nog altijd meer betaald werk. Mannen met kinderen onder de twaalf jaar werken volgens het CBS gemiddeld veertig uur, vrouwen 28 uur per week. Vaders die evenveel of meer tijd aan het huishouden en zorgtaken besteden als hun vrouwelijke partner, zijn in de minderheid.
Hoe komt dat? Is het erg? Kunnen de vaders van tegenwoordig – als ze dat willen – volop vader zijn?
‘Waar is je vrouw?’
Toen David Borman zeventien jaar geleden na de geboorte van zijn eerste kind een aantal weken verlof nam, was dat nog allesbehalve vanzelfsprekend. „Op het consultatiebureau kreeg ik te horen: ‘Waar is je vrouw?’ of ‘O, wat leuk, ben je een dagje vrij?’” Sindsdien, zegt hij, is er een hoop veranderd. Zeker sinds partners extra geboorteverlof kunnen opnemen – iets wat ongeveer driekwart ook daadwerkelijk doet – is het draagvlak voor betrokken vaderschap gegroeid. Je ziet het terug op straat, zegt Borman, maar bijvoorbeeld ook in de wetenschap, in het aanbod van podcasts, in de boekwinkel: „Een hele plank met vaderhandboeken.”
Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school en vertonen minder gedragsproblemen
Borman, auteur van twee van dat soort boeken, kun je gerust een vaderexpert noemen. Het begon toen hij als verloskundige in het ziekenhuis mannen tegenkwam die eigenlijk geen idee hadden wat een bevalling inhield. Borman merkte dat hun onwetendheid het proces in de weg kon zitten. Pas toen zijn echtgenote in verwachting raakte, kreeg hij door hoezeer alle informatie rond zwangerschap en bevalling op vrouwen was gericht. Het resulteerde in de cursus ‘Aanpakken voor aanstaande vaders’, waarin partners in twee avonden door hem worden bijgespijkerd. Daarnaast traint hij bedrijven en professionals in onder meer de geboortezorg: hoe kunnen zij vaderinclusiever zijn?
Voor een actieve vaderrol valt veel te zeggen. Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school, ontwikkelen sterkere sociale vaardigheden en vertonen minder gedragsproblemen, blijkt uit onderzoek van onder meer Unicef. Een Noorse studie wees uit dat er minder geweld is tegen kinderen in huishoudens waarin zorgtaken evenredig zijn verdeeld. Zorgende vaders, aldus een WHO-rapport, zijn zowel lichamelijk als mentaal gezonder. Ze ervaren meer zelfvertrouwen, emotionele groei en verbinding en vertonen minder risicovol gedrag zoals middelenmisbruik. De kans is kleiner dat ze jong sterven. Hun leven kent meer zingeving en structuur.
Traditioneel
Toch is de betrokken vader – Borman spreekt van „de optelsom van liefde, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, zorgzaamheid en verantwoordelijkheid” – niet vanzelfsprekend. Een veelzeggend statistiekje: de helft van de stellen met kinderen wil de zorg gelijk verdelen, slechts 9 procent slaagt daarin. De praktijk, constateert het CBS in de laatste Emancipatiemonitor, is „traditioneler dan de wens”. Waarom?
Ten eerste, denkt Jens van Tricht, door de tijd waarin we leven. Van Tricht is oprichter en directeur van Emancipator – een organisatie die werkt aan het veranderen van normen voor mannen en mannelijkheid – en auteur van twee boeken over mannen en feminisme. Om de status quo te duiden, gebruikt hij vaak de metafoor van twee over elkaar schuivende aardplaten: „Op de oude, patriarchale plaat wordt jongens en mannen verteld dat ze vooral man moeten zijn en mannelijk moeten doen en dus never nooit vrouwelijk mogen zijn of lijken. De moderne, geëmancipeerde plaat koestert idealen als gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid en verwacht van jongens en mannen dat ze daaraan bijdragen.”
Jan van der Veen (43) met dochter Nina (4) bij de musical ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Mannen, aldus Van Tricht, zitten in een spagaat tussen die twee werelden. Enerzijds willen ze geëmancipeerd zijn, anderzijds leven ze volgens het „dominante patriarchale script” dat succes definieert in meetbare prestaties als een goedbetaalde baan. „Mannen die niet voldoen aan het mannelijkheidsideaal worden gestraft. Dat zie je ook rond vaderschap: wie zijn kinderen voorrang geeft, betaalt daarvoor. Met minder serieus genomen worden. Of in z’n carrièreperspectief.”
Daar komt bij dat Nederland nogal moedergericht is. Een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen – al is dat idee allang wetenschappelijk achterhaald. De ‘moederschapsideologie’ kreeg vooral vorm na de Tweede Wereldoorlog, toen de overheid het financieel aantrekkelijk maakte voor mannen om fulltime te werken en voor vrouwen om thuis te blijven – denk aan partnerpensioenregelingen en schaarse, kostbare kinderopvang. Pas in 1956 werden getrouwde vrouwen ‘handelingsbekwaam’ en móchten ze werken. Met de erfenis hiervan leven we nog steeds, zei hoogleraar familiesociologie Renske Keizer eerder in NRC, want beleid beïnvloedt cultuur en andersom. „Je kunt wel evenveel willen zorgen voor je kind maar als dat heel duur is, doe je het niet.”
Weinig steun
Ook in de zorg rond zwangerschap, geboorte en opvoeding draait het meestal om de moeder. Vaders krijgen zelden vragen van de verloskundige, vinden weinig steun als ze het zwaar hebben, worden alleen zijdelings aangesproken in folders, voelen zich – soms letterlijk – over het hoofd gezien. Daarom deden deskundigen en organisaties vorig jaar een oproep om vaders serieuzer te nemen in het zorgsysteem: geef hen dezelfde status als moeders, schreven ze, erken hun behoeften via de Zorgverzekeringswet. Betrek hen, als volwaardig ouder, vanaf het prille begin.
Er zijn natuurlijk mannen die dat niet per se willen, een gelijke verdeling. Misschien zien zij een veertig- of vijftigurige werkweek juist als een vorm van zorg: als kostwinner brengen zij hun gezin welvaart en stabiliteit. Misschien maakt het hen gelukkig. Misschien hebben ze een partner die niet kán werken, of die bewust thuis blijft.
En jonge vader in loondienst kan bijna vier maanden betaald vrij nemen
Steeds minder gezinnen leven van één inkomen, maar ondertussen maakt het idee dat mannen providers en protectors zijn en vrouwen verzorgers een comeback. Het meest zichtbaar is dat op sociale media en in de politiek. Radicaal-rechtse partijen zijn zich gaan richten op de maatschappelijke positie van mannen en mannelijkheid. Zo schreef FvD-leider Thierry Baudet enkele jaren geleden in een veelbesproken essay dat werkende vrouwen de oorzaak zouden zijn van „constant conflict, constante competitie en – uiteindelijk – ruzies, scheiding en sociale isolatie, en een nieuwe generatie van jongens en meisjes die opgroeien in een verminkte setting”.
De PVV – in haar laatste verkiezingsprogramma fel gekant tegen „genderwaanzin” en „diversiteitsgeneuzel” – beperkte de steun voor vrouwenrechten en gendergelijkheid door ongekend te bezuinigen op ontwikkelingshulp.
Manfluencers
Of het werkt? Jonge mannen – Gen Z’ers – in Nederland zijn volgens onderzoeksbureau Ipsos niet per se conservatiever geworden. Internationale studies, zoals die van de Universiteit van Oxford, laten wel een verschuiving naar uiterst rechts zien. In 2024 overwoog bijna 60 procent van de mannen onder de dertig jaar in de Europese Unie op een radicaal-rechtse partij te stemmen; 30 procent deed dat ook daadwerkelijk. Het is een tegenreactie, denken de onderzoekers, op de #MeToo-beweging en het streven naar gendergelijkheid. Ook wijzen ze op de invloed van online media en de polariserende werking van algoritmes.
Jongens en mannen krijgen vaak te horen wat er mis is met mannelijkheid en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram
„De manosphere is mainstream geworden”, zegt Jens van Tricht van Emancipator. Hij verklaart de aantrekkingskracht van conservatieve gendernormen als volgt: jongens en mannen zijn door de emancipatie van vrouwen en lhbtqia+-personen onzeker geworden over hun rol. Ze moeten mee-emanciperen én voldoen aan de oude norm, en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram. Daar vinden ze manfluencers die een simpele oplossing lijken te hebben voor dit complexe probleem: je moet gewoon weer een echte man worden. „Je kamer opruimen, vaak naar de sportschool – prima adviezen, zou je denken. Maar daarachter blijkt een heel compleet en beperkend ideaalbeeld van mannelijkheid te zitten: je moet presteren, concurreren, de controle houden, onafhankelijk, rijk en succesvol zijn. Pas dan ben je, tussen aanhalingstekens, een echte man.”
En dan gaat het nog een stap verder: namelijk met het idee dat mannen daarin gehinderd worden door vrouwen en alles wat ‘woke’ is. De Amerikaans-Britse Andrew Tate (10,7 miljoen volgers op X, verbannen van Facebook, Instagram en TikTok) is momenteel het boegbeeld van dat gedachtegoed. Tussen de pronkerige video’s en adviezen over hoe je net zo’n vermogende ‘G’ (gangster) kunt worden als hij, deelt hij misogyne opvattingen („Vrouwen doen het werk van Satan. Zonder een man die hen onder controle houdt, brengen zij alle grote vernietigingen teweeg.”)
Ruim de helft van de jonge vaders en bijna een kwart van de vijftien- en zestienjarige jongens heeft een positief beeld van Tate, bleek in 2023 uit een uitgebreide enquête van een Britse organisatie die zich bezighoudt met online veiligheid.
Max Verstappen
„Schokkend”, vindt David Borman. Al merkt hij in zijn dagelijkse werk niets van die conservatieve tendensen. „Het is natuurlijk een bubbel, maar ik zie in mijn cursus alleen maar vaders die écht willen, écht doen.” Anders dan een paar jaar geleden, zegt Borman, vertellen deze mannen trots aan vrienden en collega’s dat ze zijn cursus volgen. „En dat terwijl ze weinig rolmodellen hebben. Zie Max Verstappen, die twee dagen na de geboorte van zijn kind alweer op het circuit stond.”
Wat voor vader wil je zijn? Of wil je zien in de wereld? Het zou goed zijn, zegt Van Tricht, om daar deze zondag – op Vaderdag – eens stil bij te staan. Dat is ook wat hij probeert te doen met Emancipator. „Als we het hebben over problemen in de samenleving, kijken we niet vaak naar onszelf. Voor veel mannen is hun man-zijn blijkbaar heel belangrijk. Maar kunnen we het zo invullen dat we volledig onszelf mogen zijn?”