Op bladzijde 42 van het boek Inge Aanstoot staat een afbeelding van het schilderij The Young Artist. Inge Aanstoot (37) maakte het in 2014, vijf jaar nadat ze was afgestudeerd aan de kunstacademie. Het is een vol, kleurrijk werk, je ziet een draaimolen, paarden tollen rond, op een daarvan zit een vrouw – of dat lijkt maar zo. Veel mensfiguren zweven, soms is alleen een hoofd te zien, dan weer een bloot lichaam, hier en daar zie je een bijl. Hoofden van vrouwen lijken op dat van de kunstenaar: sluik, zwart haar rond een ovaal gezicht met donkere ogen.
Twee jaar eerder, in 2012, was Inge Aanstoot een van de vijftien jonge kunstenaars die uit meer dan tweehonderd inzendingen waren genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. In 2009, de zomer van haar afstuderen, had NRC haar getipt als talent. In 2011 had ze een solotentoonstelling in Galerie Vonkel in Den Haag. Werk van Inge Aanstoot werd in die jaren aangekocht voor de bedrijfscollectie van ING. Ook won ze nog de Piket Kunstprijs voor Schilderkunst en de Sacha Tanja Penning.
En toen kwam 2014. Het was een jaar waarin het haar voor het eerst niet meezat, vertelt ze in Inge Aanstoot. Om in haar onderhoud te voorzien werkte ze in een drogisterij, aan schilderen kwam ze nauwelijks toe. „Ik kon het hele jaar geen fuck doen, behalve heel soms aan dit schilderij werken. Stapje voor stapje, omdat ik altijd aan het werk was om dit atelier te kunnen betalen. Ik verkocht toen net niet lekker, had wel een paar van die grote shows, maar niet echt ontzettende klappers gemaakt. Al die frustratie zit heel erg in The Young Artist.”
Het kunstboek Inge Aanstoot is in april 2025 uitgegeven in eigen beheer, verspreid over 544 pagina’s staat al haar werk van de afgelopen zestien jaar afgebeeld. Het met crowdfunding (en ook nog wat spaargeld) betaalde boek is een samenwerkingsproject met Auke Triesschijn, een ontwerper met wie ze al bevriend is sinds de middelbare school. Hij heeft het boek vormgegeven en haar geïnterviewd over haar werk en haar leven, ook die gesprekken staan in het boek.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313458-48908a.jpg|https://images.nrc.nl/4Vabj-lsMfEfkGyd4kp9oxwHKOo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313458-48908a.jpg|https://images.nrc.nl/ZEsiBxKHWEmdP1iTfObOHlDWZpY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313458-48908a.jpg)
We zijn in haar atelier, het vuistdikke boek ligt op tafel. Aan een muur hangt het schilderij waar ze mee bezig is. Het is groot, dat zijn haar schilderijen meestal – The Young Artist meet 2 bij 2,5 meter. En al die schilderijen vertellen verhalen, al zou je niet weten waar die verhalen dan exact over gaan: er gebeurt van alles tegelijk. Vaak zijn er historische figuren aanwezig – wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, keizerinnen, maîtresses. Niet dat je ze herkent, maar je ziet het andere tijdperk aan hun kleren of hun kapsel. De schilderijen zijn figuratief en hebben felle, vrolijke kleuren, als je beter kijkt zijn ze vaak aangrijpend of licht verontrustend.
Je boek is een samenvatting van zestien jaar kunstenaarschap. Hoe kijk je terug op je begintijd?
„Ik herinner me hoe ik van de academie kwam: ik had geen idee hoe je dingen aanpakt. Een netwerk? Ik wist niet wat dat was. Later begrijp je: dat is iedereen die je ontmoet en die je ooit nog een keer kan bellen. Maar als je van de academie komt dan is het: je moet een netwerk hebben, je moet een portfolio hebben, je hebt een galerie nodig, daar kan je niet zomaar aankloppen, dus zorg dat je zichtbaar bent. Het is allemaal heel zwaar. Je denkt: er is een lijstje met regels waar ik aan moet voldoen. Maar hoe, dat kon niemand me uitleggen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313420-60528f.jpg|https://images.nrc.nl/agpRuSsa0TgbWV6TpTLDfHjnjjw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313420-60528f.jpg|https://images.nrc.nl/03MbIuavLcJ5x6sgomKiMo0pC8M=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313420-60528f.jpg)
Foto Hedayatullah Amid
Wat deed je dan wel?
„Ik had de drang om dingen te maken, dus ik besloot: laat ik maar veel gaan werken en proberen die schilderijen op zoveel mogelijk toffe plekken te laten zien. En ik heb toen enorme mazzel gehad. Ik kwam met mijn afstudeerwerk in de krant, ik weet nog dat ik naar de kiosk holde en meteen tien kranten kocht. Daarna mocht ik dat werk laten zien in een galerie. In een groepstentoonstelling, dat was leuk. Later belden ze me: ze hadden een tentoonstelling die niet doorging, of ik die plek soms wilde. Bij die galerie hebben ze me toen uitgelegd hoe je de prijs van een werk bepaalt, dat wist ik ook niet. Het is lengte maal breedte maal factor, waarbij factor staat voor je ervaring en/of gewonnen prijzen.”
Ik bedoel ook: kwam je van de academie met een droom?
Ze lacht. „Natuurlijk. De droom was: een wereldberoemd kunstenaar worden. En naarmate je erachter komt hoe de kunstwereld werkt, denk je: ik ga er wel komen. Ik werd genomineerd voor de Koninklijke Prijs. Toen hing ik in het Paleis op de Dam en praatte over mijn kunst met koningin Beatrix. Later won ik nog twee prijzen.”
Dus het begin viel samen met je droom.
„Ja, al was het toen ook al: klimmen, dalen, klimmen, dalen. En daarna pakte het niet door. Of ik pakte zelf niet door. Of de wereld zag het anders. Het is een beetje blijven hangen. En natuurlijk denk je als kunstenaar dat je goed werk maakt, want anders maak je het niet. Dus denk je ook: het is onterecht. Of het is wel terecht, denk je als je twijfelt of je draai niet kunt vinden. Maar je moet erin geloven en jezelf meten aan de groten. Als je niet de drijfveer hebt om de beste te worden, dan ga je ook niet de beste worden. Natuurlijk: er is niks subjectiever dan kunst, om de beste in te worden. Maar je wilt wel steeds beter werk maken.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313508-371e3c.jpg|https://images.nrc.nl/P_9FREJP4bPTZ2MnFUi0_EGiy9o=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313508-371e3c.jpg|https://images.nrc.nl/pfUEIono_T07Do99rTtgJ_frUm8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313508-371e3c.jpg)
Foto Hedayatullah Amid
Hoe blijf je daarin geloven? Wat is je drijfveer?
„Ik ben meer gaan inzien dat hoe goed kunst is, niet altijd te maken heeft met succes. Of met hoe het verkoopt. Als ik veel wil verkopen, moet ik kleiner gaan werken. Meer nadenken over wat mensen aan de muur willen. Of wat musea het liefst willen laten zien. Maar als je het over een andere boeg gooit omdat je wilt verkopen, dan verkoop je ook je vrijheid. En als kunstenaar ben je bezig – althans ik ben bezig – met alles behalve verkoopbaarheid. Mijn werk gaat over hoe subjectief verhalen zijn, het ligt er maar aan hoe een verhaal wordt verteld, wie dat precies doet en wanneer. Ik vertel ook nooit één verhaal, het zijn verschillende gedachten, verhalen en ideeën die de revue passeren en die ik aan elkaar koppel, om te kijken hoe ze elkaar versterken. Zo wil ik je helpen om anders te kijken: kijk verder dan je neus lang is, laat ik zien. Dat is waar ik denk dat mensen beter van worden – waar de wereld beter van wordt. Voor mij is dat een groter doel dan dingen verkopen.
„Maar goed, de droom blijft natuurlijk dat wereldwijd wordt gezegd: oh, díé Inge Aanstoot. Had ik er maar geld voor, wat is dát werk duur geworden. Of whatever. Maar het is niet zo dat ik geen erkenning krijg, hè. Ik kan een boek crowdfunden, bijna tweehonderd mensen hebben het gekocht zonder dat ze wisten hoe het zou worden.”
Wat is het belang van het boek?
„Als je terugkijkt, zie je wat je deed en waarom. En toen ik dat zag, dacht ik: ik ben toch echt wel met goeie, toffe dingen bezig. Er zitten werken tussen die niet zo interessant waren als ik dacht. Of toch niet zo goed gelukt zijn. Maar dankzij het boek heb ik op een rijtje kunnen zetten waarom ik dit ook alweer doe. Ik weet weer waar ik heen wil en ik weet hoe dat moet.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313394-b0681f.jpg|https://images.nrc.nl/PdrEC4yj38Qw60Csf-OKvzF-P8U=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313394-b0681f.jpg|https://images.nrc.nl/5AoEAPZE9K0F07f7EvIs0EMBlIc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313394-b0681f.jpg)
Foto Hedayatullah Amid
Is het ook een kantelmoment? Van jong talent ben je nu een mid-career artist.
„Zo voelt het wel. Er is iets op zijn plek gevallen. ”
Iets? Wat is iets?
Ze lacht. „Dit is waarom ik schilder en niet schrijf. Het is denk ik: iets wat je probeert te bereiken, dat je dat bereikt hebt. En dat is niet concreet als in: dit keer is de compositie gelukt. Of: het is me gelukt al mijn werken in een boek te krijgen. Ik heb bij het boek het gevoel dat ik ook heb als een schilderij een sleutelwerk blijkt te zijn. Vaak begint dat met een gevoel – en kun je het pas later verklaren. Bijvoorbeeld dat je op zoek was naar een bepaalde manier van je uitdrukken en dat is dan gelukt. Het wordt niet altijd concreter dan dat, het is ook allemaal heel persoonlijk natuurlijk.
„In het boek komt goed naar voren waar het in mijn werk over gaat: dat alles met alles verband houdt en dat ik je uitnodig naar die verbanden op zoek te gaan. Als je dingen met elkaar verbindt, dan maakt dat het leven minder plat, zeg maar. En ik weet: ik ga de wereld niet veranderen met een schilderij. Maar misschien dat ik met een werk wel iemands leven een beetje beïnvloed.”
Inge Aanstoot heeft nog steeds een bijbaan, maar niet meer in een drogisterij. In Museum Escher in Het Paleis in Den Haag leidt ze klassen rond. „Dan vertel ik hoe je naar kunst kan kijken. Of hoe een paleis werkte.”
Escher maakte heel ander werk dan jij.
„Absoluut, zuiver esthetisch heeft het geen zier met elkaar te maken. Maar als je er meer over leest, dan kom je erachter: ook bij hem draait het om verwondering, om anders kijken. En die lessen kunnen over van alles gaan hè: over perspectief, over hoe prenten gemaakt worden. Ik vertel ook graag over de context van de geschiedenis: wat was er in die tijd allemaal anders. Je vertelt dingen, laat mensen nadenken – precies wat ik in mijn werk ook doe. Je zo enthousiast maken dat je meer wilt weten: dáár gaan mijn schilderijen over.”
Die bijna altijd heel groot zijn. Waarom is dat?
„Bij kleiner werk moet je meer een keuze maken in wat je wilt vertellen. En ik vind groot schilderen fijn, er zit een gebaar in. Maar goed, qua verkoop is het vaak niet een goeie zet.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313358-1f1302.jpg|https://images.nrc.nl/M8_rL4re5GjGfEWBkj2G8TZTcx4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313358-1f1302.jpg|https://images.nrc.nl/sz7fXsKcA6vAbH5lAh6lvfbmHAo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133313358-1f1302.jpg)
Ook ‘The Young Artist’ uit 2014 is niet verkocht. Als je nu kijkt naar dat werk van jou als beginnend kunstenaar, wat zie je dan?
„Ik zie een lekker geschilderd, extreem werk waar ik nog steeds heel blij mee ben. Het is een vreemd narratief, waar iedereen iets anders uit kan halen. Maar bij iedereen zal het onderbuikgevoel ongeveer gelijk zijn: druk, vreemd, mensen met bijlen, je kan er heel associatief doorheen. Ik snap eigenlijk niet dat het nog steeds niet is verkocht. Maar dat heb ik vaker haha.”
