ING heeft afgelopen jaar 750.000 nieuwe klanten verwelkomd, vooral in Duitsland, Spanje en thuisland Nederland. Het totaal kwam hiermee uit op 15,3 miljoen klanten. Dat heeft de grootste bank van Nederland donderdag bekendgemaakt bij de presentatie van de jaarcijfers.
„Het geeft voldoening om te weten dat onze klanten onze diensten waarderen”, aldus topman Steven van Rijswijk in een schriftelijke toelichting. De extra klanten leidden mede tot een flinke stijging van de winst. ING boekte over 2023 7,3 miljard euro nettowinst, bijna dubbel zoveel als de 3,7 miljard uit 2022.
De bank spreekt over „stabiele spaargelden”, ondanks de concurrentie op de spaarmarkt. Ze trok in de tien landen waar ze consumenten bedient 18 miljard euro extra spaargeld aan, met name in Duitsland, Spanje en Polen. In Nederland groeiden de spaarsaldi licht, met 400 miljoen euro.
ING kreeg – net als andere grote banken in Nederland – vorig jaar kritiek dat ze de rente op spaartegoeden te langzaam verhoogde, terwijl de eigen inkomsten wel snel toenamen door de flink gestegen rentes op de financiële markten. De Tweede Kamer bepleitte vanwege de „overwinsten” van banken een verhoging van de bankenbelasting in Nederland.
ING biedt nu in Nederland een spaarrente van 1,25 procent op tegoeden tot 100.000 euro, het minste van de vier grootbanken. Via spaarplatform Raisin kunnen klanten bij enkele Europese banken al 3,3 procent rente krijgen. In andere landen hanteert ING wel ander rentebeleid: in Duitsland lokt de bank klanten met een tijdelijk rente van 3,5 procent voor zes maanden, in Spanje met 2,75 procent.
Veel minder geld opzij
Ook een verbeterde verhouding tussen kosten en inkomsten droeg bij aan ING’s winstsprong. Dat kwam mede doordat de bank veel minder geld opzij hoefde te zetten voor mogelijke verliezen op leningen. Voor elke verdiende euro is ze nu 51,2 cent aan kosten kwijt. Dat was een jaar eerder 60,3 procent.
In de stroppenpot stortte ING vorig jaar per saldo 520 miljoen euro bij, waar dat in 2022 nog 1,9 miljard was. De stroppenpot als geheel bedraagt nu 5,6 miljard euro. Volgens ‘risicodirecteur’ Ljiljana Čortan bleven in 2023 minder bedrijven in gebreke bij betaling van rente en aflossingen. Daarnaast slaagde een aantal bedrijven die eerder met betalingsproblemen kampten erin hun betalingsachterstanden in te halen. Daardoor viel een deel van risicoreservering van de bank vrij.
De beurs reageerde negatief op de ING-resultaten. Het aandeel van de bank opende na publicatie van de cijfers 8 procent lager. In de loop van de dag lag de koers nog altijd zo’n 7 procent lager dan het slot van woensdag.
Uit de vragen van analisten aan het ING-bestuur viel teleurstelling af te leiden over uitblijven van een nieuw programma om eigen aandelen in te kopen. Topman Van Rijswijk legde daarop uit dat ING hierover alleen mededeling doet bij presentatie van zijn cijfers over het eerste en vierde kwartaal. „En als analisten dan vragen ‘waarom dan toch niet nu’ – tsja. Omdat we dat gewoon niet doen.”
Eigen aandelen
ING besteedde vorig jaar 7,8 miljard euro aan uitkering van dividend en inkoop van eigen aandelen. De bank vindt van zichzelf dat ze „het vermogen heeft om aandeelhouders een aantrekkelijk rendement te blijven bieden”.
Voor beleggers waren mogelijk ook de verwachtingen die ING uitsprak over 2024 teleurstellend. De bank rekent erop dat de rentemarge dit jaar „normaliseert”, omdat de rente zijn plafond heeft bereikt en in de loop van het jaar mogelijk daalt. Dat zal de concurrentie tussen banken stimuleren, waardoor spaarrentes mogelijk verder stijgen en rentes die de bank op leningen ontvangt dalen.
Van Rijswijk: „Ik denk dat analisten en investeerders de hoop hadden dat we onze rente-inkomsten stabiel konden houden of zelfs konden uitbouwen. Maar ik denk dat we realistisch moeten zijn. De centrale banken zullen op een moment hun rentes verlagen. En dat zal zijn effect hebben op onze uitkomsten.”