Influencer Lotte van Eijk: ‘Toen ik dikker werd, voelde dat als thuiskomen. Dít is mijn vorm’

‘Meiden! Gelukkig nieuwjaar! Ik weet dat ik er wat later bij ben, maar ik had eerst even een kater van vijf dagen die ik moest uitslapen.” Influencer Lotte van Eijk staat in haar smalle keuken, gekleed in een felgroene naveltrui, en kijkt de camera in. Hand op het aanrecht, Rotterdamse tongval. „Ik zie alweer helemaal aan die prachtige rotkop van je dat jij zit te stressen voor aankomend jaar, of niet?”

Het is maandag 6 januari en ze heeft „even een paar dingetjes” voor haar 140.000 volgers op Instagram. „Eén, een microfoon.” Ze houdt een denkbeeldige microfoon richting de camera. „Want jij gaat leren nee zeggen dit jaar, jij gaat je eigen stem laten horen. Je gaat je grenzen aangeven. Je gaat niet meer over je heen laten lopen. Nee! Schat, jíj bent de head bitch in charge van je eigen leven, dus ga je zo gedragen.”

Peptalks geven, dat is wat Lotte van Eijk (27) doet en waarmee ze populair is geworden. De ‘meiden’ die ze aanspreekt in haar filmpjes zijn niet meiden in de letterlijke zin van het woord. „Het is een energie, een begrip voor gemeenschap.” Onder haar volgers bevinden zich bijvoorbeeld „huismoeders, queer personen, activisten, kunstenaars, onzekere tieners en ook oudere mensen die denken: had ik jou maar gekend toen ik twintig was”.

Van Eijk zit op haar reusachtige bank vol felgekleurde kussens in het Rotterdamse appartement dat ze deelt met haar partner Deen Groothuizen. Ze praat lang niet zo grofgebekt en schreeuwerig als in haar video’s. „Niemand houdt het vol om 24 uur per dag te gillen. In mijn filmpjes versterk ik de stem in mijn hoofd die zegt: húp, niet zo zeiken, we gaan ervoor.”

Haar bekendheid als peptalkende influencer groeit. Deze maand verschijnt haar boek De meidenmethode. Hoe je verdomme eindelijk van jezelf gaat houden, dat ze beschouwt als een handleiding voor het leven. Het boek sluit aan bij de boodschap die ze verspreidt, op sociale media en op andere manieren. Zo geeft ze een gastles over zelfverzekerdheid in het zevende seizoen van Dream School dat momenteel door de NTR wordt uitgezonden. En ze heeft een kledinglijn voor dikke mensen.

Dik, ja, want Lotte van Eijk gebruikt geen woorden als ‘overgewicht’, ‘curvy’, ‘mollig’ of ‘stevig’. Dik is een scheldwoord geworden, zegt ze. „Als je dik bent, heb je geen discipline en ben je ongezond. En dus ontwijkt iedereen de term dik alsof het een boobytrap is. Maar voor mij is het een bijvoeglijk naamwoord om iets of iemand mee te omschrijven, net zoals lang, kort, dun, blond of bruin.”

In haar boek schrijft ze: „Hoe vaak ik wel niet te horen heb gekregen: ‘Je bent niet dik, je bent mooi.’ Hold up lieverd, ik zei niet dat ik lelijk was, het een sluit het ander niet uit.” Neem „de rol” op haar achterhoofd. Daar was ze vroeger onzeker over, schrijft ze in een van haar recente Instagram-posts, maar nu vindt ze het juist „het meest sexy deel” van haar lichaam. Foto erbij van de huidrol in kwestie. „En ja, dan komen er ook reacties van mensen die zeggen”, ze zet een aanstellerig toontje op, „‘rol? Welke rol? Ik zie helemaal geen rol, ik zie gewoon een heel mooi hoofd.’ Maar je hoeft niet te ontkennen dat die rol er is om mijn hoofd mooi te noemen. Ik zeg juist dat ik blij ben dat ik het nu kan omarmen. Mensen willen dat sussen, en dat komt voort uit hun eigen idee dat een mooi lichaam geen putjes, striae, vetrollen en oneffenheden heeft.”

Lotte van Eijk groeide op in een conservatief milieu in stadsdeel Hoogvliet, buiten de ring van Rotterdam. Veel mannen in Hoogvliet, zegt ze, voldeden aan het stereotype van „na mijn werk ga ik op de bank zitten en laat ik m’n wijf alles doen”. Zo ging het bij haar thuis ook. „Mijn moeder rende haar poten onder d’r lijf vandaan. Ze had een dansschool, zorgde voor mij en mijn zusje en deed het huishouden. Als kind al vond ik die taakverdeling met mijn vader niet normaal. We hadden daar vaak ruzie over, bijvoorbeeld als ik hem vroeg waarom hij na het eten niet hielp met afruimen.”

Vanaf haar vroege jeugd was Lotte van Eijk zwaarder dan andere kinderen. Opgroeien vond ze „een surrealistische ervaring”. Ze was ervan overtuigd dat ze de dikste mens op aarde was. Haar hele jeugd draaide om afvallen en minder ruimte innemen. Ze lééfde om niet meer dik te zijn.

Foto Jagoda Lasota

Hoe zijn die ideeën in je hoofd terechtgekomen?

„Mijn ouders hoorden steeds van de schooldokter: jullie kind is te dik en het moet afvallen. En als jij als ouder denkt dat dit het beste is dat je voor je kind kunt doen, dan gá je dat doen. Ik begon al heel vroeg, zo rond mijn achtste, met dieetshakes. Ik zat aan de fucking smoothies terwijl de rest lekker een patatje zat te vreten. Traktaties op school moest ik mee naar huis nemen. Ik moest naar de C&A voor mijn kleren, want die van CoolCat paste ik niet. Het maakte dat ik mij vervreemd voelde van de rest. Ik werd anders behandeld door hoe ik eruit zag en zo werd het ook aan mij uitgelegd. Als het zó belangrijk wordt gevonden dat je afvalt, ga je vanzelf denken dat je walgelijk bent.”

Haar oma, die ook dik was, woonde drie deuren verder en speelde samen met haar opa een grote rol in het gezinsleven. „Mijn oma herkende zichzelf in mij en nam me onder haar hoede. Samen gingen we de strijd tegen de kilo’s aan. Samen afvallen, samen diëten.” Ze was vijftien toen haar oma overleed. Op haar sterfbed zei ze dat ze blij was dat ze toch nog dun was geworden. Een sarcastisch grapje, dacht iedereen. Voor haar kleindochter was het geen grap, maar een flashforward naar haar eigen einde. Het was een cruciaal inzicht: ze wilde niet dat dit háár laatste woorden zouden zijn.

Je schrijft dat je oma het leven niet leuk vond. Sprak ze daarover met jou?

„Nee. Mijn oma kon niet zo goed over emoties praten. Ik denk dat ze veel nare dingen heeft meegemaakt. Op haar achttiende kreeg ze haar eerste kind. Ze heeft heel haar leven alleen maar gezorgd en in armoede geleefd. ’s Nachts schoonmaakdiensten gedraaid. Alles was een kwelling voor haar: de rekeningen, haar lichaam, de kinderen. Mijn oma zei aan het eind dat ze het leven niet over zou willen doen. Ik zat erbij met m’n bek vol tanden. Ik begreep die pijn gewoon nog niet. Nu wel. En daarom heb ik ook dit boek geschreven. Ik zou willen dat iedereen op z’n sterfbed zei: ik zou het nog tien keer over willen doen, zó leuk heb ik het gehad. Om dat te bereiken moet je het leven anders leren inrichten voor jezelf en niet meegaan met de massa.”

Achteraf zag je in dat de hechte band met je oma helemaal niet zo goed voor jou was.

„Ze heeft mij, met goede bedoelingen, veel gedragingen opgelegd die niet gezond waren. Ze projecteerde haar trauma op mij en dacht: als ik jou dun kan houden, is het voor jou minder zwaar dan het voor mij was. Dat is een gedachte die voortkomt uit angst, niet uit kennis.”

Na het overlijden van haar oma was de controle op haar en haar dieet ineens weg. Ze ontwikkelde een eetstoornis, Binge Eating Disorder, waarbij je in korte tijd grote hoeveelheden voedsel eet. Het huwelijk van haar ouders ging in die periode snel bergafwaarts. Ze was negentien toen ze uit elkaar gingen. „De focus lag dáár, waardoor ik eindelijk de vrijheid kreeg om te eten wat ik wilde. En in mijn verdriet om mijn oma merkte ik dat eten me kalmeerde.”

En wat ze ook ontdekte: hoe dikker ze werd, hoe comfortabeler ze zich in haar lichaam voelde. „Ik heb mijn hele jeugd het gevoel gehad dat ik me moest voordoen als een dun persoon, door mijn vet te verbergen en verhullende kleding te dragen. Maar toen ik dikker werd, kon ik mezelf niet meer verstoppen. En dat voelde als thuiskomen. Dít is mijn vorm.” In het eerste jaar van haar opleiding aan de Willem de Kooning Academie verdween de eetstoornis geleidelijk naar de achtergrond. Haar gewicht stabiliseerde tot wat het nu is.

Je ging naar de kunstacademie met een missie: je droomde ervan om dikke vrouwen in de Playboy te zien.

„In die tijd was ik erg bezig met de schoonheidsnormen en met begeerlijk zijn voor mannen. Ik dacht: als je in de Playboy staat, ben je écht sexy. Dus als ik daar een dikke vrouw in krijg, kan niemand meer zeggen dat dikke mensen niet aantrekkelijk zijn. Het leek mij revolutionair als dat zou lukken. Inmiddels heb ik dat idee losgelaten. In de Playboy worden vrouwen geobjectiveerd om spullen te verkopen aan mannen.”

Maar je hield wel vast aan je missie om te laten zien dat dikke vrouwen ook gewild kunnen zijn. Je raakte geobsedeerd door de Amerikaanse kunstenaar Cindy Sherman. Waardoor kwam dat?

„Zij liet mij inzien hoeveel invloed beeld heeft op ons, zonder dat we dat door hebben. Cindy Sherman steekt met haar portretten de draak met het schoonheidsideaal, met genderidentiteit, met hoe mannen naar vrouwen kijken en hoe vrouwen naar zichzelf kijken. Dat was voor mij een eye-opener, ik begreep opeens waarom ik me zo alienated voelde, zo níét gerepresenteerd. Want ik zag geen beelden van mensen op de manier waarop ik dat wilde zien. In films zie je bijvoorbeeld geen dikke mensen die geliefd zijn. Ze zijn het clowntje, of het dommerdje. Ze zitten zichzelf vol te vreten en ze verzorgen zichzelf niet. Zo word je in een hokje geduwd.”

Ik was de heks, de bad guy. Ik kon onmogelijk zeemeermin Ariël zijn

Als kind identificeerde jij je met de zeeheks Ursula in plaats van met Ariël, de zeemeermin in de bekende Disneyfilm.

„Zo zag ik eruit. Ik was de heks, de bad guy. Ik kon onmogelijk Ariël zijn. Als je buiten de norm valt, word je dagelijks, nee, per úúr geconfronteerd met hoezeer jij er niet bij hoort. Door Cindy Sherman kwam ik op het idee om die representatie zelf te gaan maken, waardoor anderen kunnen gaan denken: zo kan ik wél zijn.”

Dat deed ze door zichzelf te fotograferen. Zo maakte ze zelfportretten als parodie op foto’s van Kim Kardashian, „hét schoonheidsideaal van die tijd”. Als zij precies dezelfde foto’s van zichzelf maakte, wat was dan het verschil met die van Kardashian? Was zij dan… lelijk? De kunstacademie was „enorm enthousiast”, zegt ze. „Terwijl ze me een half jaar eerder nog vroegen of ik wel zeker wist dat ik op deze school wilde blijven. Het veranderde doordat ik losliet hoe ik dacht dat zij me wilden zien.”

Met deze zelfportretten toonde ze zichzelf naakt of bijna naakt aan haar medestudenten en later ook aan de buitenwereld. Dat ze dat durfde, zegt ze, kwam doordat ze de boodschap belangrijker vond dan haar onzekerheid. Het hielp ook dat in die tijd de body positivity-beweging opkwam. Ze zag eindelijk andere dikke mensen op sociale media, zoals plussize-model Tess Holliday.

Je werd je eigen muze. Beschouw je je activisme en je video’s op Instagram ook als kunst?

Stellig: „Ja. Alles wat ik doe, komt voort uit een sterk gevoel van willen máken. Mijn inner child is mijn muze. Ik ontwierp een modelijn voor het kind dat vroeger niet kon dragen wat ze wilde. Ik maakte die foto’s voor het kind dat zichzelf zag als de lelijke slechterik in sprookjes. En ik schreef dit boek voor het kind dat niet wist wat ze wel had moeten weten.”

Wat zou je bijvoorbeeld graag geweten hebben?

„Ik zou uitleg willen hebben gehad over zaken als vetfobie, dieetcultuur, racisme, maatschappelijke normen en hoe je kunt navigeren in een relatie. Al die facetten die ons leven enorm beïnvloeden. Het woke virus, zoals ze het nu in Amerika noemen, dat is gewoon empathie hebben voor een ander. Meer niet.”

Foto Jagoda Lasota

Je schrijft dat de rolmodellen op sociale media nog veel giftiger zijn dan de traditionele rolmodellen, zoals de ogenschijnlijk perfecte Hollywoodsterren. Omdat influencers toegankelijker en realistischer lijken en daarmee bewijzen dat iedereen perfect kan zijn. Kun jij dat nu allemaal van je laten afglijden?

„Ik volg bewust heel weinig mensen van wie ik een onzeker gevoel zou kunnen krijgen. Maar ik kan bij andere influencers wel soms denken: hoe maak jij zoveel content, hoe heb jij altijd weer die nieuwe ideeën, hoe weet jij altijd wat je moet zeggen? Het triggert me dus nog wel, maar het beïnvloedt niet meer mijn hele dag.”

Geldt dat ook voor de brakende emoji’s die jij krijgt als je je lichaam toont?

„Over het algemeen valt het gelukkig mee met de haatreacties. Maar video’s die viraal gaan kunnen in het algoritme terechtkomen van mensen die een hekel aan me hebben. Natuurlijk raakt me dat soms. Maar dat komt vooral doordat ik niet snap waarom iemand tegen je zegt dat hij hoopt dat je doodgaat. En ik doe dit juíst omdat er mensen bestaan die dikke mensen niet willen zien thriven. Als die er niet waren, was ik lekker bloemist geworden.”

Het aantal Nederlanders met overgewicht loopt volgens de laatste voorspellingen op tot 64 procent in 2025. Hoe kijk jij naar dat nieuws?

„Ik pleit er niet voor dat iedereen dik moet zijn. Maar ik vind wel dat we elkaar vrij moeten laten, waardoor iedereen het gevoel krijgt dat-ie er mag zijn. En waardoor je júíst gezondere leefpatronen aanleert. We moeten onze blik richten op de ware oorzaken van die cijfers, zoals de voedingsindustrie. Alle goedkope producten in de supermarkt zitten bomvol suiker en bomvol e-nummers. Als jij een alleenstaande moeder bent met vier kinderen en twee banen en je moet snel een maaltijd in elkaar knallen, dan wordt dat geen maaltijd vol dure verse groenten waarmee je uren bezig bent. Dan pleur je kant-en-klare poffertjes op tafel. Hoe wij eten, heeft veel meer te maken met het systeem waarin we zitten dan met individuen. Hier in Rotterdam-Zuid heeft niemand geld voor een pakje biologische crackers van 8 euro. En nogmaals: vet aan een lichaam betekent niet per se dat je ongezond bent.”

Je schrijft dat dikke mensen bang gemaakt worden met de dood en met ziektes. Hoe vind jij dat de medische zorg moet omgaan met mensen met overgewicht, wetende dat de risico’s op bepaalde ziektes groter zijn?

Ze zucht diep. „Het gevaar is nu dat een dikke patiënt met klachten bij de dokter komt en hoort: jij bent ziek omdat je dik bent, ga eerst maar eens afvallen. En niet: jij bent ziek, dus we gaan uitzoeken wat er aan de hand is. Dat lichaamsbeeld moet wég. Klachten hoeven niet per se aan dat gewicht gekoppeld te zijn. Als jij fucking kanker hebt, gaat je kanker niet weg doordat je afvalt. Ik vind ook dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar hoe dikke mensen veilig geopereerd kunnen worden.”

Jij vindt dat de maatschappij zich beter moet aanpassen aan een toenemend aantal dikke mensen?

„Niet alleen aan dik, maar aan allerlei soorten mensen. Iedereen moet in hetzelfde malletje passen. En als jou dat niet lukt, dan is de wereld niet voor jou gemaakt. Dat is toch raar?”

Jij en je partner Deen hebben een kinderwens. Als jullie dat via een medisch traject willen doen omdat hij transman is, zal jouw gewicht een probleem zijn.

„Ja, voor een ivf-traject weet ik dat ik zou moeten afvallen. Maar dat wil ik niet. Dus dan moet het op een andere manier. Het idee is: als je dik bent, krijg je complicaties als je zwanger bent. Maar dikke mensen zetten al eeuwenlang gezonde kinderen op de wereld. Het is gewoon bullshit. Er wordt ons van alles ontzegd omdat we dik zijn.”

Hoe zou je het vinden als jouw kinderen dik worden?

„Jaaaaa, zin in!” Ze lacht hard. „De kans is groot als een kind mijn genen heeft. Maar ik werd juist dikker door de manier waarop ik met mijn lichaam moest omgaan. Ik zou het heel anders aanpakken dan mijn ouders deden.”

Laat je ze De kleine zeemeermin kijken?

„O ja, en dan ga ik Ursula hard aanprijzen. Maar er zijn nu ook Disneyfilms met andere figuren, Disney wordt steeds inclusiever. Dus de wereld waarin mijn kinderen terechtkomen en de dingen waarmee ik ze in aanraking zou laten komen, zullen ze meer het gevoel geven dat ze er mogen zijn. Ik wil dat ze niet bezig hoeven zijn met hoe ze eruit zien. Want dat is eigenlijk het meest onbelangrijke dat er is.”