Inflatie in Nederland stijgt verder door lonen, winsten, belasting en energie

Een half procentpunt erbovenop. De inflatie in Nederland is in de maand november gestegen tot 4 procent ten opzichte van een jaar geleden, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vrijdag in een eerste snelle raming van de inflatie. In oktober bedroeg de inflatie nog 3,5 procent. Sinds oktober 2023, toen de inflatie zelfs even negatief was (een deflatie van 0,4 procent) laat de geldontwaarding een gestaag stijgende lijn zien. En ook elders in Europa loopt de inflatie weer op.

De cijfers zijn nog ver verwijderd van de top van september 2022, toen in Nederland de inflatie op jaarbasis 14,5 procent bedroeg, maar dat het niet lukt de geldontwaarding in de buurt van de 2 procent te krijgen is zorgelijk.

Fors

De inflatie stijgt door een samenloop van omstandigheden. Allereerst zijn de lonen in Nederland in de nasleep van de vorige inflatiegolf fors gestegen. Werkgeversvereniging AWVN meldt dat de gemiddelde contractloonstijging in 2024 5,33 procent bedraagt. In oktober stegen de loonafspraken in de cao’s voor het eerst dit jaar minder dan 4 procent. Hogere lonen geven mensen meer koopkracht, maar vertalen zich ook in hogere kosten voor werkgevers die deze uitgaven doorberekenen in hun producten. Dat is terug te zien in de inflatiecijfers van alle sectoren: voedingsmiddelen, drank en tabak, maar ook diensten zijn allemaal fors duurder geworden ten opzichte van een jaar geleden, en dragen bij aan de hoge inflatie.

Daarbij hebben veel bedrijven ook hun winstmarges verhoogd, meer dan in andere Europese landen, zo becijferden twee economen van vakcentrale FNV vorige week voor economenblad ESB. Dat heeft een extra opwaarts effect op de inflatie gehad.

Ook de overheid draagt in negatieve zin bij aan de hogere inflatie. Wettelijk is vastgelegd dat de sociale huren mogen stijgen met de gemiddelde loonontwikkeling. Voor 2024 geldt daarom een percentage van 5,8 procent. Voor de vrije sector geldt een maximum huurstijging van 5,5 procent, gekoppeld aan de inflatie. En waar de afgelopen jaren het overheidsbeleid de inflatie juist dempte, jaagt het beleid van hogere belastingen en accijnzen (onder meer op tabak en alcohol) de inflatie inmiddels extra aan. Komend jaar zal de hogere btw op hotelovernachtgingen opnieuw een extra impuls aan de geldontwaarding geven.

De grootste tegenvaller lijken echter de gestegen energieprijzen te zijn. Na een enorme piek in energieprijzen in 2022 (na de Russische inval in Oekraïne) hadden de lagere energieprijzen de afgelopen anderhalf jaar een drukkend effect op de inflatie. Waar veel goederen en diensten fors in prijs stegen, was de energierekening juist lager dan een jaar daarvoor. Die periode lijkt nu voorbij: energie, inclusief autobrandstof, is nu ongeveer net zo duur als vorig jaar. Vorige maand was energie nog 2,7 procent goedkoper dan een jaar eerder. En de verwachting is dat de prijzen de komende maanden eerder zullen stijgen dan dalen, gezien de komende winter en de geopolitieke spanningen.

Het CBS publiceerde vrijdag ook het inflatiecijfer volgens de Europese definitie, waarin de kosten voor wonen (zowel eigen huis als huur) niet zijn meegenomen. Dat cijfer steeg ook, van 3,3 procent in oktober naar 3,8 procent in november. Vergeleken met andere Europese landen zit Nederland fors aan de hoge kant: alleen België en Kroatië kennen een hogere inflatie. In de hele eurozone stegen de prijzen in november met 2,3 procent op jaarbasis, tegenover 2 procent de vorige maand. De Europese kerninflatie (zonder de vaak hevig schommelende energieprijzen erin) is stabiel, maar wel hoger dan de totale: 2,7 procent.

Renteverlaging

Dat de inflatie stijgt is dus – los van de specifieke Nederlandse oorzaken – een Europa-breed fenomeen en dat zet extra druk op de aankomende vergadering van de Europese Centrale Bank, 12 december. De centrale bank is na een periode van forse renteverhogingen om de inflatie te dempen sinds deze zomer bezig de rente stapsgewijs te verlagen om de economie te steunen. De rente is de afgelopen maanden gedaald van 4 procent naar nu 3,25 procent.

Financiële analisten gaan er nog steeds van uit dat in december de rente opnieuw verlaagd zal worden, naar 3 procent. Geld lenen wordt dan goedkoper, waardoor er meer geld in omloop komt zonder dat de productie hoger wordt. Stijgende inflatie maakt verdere renteverlagingen daarom steeds moeilijker te verdedigen. De ECB streeft een inflatie na van 2 procent, en als de inflatie hoger is dan dat, moet de rente eigenlijk verhoogd worden om de geldontwaarding af te remmen.

Voor veel eurolanden is een nieuwe renteverlaging nog wel te rechtvaardigen: die zitten met hun inflatiecijfer onder de 2 procent. Maar voor landen als Nederland, waar de inflatie hoger is dan in de rest van de muntunie, zal een lagere rente alleen maar tot meer geldontwaarding leiden. Het lijkt er dus op dat Nederland voorlopig nog niet klaar is met de almaar duurdere kosten van levensonderhoud.