Ineens komt er toch nog schot in behandeling van wet over ‘asielnoodmaatregelen’

Over de voorgenomen ingrijpende hervorming van het Nederlandse asielstelsel spreken coalitie en kabinet al bijna een jaar in termen van spoed en haast. Toch lukte het voormalig minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) niet om haar twee wetten, de ‘asielnoodmaatregelenwet’ en het wetsvoorstel tweestatusstelsel, in de Tweede Kamer inhoudelijk te verdedigen. Dinsdag kwam er opeens schot in de zaak, toen een Kamermeerderheid instemde met een verzoek van VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski om nog voor het zomerreces de ‘asielnoodmaatregelenwet’ te behandelen.

Met deze wet moet onder meer de permanente asielvergunning worden afgeschaft. De geldigheidsduur van de tijdelijke vergunning wordt verkort van vijf naar drie jaar. Ook moet gezinshereniging voor ongehuwde stellen worden afgeschaft. Deskundigen en toonaangevende adviseurs zoals de Raad van State betwijfelen of het doel van deze wet – minder asielaanvragen – hiermee behaald zal worden. Ook wordt gevreesd voor mensenrechtenschendingen van asielzoekers en vluchtelingen. Uitvoeringsorganisatie IND en de rechtspraak waarschuwen voor een toename van de werkdruk.

Vrijwel direct na de kabinetsval, begin deze maand, steggelden de drie overgebleven coalitiepartijen over de asielportefeuille. Uiteindelijk werd afgesproken dat deze over drie bewindspersonen, van elke partij een, wordt verdeeld. Het claimen van het asieldossier is voor de coalitiepartijen een manier om te laten zien dat zij wél in staat zijn om asielmigratie aan te pakken, een onderwerp dat vrijwel zeker opnieuw een grote rol zal spelen in de verkiezingscampagne.

‘Politieke zet’

Het besluit van dinsdag om de asielnoodmaatregelenwet binnen twee weken te bespreken is „een politieke zet die niet los kan worden gezien van de splitsing van de migratieportefeuille”, vindt SP-Kamerlid Michiel van Nispen. Hij vermoedt dat vooral de VVD er veel aan is gelegen om de PVV tijdens de aankomende verkiezingscampagne wind uit de zeilen te halen.

Eind mei beklaagde Faber zich over partijen, vooral VVD en NSC, die niet „in de meewerkstand” zouden staan. Ze had zeker achthonderd vragen gekregen over haar asielwetten van vooral oppositiepartijen, onder meer vanwege scherpe inhoudelijke kritiek van de Raad van State. Later werden er aanvullende vragen gesteld. Faber zette al die kritische noten weg als meningen. De vragen waren overigens nog niet beantwoord toen de PVV begin deze maand uit de coalitie en het kabinet stapte.

De antwoorden op de aanvullende vragen over de asielnoodmaatregelenwet werden eind vorige week uiteindelijk wel naar de Kamer gestuurd. Zo kwam het dat de VVD kans zag voor het verzoek om de wet nog voor het reces in behandeling te nemen. Demissionair justitieminister David van Weel (VVD) zal de wet mogelijk volgende week al verdedigen. Het is de vraag of hij, anders dan Faber, openstaat voor het sluiten van compromissen met kritische partijen, om zo een meerderheid in de Eerste Kamer veilig te stellen. Hiervoor zijn partijen als het CDA en de SGP nodig, die al hebben laten weten niet ongevoelig te zijn voor de voorziene negatieve gevolgen voor de uitvoering. CDA-leider Henri Bontenbal heeft al vaak gezegd dat hij met amendementen gaat komen, waarmee hij denkt de effectiviteit van de wet te kunnen vergroten. Van Weel zei woensdag in de Kamer dat hij het debat over de wet constructief wil voeren.

D66 heeft altijd tegen Fabers asielwetten geageerd, vooral de asielnoodmaatregelenwet. „We vinden het een heel slechte wet”, zegt Kamerlid Anne-Marijke Podt. Ze maakt zich vooral zorgen over de uitvoering, die „helemaal stuk” dreigt te lopen. Toch ging haar partij mee in het VVD-verzoek om de wet nog voor het zomerreces te behandelen. Podt is van plan om amendementen in te dienen, bijvoorbeeld om ongehuwde lhbti’ers niet uit te sluiten van gezinshereniging of nareis. Ze verwacht dat hiervoor een meerderheid te vinden is, zo zegde Queeny Rajkowski van de VVD eerder haar steun toe voor een dergelijke aanpassing van Fabers wet. Toch gaat Podt van D66 niet vóór de wet stemmen, omdat ze niet verwacht dat een rechtse meerderheid ver genoeg zal willen gaan voor wezenlijke verbetering in het voordeel van uitvoeringsorganisaties. Bovendien twijfelt ze aan de juridische houdbaarheid van het onderscheid tussen gehuwde en ongehuwde stellen met het oog op gezinshereniging. Het enige waarvoor Podt naar eigen zeggen kan ijveren is het „zoveel mogelijk de goede richting” op te duwen. Van Nispen deelt deze redenering. De SP’er stelt dat de asielnoodmaatregelenwet „de grote problemen” binnen asiel – zoals peperdure noodopvang, de lange wachttijden bij de IND en de schending van kinderrechten – niet oplost.