Vorig jaar bleef de digitale kluis leeg. Geen enkel bedrijf reageerde op de aanbesteding van het busvervoer in Zeeland.
Daarom besloot de provincie de voorwaarde voor de invoering van elektrische bussen te versoepelen, die de gekozen partij nu niet onmiddellijk maar vanaf 2030 moet invoeren, en het aanbestedingsbedrag met 2 miljoen euro te verhogen tot 28,9 miljoen euro. Afgelopen maandag ging de kluis opnieuw open, ditmaal gevuld met inschrijvingen van Arriva en EBS om het busvervoer vanaf december 2026 twaalf jaar lang te verzorgen. In maart wordt duidelijk welk bedrijf Zeeland kiest.
De gekozen maatschappij gaat de vaste buslijnen verzorgen die de provincie Zeeland vanaf volgend jaar bewust gaat uitkleden. Veel haltes zullen vervallen, legde gedeputeerde Harry van der Maas eerder aan NRC uit, omdat bussen in Zeeland vaak leeg zijn – behalve in de spits, want twee derde van de reizigers is scholier of student. Het laatste (of eerste) stukje van hun reis, vanuit de overgebleven haltes aan dorpsranden, moeten Zeeuwen in de toekomst afleggen door via een app een deelfiets, haltetaxi of buurtbus te regelen. Wie dat vervoer gaat aanbieden, moet volgend jaar bepaald worden, laat Van der Maas desgevraagd weten.
Huidig vervoerder Connexxion, waarmee Zeeland de overeenkomst noodgedwongen met twee jaar verlengde toen de kluis in de eerste ronde leeg bleef, vindt dat de provincie Zeeland het openbaar vervoer te snel op de schop wil gooien. Dat staat in een brief die ceo Manu Lageirse maandag aan zijn personeel stuurde, meldde regionale krant PZC.
Dat Connexxion na 25 jaar stopt met busvervoer in Zeeland, verbaast Van der Maas niet, zegt de gedeputeerde, omdat de kwaliteit die Connexxion leverde volgens hem achteruitging. Als voorbeeld noemt hij toenemende uitval van bussen.
Deelfietsen
Een van de buschauffeurs die jarenlang voor Connexxion door Zeeland reed is Jack D’Hooghe, tegenwoordig voorzitter van de ondernemingsraad van de busmaatschappij én fractievolger voor Sociaal Terneuzen. Hij is „enigszins verrast” dat Arriva en EBS zich hebben gemeld voor het busvervoer. Welke partij het ook wordt, zegt D’Hooghe, „de plannen zijn hoe dan ook een drama voor de reiziger. Want bussen zullen veel voorzieningen niet meer aandoen, niet meer stoppen bij winkelcentra, schoolgemeenschappen, apotheken en bejaardentehuizen”. Over zelf aansluitende vervoersmiddelen regelen zegt hij: „Mijn ervaring is dat mensen dat niet doen. Ze willen gewoon ergens opstappen en verder geen gezeur.”
Dat bleek inderdaad uit een proef die de provincie Zeeland vorig jaar deed in het dorp Burgh-Haamstede, waar het aantal haltes werd teruggebracht van tien tot twee. Het aantal respondenten, voornamelijk omwonenden van de dorpsas, dat aangaf naar de bushalte te lopen kelderde tijdens de proef van 80 naar 44 procent. In plaats daarvan pakten ze hun eigen auto of fiets, geen deelfietsen. Ook daalde hun beoordeling van het vervoer van een 7,4 naar een 6,3. Aan het begin van de proef gebruikte 16 procent van de deelnemers de bus, bij de laatste meting 8 procent. Bij vergelijkbare initiatieven met deeltaxi’s liep het aantal reizigers met 75 procent terug. „Ik was niet tevreden over die proef, dat was ondoordacht”, zegt Van der Maas nu. „We waren er nog niet helemaal klaar voor.”
Volgens Van der Maas gaat het nieuwe systeem juist voor betere bereikbaarheid zorgen. „Nu kachel je door allerlei dorpjes waar je niet moet zijn, dat levert extra reistijd op. Wij garanderen dat er altijd vervoer zal zijn tussen zes uur ’s ochtends en elf uur ’s avonds. Natuurlijk is het een verandering voor de reiziger, maar die zullen wij daarin mee moeten nemen.”
Lees ook
Marktwerking in het regionale vervoer zorgt voor steeds meer stress – bij alle partijen
Anita Pijpelink uit Middelburg, Tweede Kamerlid voor GroenLinks-PvdA, had gehoopt dat de provincie met de aanbesteding voor het busvervoer had gewacht op een regeling die in de maak is om een eigen vervoersmaatschappij op te richten. „Nu blijven er langer dieselbussen in Zeeland rijden en is het budget beperkt. Als je het heft in eigen handen neemt, kun je nog wel elk uur overal bussen laten rijden.”
Voor Van der Maas was dat geen optie. „Wie zegt dat je het zelf beter kan? Een vervoerbedrijf heeft heel veel expertise, dat weet heel precies hoe je zo’n dienstregeling aanstuurt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”
Experimenteergebied
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ziet de Zeeuwse plannen als voorbeeld voor andere regio’s en steekt daarom 6 miljoen euro in het proefproject. Volgens Pijpelink is Zeeland al te veel een „proeftuin”. Ze wijst op het besluit van de regering om in 2029 op het spoor tussen Goes en Vlissingen het beveiligingssysteem ERTMS te testen. Daardoor zullen er vier maanden lang geen treinen op dat traject rijden en zullen er mogelijk nog negen maanden storingen zijn.
„Voor het ministerie is Zeeland door de ligging heel handig als experimenteergebied”, zegt Pijpelink. „Het is een recht stukje spoor in een dunbevolkt gebied. Maar veel mensen die in Brabant of de Randstad werken, zijn ervan afhankelijk. Dit is de Zeeuwen wel erg makkelijk in de maag gesplitst.”
Het besluit leidde de afgelopen maanden tot verzet vanuit gemeentes, de provincie Zeeland en de Tweede Kamer, maar blijft staan. Van der Maas kon alleen een pakket aan compenserende investeringen van 7 miljoen euro in de Zeeuwse infrastructuur regelen.
De verschraling van het openbaar vervoer zorgt ervoor dat steeds meer Zeeuwen zich achtergesteld voelen, merkt Pijpelink. „Dat zijn de geluiden die ik hoor, bijvoorbeeld in mailtjes. En dat voel ik zelf ook. Wij kunnen heel lang onze mond houden en staan niet meteen op de barricade. Maar er zit een grens aan, het is een keer genoeg.”
Lees ook
Zonder auto ben je nergens op steeds meer plekken in Nederland