In Veendam ging al veel verloren – nu ook nog het monumentale kunstwerk van Jan van der Zee?

Het voorste deel van de oude Winkler Prins-school in het centrum van Veendam is al gesloopt. De rode bakstenen zijn gesorteerd, om de bomen staan hekken om ze te beschermen en de sloopmachine staat klaar om de rest van het gebouw aan te pakken. Maar in het achterste gedeelte van de school is een groot kunstwerk op de muur geschilderd waarvan de toekomst ongewis is.

Het had niet veel gescheeld of het kunstwerk van schilder, monumentaal kunstenaar en lid van kunstenaarsgroep De Ploeg Jan van der Zee (1898-1988) was geruisloos verloren gegaan. Het naamloze werk is op een muur boven een doorgang aangebracht en bestaat uit drie delen. De gemeente Veendam schatte eind vorig jaar in dat het zo’n 100.000 euro zou kosten om het werk uit de school te verplaatsen en dat het onzeker is dat een verplaatsing zonder beschadigingen kan. De gemeente besloot het te digitaliseren en beschikbaar te stellen aan de archieven van het Groninger Museum en het Veenkoloniaal Museum. De Ploeg werd door jonge Groningse kunstenaars in 1918 opgericht en maakte vooral in de jaren twintig expressionistisch en impressionistisch werk.

familie Van der ZeeMartine de Haan Het mooiste zou zijn als het kunstwerk hier kan blijven: het is voor Veendam gemaakt

Toen Riny van der Meer (88), inwoner van Veendam sinds 1964, hoorde dat de te slopen school nog kunst bevatte, besloot ze uit te zoeken hoe dat zat. Ze belde rond, kreeg het nummer van een voormalig conciërge en had beet. Hij wist van het werk: dat het van Jan van der Zee is en dat het in goede staat verkeert. Van der Meer, actief in allerlei comités in Veendam, besloot in actie te komen, want: „Kunst moet als dat kan altijd behouden worden.” Ze nam contact op met een journalist van Dagblad van het Noorden. Zo las Martine de Haan (50), kleindochter van Jan van der Zee, in de krant dat een kunstwerk van haar opa verloren dreigt te gaan.

Ze stapte in de auto en reed van Zwolle naar Veendam, waar de slopers een oogje toeknepen en haar de oude school in lieten. Daar stond ze, met bouwhelm en al, oog in oog met het kunstwerk van haar opa, dat werd gemaakt in 1958. „Dat deed me echt wat. Niet alleen omdat ik de kleindochter ben. Het is heel sterk werk. Vrolijk, kleurrijk en aansprekend. Zoiets moet je koesteren, dat mag niet zomaar weg”, zegt De Haan.

Samen met onder meer haar broers zet De Haan zich nu in voor het werk. Ze hebben een brief aan de burgemeester en wethouders van Veendam geschreven met het verzoek het werk te behouden.

‘Exponent van wederopbouw’

De Haan zit in hotel Java in Veendam, met Van der Meer en kunsthistorica Jikke van der Spek (61) uit Wildervank, die ook helpt om het werk van de sloop te redden. „Het is net als met de natuur: kunst kan zichzelf niet verdedigen. Dat moeten mensen doen”, zegt De Haan. Ze krijgen hulp van Norman Vervat van erfgoedvereniging Bond Heemschut. „Het is de vierde keer in tien jaar dat we een werk van Jan van der Zee proberen te redden. Tot nu toe is het altijd gelukt”, zegt Vervat.

Van der Zee gebruikte veelvuldig de percentageregeling voor beeldende kunst uit 1952, die verplicht stelde dat 1,5 procent van de totale bouwsom van overheidsgebouwen werd uitgegeven aan kunst. Van der Zee maakte daarmee werk in scholen, ziekenhuizen en zwembaden in de provincie Groningen. Ook ontwierp hij een aantal glas-in-loodramen van de Martinikerk in de stad Groningen. Het werk in de school in Veendam noemt Bond Heemschut „een kwalitatief hoogstaande exponent van de wederopbouw”.

Veel kunst gemaakt met de percentageregeling is al verloren gegaan. „In de jaren zeventig en tachtig keek niemand ernaar om en werden de werken gewoon omvergegooid. Tegenwoordig zien steeds meer mensen gelukkig de grote waarde van dit soort kunst.” Wel is het niet gemakkelijk om het te behouden: „Een deel zit in monumentale panden, dan is de kunst beschermd. Maar veel zit in ziekenhuizen en scholen en die worden continu verbouwd. Dan wordt kunst kwetsbaar”, zegt Vervat.

Tot 2 april de tijd

De gemeente Veendam heeft de voorvechters voor het behoud van Van der Zees kunstwerk tot 2 april gegeven om met een plan te komen voor het schadeloos verwijderen van het werk uit de school. Wethouder Ans Grimbergen van de gemeente Veendam hoopt dat het alsnog lukt om het te behouden. „We hebben uitgebreid onderzoek laten doen, maar er was niet het idee dat het schilderij goed uit de school viel te halen. Als een ander dat zou kunnen, dan zou dat mooi zijn. Wij zijn er voorstander van om kunst die we hebben in de gemeente te bewaren.”

Vervat van Bond Heemschut denkt dat het werk goed uit de school is te halen. „Het is wel een flinke operatie. Je moet het loszagen en uit het pand tillen. Het vraagt om zorgvuldige voorbereiding, maar we hebben vaker met dit bijltje gehakt.”

En hoeveel kost zo een verwijdering? „Wij dachten dat het zo een ton kost om het schilderij te verplaatsen”, zegt Grimbergen. Wie dat dan gaat betalen, is de volgende vraag. Bond Heemschut schat het bedrag lager in en hoopt met fondsen en schenkingen van liefhebbers een heel eind te komen. Een mogelijk nieuwe plek voor het werk heeft de erfgoedvereniging al gevonden: het Kunstcentrum De Ploeg, dat in Wehe-den Hoorn komt, ironisch genoeg in een daartoe gerestaureerde school.

De Haan hoopt dat het werk van haar opa voor de provincie Groningen behouden blijft. „Het mooiste zou zijn als het hier kan blijven en de gemeente een goede plek vindt. Het is voor Veendam gemaakt. Dat beaamt Van der Meer. „Het moet hier blijven. Er is in Veendam al veel verloren gegaan.”


Lees ook
Vergeten en weggestopt, maar kunstenaar Alida Pott was een van de beste Ploegers

Alida Pott, <strong>Portret van Hilda Idema.</strong> Collage, 24 x 18,9 cm. Collectie Groninger Museum. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/in-veendam-ging-al-veel-verloren-nu-ook-nog-het-monumentale-kunstwerk-van-jan-van-der-zee.jpg”><br />
</a></p>
<aside class=

De Ploeg Kunstenaarscollectief

De Ploeg is een kunstenaarscollectief dat in 1918 door zeven jonge kunstenaars in de stad Groningen werd opgericht. Deze kunstenaars, vooral schilders, wilden moderne kunst maken en lieten zich daarvoor inspireren door de modernistische impressionistische en expressionistische kunst uit Duitsland en Frankrijk. Vooral in de jaren twintig was de groep zeer actief.

Binnen De Ploeg waren twee hoofdstromingen te onderscheiden: de expressionistische en de constructivistische. Jan van der Zee behoort tot de laatste groep. Andere bekende leden van De Ploeg waren Hendrik Werkman en Jan Wiegers. Het werk van De Ploeg is permanent te zien in het Groninger Museum.