Wat een leven. Mark (53) heeft sinds zijn dertiende psychische problemen en hij is, als gevolg daarvan, ook sinds zijn dertiende verslaafd geweest. „Aan alles eigenlijk.” Cocaïne. Ecstasy. Amfetamine. Cannabis. Alcohol. En gokken. „Dat is de leidraad in mijn leven.” Zes jaar leefde Mark dakloos in Utrecht, tot hij ruim een half jaar geleden dit appartement kreeg toegewezen. „Ik ben hier heel blij.” Er staat een bankstel en een televisie, er is een keuken, een badkamer en een slaapkamer. In de hoek staat een bos bloemen. „Gekregen omdat ik vrijwilligerswerk doe. Bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel.”
Het appartement ligt in het hart van het nieuwe Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn, in een gebouw waar enkele andere voormalig dakloze mensen wonen, samen met reguliere huurders. Die laatsten hebben vooraf moeten beloven dat ze goed met hun medebewoners om zullen gaan. Zodat die zich gezien en gerespecteerd voelen, en niet uit pure eenzaamheid opnieuw op straat belanden.
Mark: „Ik heb er profijt van. De bewoners lopen de deur bij elkaar niet plat, maar we weten wie we zijn, waar we vandaan komen. We helpen elkaar. Af en toe eten we in een gezamenlijke ruimte. En af en toe ga ik koffie drinken in het buurhuis.” Zo heet de gemeenschappelijke ruimte van het woongebouw. Mark: „Ik ga daar wel eens naartoe als ik me niet goed voel, of als ik me verveel. En als ik daar even heb gepraat met anderen, ben ik blij dat ik weer naar mijn eigen plekje terug kan.”
We plaatsen alleen mensen die geen overlast veroorzaken
Niet schreeuwen op het balkon
In het gebouw zijn de voormalig dakloze mensen ondergebracht door De Tussenvoorziening, een organisatie die al dertig jaar in Utrecht en omgeving mensen steunt die het in hun eentje niet redden, veelal omdat ze dakloos en ‘psychisch kwetsbaar’ zijn. Ze krijgen lichte begeleiding, kunnen een hulpverlener om steun vragen. Na maximaal drie jaar verdwijnen de hulpverleners en gaan de bewoners op eigen kracht verder. „We plaatsen alleen mensen die geen overlast veroorzaken”, zegt projectleider Betty Korssen. „Je mag niet, ik noem maar wat, op je balkon staan schreeuwen.”
De Tussenvoorziening is een van de ongeveer 65 organisaties die een gift krijgen uit het NRC Lezersfonds. Dat houdt jaarlijks een kerstactie onder lezers voor het lenigen van de ergste nood bij armoede en het bestrijden van eenzaamheid en isolement. Vorig jaar werd er ruim 300.000 euro opgehaald. De Tussenvoorziening krijgt dit jaar geld van het lezersfonds voor het stofferen en inrichten van negen nieuwe woningen die deze maand elders in Leidsche Rijn worden opgeleverd, bedoeld voor voormalig dakloze mensen met een kind, doorgaans alleenstaande moeders. Betty Korssen: „Alleen al met geld voor gordijnen zijn we erg blij. Als mensen geen geld hebben voor gordijnen, of in plaats daarvan vuilniszakken op de ramen plakken, werkt dat stigmatiserend in een buurt. Gordijnen, een ijskast of een magnetron zijn bovendien voor hen zelf belangrijk. Zonder dat soort dingen heb je een hoop stress.” Mark: „Als je eten niet kunt bewaren in een ijskast , is het duur boodschappen doen.” Betty Korssen: „En hoe ga je voor je baby zorgen als je de melk niet kunt opwarmen?” Mark: „Als je in een kaal huis wordt geplaatst, loop je het gevaar dat je gaat denken: bekijk het maar, ik ga de nachtopvang weer in.”
Verslaafd naar dure restaurants
Mark houdt hij zijn achternaam voor de lezers van NRC liever geheim. Hij wil zijn twee dochters, met wie hij goed contact heeft en die hem regelmatig bezoeken, niet publiekelijk met het verleden van hun vader belasten. „Maar ik schaam me zelf nergens voor.”
Mark heeft zijn verslaving lange tijd kunnen betalen met geld dat hij met „foute dingen” verdiende. „Ik zat in de drugshandel. Daardoor kon ik zeven dagen per week gebruiken en toch goed voor mijn lichaam zorgen. Ik ging naar de tandarts. At drie keer per dag in de duurste restaurants. Daardoor ben ik nog enigszins gezond.”
Een dakloze vroeg of ik een euro voor hem had. Ik antwoordde dat ik op de grond sliep. Hij verwees me toen naar de nachtopvang
Mark verloor zijn woning toen hij met de drugshandel moest stoppen. „De politie had mij in de gaten. Van de ene op de andere dag ben ik gestopt. Ik had nog veel geld. Maar mijn behoeften lagen op 500 tot 1.000 euro per dag. Dan ben je snel door je geld heen. Ik kon de huur van mijn huis niet meer betalen en heb de sleutel ingeleverd. Vervolgens heb ik bij iemand thuis een kluis leeggehaald waardoor ik dakloosheid nog even kon uitstellen. Van dat geld ben ik naar België gegaan en daar ben ik gaan pokeren. Dat ging goed. Tot de roulettetafel tevoorschijn kwam en ik op een avond bijna 200.000 euro verloor. Ik had niks meer. Ik ben met de trein, zwart, naar Utrecht gereisd. Op het Centraal Station ben ik in slaap gevallen. Een dakloze vroeg of ik een euro voor hem had. Ik antwoordde dat ik op de grond sliep. Hij heeft me toen naar de nachtopvang verwezen.”
Eenzaamheid bestrijden
Gemengd wonen is veelal het concept van De Tussenvoorziening in Utrecht. Dakloze mensen met vaak ook andere problemen krijgen na jaren op straat een woning in een gebouw waar dus ook reguliere huurders wonen. Projectleider Betty Korssen: „Wat wij altijd en overal proberen, is mensen die dakloos zijn geweest met elkaar en met anderen te verbinden. Als dakloze mensen na jaren wachten eenmaal een woning krijgen, kunnen ze eenzaam worden. Ze hebben met anderen geleefd in de crisisopvang of de nachtopvang. Daar maken ze wel eens ruzie om wie het laatste koekje heeft gepakt, maar ze hebben wel wat aan elkaar.”
De Tussenvoorziening doet aan community forming. „Buurschap. Buur voor elkaar zijn. Ze moeten zich niet een cliënt voelen die in een wijk is geplaatst, maar een buur, zoals alle andere bewoners ook buur zijn.” Daarmee voorkom je dat de bewoners terugvallen in dakloosheid – en daardoor ook weer verslaafd raken.
Mark: „Je zit bij de nachtopvang tussen bepaalde personen. Je krijgt het koud. Je verveelt je. Je neemt wat te drinken. Ik heb veel mensen gezien die zonder verslaving de nachtopvang in gingen en uiteindelijk knetterverslaafd raakten.” Betty Korssen: „Langdurig verblijf op straat verhoogt het risico op middelengebruik.”
Zestig blikjes bier per dag
Ruim vijf jaar is Mark min of meer clean geweest. Dat was in de periode dat hij geen geld meer had om zijn verslaving te betalen en hij op straat was beland. Langzamerhand ging het weer wat beter met hem, vertelt hij, met een baan als ervaringsdeskundige en woonbegeleider bij De Tussenvoorziening.
„Tot ik moeilijke cliënten kreeg, met zware problemen als incest en mishandelingen en dat soort dingen. Toen ben ik in elkaar gestort. Door het ijs gezakt. Ik kreeg een burn-out. En vanaf het moment dat ik ben gaan janken, ben ik heel veel gaan drinken. Op het hoogtepunt dronk ik zestig blikjes bier per dag. Ik werd psychotisch. Heb destijds geprobeerd mijn flat met gasflessen op te blazen en zelfmoord te plegen. Uiteindelijk heb ik mijn huis onderverhuurd, heb met de inkomsten daaruit drugs en alcohol betaald en ben zelf de straat weer opgegaan.” Met kleine tussenpozen, als hij een relatie had, heeft hij tot mei dit jaar op straat geleefd.
„Ik ben nog even getrouwd geweest. Met een fantastische vrouw. Maar ik ben niet de gemakkelijkste persoon en ik botste met haar dochter en dat leidde tot conflicten die ik met middelen uit de weg ging.” Hij heeft ook nog als vrachtwagenchauffeur gewerkt. „Maar dat is kapot gegaan. Ik zat psychisch niet goed in elkaar.”
Inmiddels is hij arbeidsongeschikt verklaard, vertelt hij, en gaat het beter. „Verslaving is als een kankergezwel in ruste. Het kan altijd weer beginnen. Ik ben er nog steeds gevoelig voor. Maar ik heb een bewindvoerder die mijn geld beheert. Zo kan ik nooit heel veel geld kwijtraken. Stel dat ik zou gaan gokken en geld verliezen, dan mis ik alleen een paar dagen eten. Als ik me klote voel, drink ik vier biertjes. Maar nooit meer dan een sixpack per week. En als ik echt op ontploffen sta qua agressie, of weer wil gaan gebruiken, dan kan ik hier altijd een begeleider bellen.”
Lees ook
Dakloosheid neemt toe, vooral onder vrouwen en jongeren. Hoe is het in de ‘ramvolle’ opvang?