‘In Tanzania kwam een einde aan een ongemakkelijke tijd’

Mijn moeder komt uit Heerlen, mijn vader uit Venlo. Zij had in de oorlog de hbs gedaan, mijn vader in Tilburg de hts. Ze trouwden op 11 februari 1947, de dag dat mijn moeder meerderjarig werd. Na de oorlog ging mijn vader werken in het succesvolle aannemingsbedrijf van zijn vader. Maar in 1956 overleed opa Thei. Toen kwamen mijn vader en een broer er alleen voor te staan. Midden jaren 60 liep dat mis waarna een periode van 12 ambachten, 13 ongelukken begon. Aan die ongemakkelijke tijd kwam midden jaren 70 een einde toen mijn vader in dienst trad bij de Heidemaatschappij om uitgezonden te worden naar Tanzania. Het kabinet-Den Uyl had ontwikkelingsgeld bestemd voor de bouw van een suikerfabriek in het gehucht Kidatu, zo’n 300 kilometer ten westen van de hoofdstad Dar es Salaam. Mijn vader zag er als bouwkundige op toe dat er deugdelijk werd gebouwd zodat het ontwikkelingsgeld goed werd besteed. Kilombero Sugar Company Ltd. exploiteert de fabriek tot op de dag van vandaag.

In 1977 was de fabriek zo goed als af. Prins Bernhard kwam op bezoek in Tanzania. Hij zal voor de olifanten en ander groot wild zijn gekomen, maar hij had toch ook belangstelling voor de suikerfabriek in Kidatu. Op de foto wordt hij voorgesteld aan mijn vader en mijn moeder. Zij was dol op de prins, had eerder al met een zakdoek langs de weg staan zwaaien en dat was Bernhard opgevallen. Niet zo gek want ze was de enige witte vrouw tussen allemaal zwarte mensen. In de versie van mijn moeder zou Bernhard, terwijl hij haar de hand schudde, tegen haar hebben gezegd: „Ik ben blij dat ik u nu in het echt kan ontmoeten.”

Foto’s van ouders zijn welkom via [email protected].