In Staphorst liet de politie de anti-Zwarte Piet-demonstranten aan hun lot over

De politie heeft bij de bescherming van demonstranten van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst niet doortastend genoeg opgetreden. De politie had bij de demonstratie in november 2022 moeten ingrijpen en demonstranten en waarnemers van Amnesty International beter moeten beschermen toen die werden aangevallen. Er is te veel erop vertrouwd dat de demonstratie volgens plan zou verlopen en de risico’s werden verkeerd ingeschat. Dat concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid in een rapport dat donderdag is verschenen.

Kick Out Zwarte Piet (KOZP) had van tevoren aangekondigd naar Staphorst te komen. Er gingen meerdere waarnemers van Amnesty mee. Een groep jonge Staphorsters die zwart waren geschminkt, bekogelde de activisten op een afrit van snelweg A28. Ze beschadigden auto’s, de politie stopte het geweld niet en de gemeente verbood de demonstratie. Nadien kreeg de politie veel kritiek. Zo werden onder meer Kamervragen gesteld.


Lees ook
Staphorst had ‘blinde vlekken’ voor gewelddadige reactie op protest Sinterklaasintocht, zien onderzoekers

Activisten die tegen Zwarte Piet kwamen demonstreren, werden belaagd op de afrit van de A28.

Eerder dit jaar concludeerde bureau RadarAdvies, dat in opdracht van Staphorst onderzoek deed, dat de kans op geweld werd onderschat. Ambtenaren hadden zo’n groot vertrouwen in hun eigen inwoners, dat ze de zorgen van KOZP onvoldoende serieus namen. „Wensdenken” sloop zo in de voorbereiding van de intocht, aldus RadarAdvies.

De Inspectie analyseerde documenten en videomateriaal en hield interviews, onder meer met belangrijke medewerkers van de politie. Het onderzoek richtte zich op het handelen van de politie in aanloop naar de demonstratie en na het demonstratieverbod van de burgemeester.

Volgens de Inspectie werd in de voorbereiding al duidelijk dat de veiligheid van de demonstranten in gevaar kon komen. Zo werden signalen opgevangen dat er mogelijk blokkades zouden worden opgeworpen teneinde KOZP buiten Staphorst te houden. Maar in die voorbereiding is niet concreet besproken hoe daar tegen zou worden opgetreden. De politie, zo stellen de onderzoekers, accepteerde de tegenacties van de inwoners van Staphorst en probeerde daar omheen te werken in plaats van ertegen op te treden.

Geen routekaartjes

Een sleutelmoment is volgens de onderzoekers het uit de colonne raken van voertuigen van meerdere demonstranten, die zich hadden verzameld bij het politiebureau van Zwolle. Dat komt mede doordat de politie geen routekaartjes aan de demonstranten heeft uitgedeeld, zoals eerder bedacht. Ook begeleidt de politie de demonstranten niet met herkenbare auto’s waardoor ze snel overal doorheen kunnen.

Twee auto’s van demonstranten en een auto van Amnesty gaan daardoor per ongeluk de A28 op. De voertuigen worden daar bekogeld met eieren, heen en weer geschud, met olie en mest besmeurd en vernield. Vervolgens duurt het te lang voordat een bus van de ME ter plekke is. Daarnaast was de politie op de afrit onderbezet.

Als de colonne met demonstranten op verzoek van de politie stopt bij een tankstation in Meppel, wordt hun aanwezigheid op die locatie snel ontdekt. Relschoppers gaan erop af met tractors. De politie laat KOZP weten dat de relschoppers onderweg zijn, maar beschermt hen niet en rijdt weg. Een politiemedewerker roept via een megafoon: „Jullie moeten weggaan, doen jullie dat niet, dan zijn de risico’s voor jullie zelf.” De bus van KOZP wordt klemgereden en relschoppers lopen erop af, de politie staat op tachtig meter afstand en grijpt niet in. Demonstranten weten uiteindelijk zelf weg te komen.

‘Totaal onderschat’

In de toekomst is het volgens de Inspectie raadzaam om risico’s concreet te beschrijven en hun gevolgen voor het politieoptreden in kaart te brengen. Ook moet de politie flexibeler optreden bij onverwachte situaties. Demonstranten moeten nadrukkelijker worden beschermd en de politie moet duidelijker communiceren met demonstranten.

De Inspectie concludeert verder dat het aantal demonstraties in Nederland toeneemt, en dat demonstranten steeds vaker lijnrecht tegenover elkaar staan. Demonstraties vragen veel van de politieorganisatie, die daardoor tegen haar eigen grenzen aanloopt.

Maar, zegt Peter Neuteboom, hoofdinspecteur bij de Inspectie Justitie en Veiligheid, met het aantal agenten dat bij de demonstratie in Staphorst was betrokken – tussen de 200 en 250 – had de politie haar werk gewoon beter moeten doen. „Ze hadden beter moeten nadenken, ze hebben de risico’s totaal onderschat. Dit had voorkomen kunnen en moeten worden.” Volgens hem heeft de politietop wel geleerd van de gebeurtenissen. Neuteboom zegt verder dat de Inspectie de komende jaren het optreden van de politie bij demonstraties zal volgen.


Lees ook
‘Natuurlijk wil ik meer de wijken in, maar de actualiteit wint het van de lange termijn’

<strong>Henk van Essen</strong>, korpschef van de Landelijke Politie. „Ik weet zeker dat de samenleving ziet wat er allemaal op het bordje van de politie ligt.”” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/in-staphorst-liet-de-politie-de-anti-zwarte-piet-demonstranten-aan-hun-lot-over-1.jpg”><br />
</a> </p>
<aside data-article-id=