In de hal van metrostation Myeongdong, in de gelijknamige populaire winkelbuurt in het centrum van Seoul, stromen de meeste passagiers in de vroege avondspits geroutineerd naar de juiste uitgang, vaak zonder hun blik van hun telefoonscherm af te halen. Maar regelmatig blijven buitenlandse metroreizigers hier eventjes vertwijfeld staan. Zij blikken om zich heen, naar de metroplattegrond die met zijn 24 lijnen en bijna achthonderd stations iets heeft van een kleurig bord spaghetti. Dan bestuderen ook zij hun schermpjes, wijzen iets aan, overleggen, en lopen – soms aarzelend, soms gedecideerd – verder.
„De metro is hier moeilijk te begrijpen”, vindt Aline Busicchia (35) uit Sydney, die twee dagen eerder samen met twee vrienden is teruggekeerd uit Shanghai. De drie wonen in Australië, maar zijn op rondreis in Zuid-Korea en China en staan middenin de hal uitvoerig te overleggen. Ze zoeken een winkelcentrum en willen weten op welke lijn ze moeten overstappen.
Grootmoeder
Misschien moet het metrobedrijf in Seoul nog wat meer reclame maken voor zijn interactieve, door kunstmatige intelligentie aangedreven informatieschermen, waarvan het eerste in december in Myeongdong in gebruik werd genomen. Daarop zijn de antwoorden op veelgestelde vragen in dertien talen te vinden, maar bovendien kunnen verdwaalde reizigers via het systeem in hun eigen taal praten met een medewerker die zich in het kantoortje aan de andere kant van het half doorzichtige aanraakscherm bevindt.
Aline had het scherm, waar ze al die tijd naast stond, nog niet opgemerkt. Maar nu wil ze het best proberen. Als ze op het glas tikt, komt aan de andere kant een medewerker van het station aangelopen, die het systeem eerst opnieuw moet opstarten maar daarna een soepel gesprek begint – hij in het Koreaans, Aline in het Engels. De vertaling van hun vragen en antwoorden verschijnen als een chatgesprek op het glas tussen hen in. Zoiets hadden ze in Shanghai moeten hebben, vindt Alines reisgenoot Israel Machado (33) uit Brisbane. „Daar ging alles met WeChat en niemand sprak Engels.”
Helemaal feilloos lijkt de vertaling evenwel nog niet te werken: „Er is een van de grootmoeders in mijn buurt”, legt de spraakcomputer de medewerker van het station in de mond. Maar Aline en haar vrienden zijn tevreden: ze moeten met lijn 4 en straks overstappen op lijn 2.
Even later komen Rin en Nomura, allebei 19, aanlopen. Ze komen uit het Japanse Osaka en zijn in Seoul om hun voorjaarsvakantie door te brengen. Met haar centimeters lange, zorgvuldig gelakte nagels tikt Lin op het scherm en vraagt hulp bij het aanvullen van het saldo op haar metrokaartje. Daarvoor moet ze toch even naar binnen komen, maar ook Rin vindt het een handige service, het openbaar vervoer is hier ingewikkeld als je de taal niet spreekt. Maar Seoul is „geweldig”, roepen ze voor ze naar hun metro rennen.
Lees ook
dit artikel over de bloeiende Zuid-Koreaanse literatuur
Vooral Japans en Chinees
Japans en Chinees zijn de meest gekozen talen op de schermen, die na de eerste proefperiode van drie maanden in Myeongdong zijn geïnstalleerd in nog eens tien metrostations waar veel buitenlandse bezoekers komen, zoals op vliegveld Gimpo, en in de populaire uitgaansbuurten Itaewon en Hongdae. „De meeste medewerkers spreken wel redelijk Engels”, legt Myeongsin Hong uit, assistent-manager op het even verderop gelegen metrostation Euljiro 1-ga. „Dus dat doen we gewoon live. Maar er komen veel mensen uit China en Japan, en die talen spreken we niet.”
Via het vertaalscherm vertelt hij desgevraagd dat hij het systeem handig vindt en dat hij er blij mee is, maar veel aanloop heeft hij nog niet gehad – rond het middaguur ongeveer vijf klanten. Misschien komt dat doordat het scherm op dit station niet in de hal hangt, maar achter de deur van een informatiekantoortje. Alleen een tamelijk onopvallend reclamebord in de voetgangerstunnel wijst reizigers erheen.
Hong is niet bang dat het AI-systeem het menselijke personeel in de toekomst zal vervangen, zegt hij. Ook perswoordvoerder Kim Young-chan van het metrobedrijf van Seoul ontkent in een toelichting per e-mail dat dat de bedoeling is. „De taken van het stationspersoneel zijn veel breder. Ze geven reizigersinformatie, maar behandelen ook klachten, letten op de veiligheid en beheren de faciliteiten.”
Dertig miljoen toeristen
De schermen – ontwikkeld door het Zuid-Koreaanse AI-bedrijf Konan – maken deel uit van een ambitieus plan voor het aanjagen van toerisme in de hoofdstad, legt Kim uit. Seoul hoopt straks dertig miljoen bezoekers per jaar te trekken, meer dan het dubbele van het aantal voor de coronapandemie. Die zouden per persoon gemiddeld 3 miljoen won (ruim 2.000 euro) moeten uitgeven.
De hoofdstad richt de blik daarbij nadrukkelijk op andere landen in Azië, zoals Maleisië, Thailand en Vietnam, waar lokale verkeersbureaus worden geopend. Maleis, Thais en Vietnamees zijn drie van de andere beschikbare taalkeuzes op de schermen. Hoeveel toeristen momenteel gebruikmaken van de metro in de hoofdstad, kan Kim niet zeggen. Maar vorig jaar werden volgens gegevens die ze toestuurt bijna drie miljoen enkeltjes verkocht, een ticket speciaal bedoeld voor buitenlandse bezoekers. Station Myeongdong is met ruim vierhonderdduizend kaartjes verreweg het populairst.
Het toerismeplan voorziet verder onder meer in een gigantisch reuzenrad en een enorme luchtballon die toeristen vanaf komende zomer honderdvijftig meter boven de rivier de Han een spectaculair uitzicht op de stad moet bieden. Al zegt het ook oog te hebben voor de gevaren van ‘overtoerisme’, een probleem waar bewoners van de historische wijk Bukchon met haar traditionele Koreaanse huizen – hanoks – nu al over klagen.
Voor Lily (24) en haar broer Ben (23) uit Colorado is dat allemaal niet nodig. Ze backpacken en hebben het in Seoul erg naar hun zin. Lily bekijkt staand in de hal van station Myeongdong hun route op haar telefoon, wat moeizaam gaat omdat Google Maps in Zuid-Korea niet altijd goed werkt. Het scherm achter haar heeft ze wel gezien, maar ze vindt het maar niks. „Ik heb liever contact met echte mensen.” De live vertaalservice heeft ze gisteren geprobeerd, „maar toen zat er niemand aan de andere kant van het scherm”.