De Tweede Kamer heeft dinsdag met grote meerderheid ingestemd met een wetsvoorstel van demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) over energieproductie. De wet brengt nieuwe regels aan in een veranderend energielandschap, waarbij steeds vaker burgers en bedrijven een rol hebben in de energietransitie. Alleen SP, JA21 en FvD stemden tegen het voorstel.
De wet die hiermee vervangen wordt, stamt uit 1998, toen de elektriciteitsvoorziening nog voornamelijk door een beperkt aantal aanbieders op centrale locaties werd opgewekt. Ruim vijfentwintig jaar later spelen lokale energieproducenten, zoals burgers en bedrijven, een steeds grotere rol in de energievoorziening. De wettelijke kaders daarvoor liepen jarenlang achter op de praktijk.
De nieuwe wet valt in veel opzichten te zien als een grote schoonmaak, en vormt volgens Jetten het „noodzakelijke fundament onder de energietransitie”. De elektriciteits- en gaswet is samengevoegd, Europese richtlijnen zijn opgenomen en oude regels zijn gemoderniseerd. De Raad van State was vorig jaar zeer kritisch over het wetsvoorstel omdat het adviesorgaan weinig aanleiding zag om zowel de Europese als nationale wetten in één wet te verankeren.
Jetten koos ervoor door te gaan met zijn plannen, en redeneerde dat aanvullende Europese wetgeving in deze omvangrijke wet gemakkelijker zou kunnen worden ingepast.
Met de modernisering van de energiewet wordt mogelijk dat mensen of bedrijven actiever worden op de energiemarkt. De burger is niet alleen consument, maar óók producent is het idee van het wetsvoorstel. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk dat iemand met zonnepanelen het overschot verkoopt aan de buurvrouw, in plaats van terug aan de netbeheerder. Ook mogen energiecoöperaties in het vervolg energie die zij opwekken, gaan leveren aan klanten. In de huidige wet moeten zij dat verplicht terugleveren aan de netbeheerder. Zo krijgen Nederlanders meer mogelijkheden om zich zelf actief met energie te bemoeien, in lijn met Europese plannen hiervoor.
Oplossen van overbelasting
Een deel van het zeer omvangrijke wetsvoorstel draait om het oplossen van overbelasting van het stroomnet. Op bepaalde piekuren wordt te veel stroom verbruikt en is er niet genoeg ruimte op het stroomnet om aan iedereen te kunnen leveren. Het demissionair kabinet kondigde in de herfst een aantal „onorthodoxe” plannen aan om netcongestie aan te pakken, waarmee sindsdien is geëxperimenteerd is. Nu zijn ze ook wettelijk vastgelegd.
Een voorbeeld is dat bedrijven vanaf nu een stroomaansluiting mogen gaan delen (cable pooling). Op die manier kunnen verschillende bedrijven samenwerken, om bijvoorbeeld de drukte op het stroomnet te ontlasten. Ook geeft dit wetsvoorstel de ruimte om uitbreidingen op het elektriciteitsnet „met een grote maatschappelijke impact” voorrang te geven, zodat netcongestie sneller kan worden opgelost.
Naast het verankeren van plannen om de druk op het stroomnet te verlichten, beoogt het wetsvoorstel ook meer te doen voor burgers. Bijvoorbeeld door ze te beschermen bij bijvoorbeeld een faillissement van hun energieleverancier, zoals tijdens de energiecrisis van 2021 gebeurde. Ook krijgt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de mogelijkheid om de vergunning in te trekken van leveranciers die burgers lastigvallen met telefonische verkooptactieken waar zij niet om gevraagd hebben. De ACM kan ook een tijdelijke „wervingsstop” opleggen aan een energieleverancier die zich niet aan de regels houdt.
In het algemeen moeten energieleveranciers aan meer eisen voldoen, zoals het inleveren van een Verklaring Omtrent Gedrag en het aanbieden van een vast contract voor ten minste één jaar. Ook zijn regels opgesteld voor het delen van data door energieleveranciers.
Deze consumentenbescherming gaat ook gelden voor zogeheten „micro-ondernemingen”, kleine ondernemers, zoals freelancers en bedrijven die minder dan tien mensen in dienst hebben.
Overheid moet ingrijpen
Met de wet wordt een extra stapje gezet in het op koers houden van de energietransitie. Vorig jaar presenteerde Jetten met het Nationaal Plan Energiesysteem een visie op wat er nodig is om het energiesysteem de komende jaren op de schop te nemen. In het kort: de overheid moet de energietransitie niet aan de markt over laten, maar zelf ingrijpen.
Nu is deze meerjarige visie op de uitvoering van de energietransitie opgenomen in de nieuwe wet. Elke vijf jaar moet een minister die plannen herzien en aanvullen. Daarbij is nadrukkelijk opgenomen dat Nederland moet werken aan het vergroten van „strategische onafhankelijkheid van energie en grondstoffen” en de betaalbaarheid van energie, op weg naar klimaatneutraliteit, moet verzekeren. Hiermee geeft het demissionaire kabinet een opdracht mee aan zijn opvolgers om blijvend na te denken over hoe de energietransitie om de klimaatdoelen te halen, uitgevoerd moet worden.
Het voorstel moet nog worden behandeld in de Eerste Kamer. Als deze daar ook wordt aangenomen, zou de wet vanaf 1 januari 2025 van kracht kunnen gaan.